Na de afbraak rond 1580 werden de molens aan de noordwestzijde na de herovering der stad door Maurits weer herbouwd, nagenoeg op dezelfde plaats. Eerst de Oost- of Stadsmolen, een paar jaar later de Westmolen.
Bron: De "Stadts Wintcoornmolen van Aardenburg, 1610-1759", art. door J.J. Lambert in Jaarboek 1969/1970, Heemkundige Kring Westelijke Zeeuws-Vlaanderen.
Verzameling H. van der Kaay.
Op de vestingwallen aan de noordwestelijke kant van Aardenburg stond deze open standerdmolen.
In onderstaand artikel wordt de molen verkocht door de weduwe van molenaar Pieter Wensch, of dit de molenaar was van deze molen is nog niet helemaal zeker, het kan ook bij dbnr 1206 slaan.
23-07-1771: Middelburgsche courant
Men zal van wegens Cornelia Dubbelman, Weduwe en Boedelhoudster van Pieter Wens, en de verdere Erfgenaamen van gemelden Wens, Publyk, aan de meestbiedende, Presenteeren te Verkoopen, in de Herberg het Wapen van Zeeland, binnen de Stad Aardenburg, een Hechte, Sterke en wel ter Wind staande Kooren-Wind-Molen, met den Molenberg, daar den zelven Kooren-Wind-Molen op staat, met alle zyn Toebehooren, zoo van vaste als losse Goederen, aan den zelven Molen behoorende: Iemand gadinge hebbende, om voormiddags ten 5 Uuren, ter plaats en Herberg voornoemd, zullende de Conditien van Verkooping kunnen gelezen worden agt dagen voor de Verkooping, ten Huize van gemelde Cornelia Dubbelman binnen Aardenburg voornoemd.
Willem Frederik George Lodewijk Kusse, geboren op 6 december 1830 te IJzendijke was tot 1860 molenaar op deze molen. Hij emigreerde op 20 maart 1860 naar de VS.
Na hem was de molen van 1868 tot 1908 van F. Buysse, daarna van was de laatste molenaar C.J. Blondeel, naar wie de molen ook wel werd genoemd.
De molen werd in 1912 gesloopt.
Oostelijk van deze molen stond tot 1926 de 'Stadsmolen', die ook tot het type standerdmolen behoorde.
Onderlinge Brand Waarborg Maatschappij
Register G. folio 553 correspondenteboek 536
Orde van overboeking.
De ondergetekende Willem Fred. George Lodewijk Kusse, molenaar te Aardenburg verklaart deelgenomen voor het navolgende.
Zie G no 177. Correspondenteboek fo. 167.
Aardenburg den 18 Junij 1852
Herbouw f 5500 Innerlijke waarde 1832
Register G fo. 645 Acte van overboeking.
De ondergetekende Maarten Aalbregtse, verklaart deelgenomen te hebben voor het volgende ( zie vorige omschrijving) letter G fo. 553
In de omschrijving van de molen zijn een koppel steenen en pelwerk bijgekomen.
Aardenburg den 2e Augustus 1856
In herbouw f 5500 innerl. waarde 1832 1e klasse f 1000
2e klasse f 500 4e klasse f 4000
* Waarop het genoemde bouwjaar 1747 is gebaseerd is ons niet bekend.
Red.
De Westermolen heeft als kenmerk:
De twee schuine onderkanten van de molenkast onder de trap waren recht uitgevoerd, dit in tegenstelling tot de molenkast van De Stadsmolen.
Beide molens hadden ook de Zeeuws-Vlaamse trapconstructie. Deze constructie had geen bordes maar slechts een zogenaamde 'stoepe' tussen de trapbomen bij de deur.
In de rest van Nederland hebben we een galerij boven aan de trap.
Bronnen ter bevestiging: "Molens zo waren ze" en "Molens Zeeland in oude ansichten deel 2".
Informatie van Hans Köhler, 9 september 2009.