Het bouwjaar van de molen is niet bekend, een kaart uit 1664 geeft op dezelfde plaats reeds een molen aan.
In 1730 werd de molen gekocht door Folkert Dirks (van Hendrik Reijners) voor 2100 goudgulden. Deze Folkert was een voorvader van S.J. van der Molen, een bekende Friese publicist.
Rond 1900 raakte de molen in verval. In 1915 had de molen geen functie meer en werd voor afbraak verkocht. Er is nog actie gevoerd om de molen te behouden door hem aan de stad Leeuwarden over te dragen. Ook is er sprake van geweest dat de molen naar het openluchtmuseum te Arnhem zou verhuizen. Helaas, hiervan kwam niets terecht.
Door een storm op 6 november 1921 woei de molen om en hij werd niet meer herbouwd. Dit was de laatst overgebleven standerdmolen van Friesland.
Volgens De Utskoat nr. 93, maart 1999, huurde R.S. Kuipers van 1907 tot 1915 zeilen bij zeilmakerij Wouda in Meppel.
-----
Mijn voorvader Sietzes (of Sytses) Mulder (*1768 †1818) was molenaar op de ‘standermolen’ in Rottevalle. Hendrik Sietzes Mulder was getrouwd met Lamkje Jans Heida (*1775 †1827) en ze woonden in Noorder Drachten.
H. Mulder, 19 sept. 2013.
-----
Deze molen was in verval, hij werd opgeruimd toen hij was omgewaaid door een fikse storm. De gemeente Leeuwarden had de molen willen herplaatsen op een van de stadswallen. Er zijn wel tekeningen van gemaakt voor de herbouw, maar is toch niet gelukt. Een tekening heb ik destijds aan Gijs van Reeuwijk gegeven.
Pieter W. Hofkamp, 1 juni 2018.
Een bijzonderheid aan deze molen was de rietgedekte kap, dat komt bij de standerdmolen doorgaans niet zoveel voor. Standerdmolens van dit type, met een rietgedekte kap staan nog in Batenburg en Doesburg.