Molen Korenmolen van Drogeham (2e), Drogeham/ Droegeham

Drogeham/ Droegeham, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Korenmolen van Drogeham (2e)
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03259 a
oude dbnr.
V9681
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Drogeham/ Droegeham
plaatsaanduiding
De Buorren nz.
gemeente
Achtkarspelen, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Drogeham F (1) 23 Martinus van Vierssen, pres. b.d. Regtbank
geo positie
X: 203671, Y: 579797
N: 53.20260, O: 6.11559

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis

Toen het kadaster rond 1830 de korenmolen van Drogeham registreerde was Martinus van Vierssen, president van de rechtbank in Leeuwarden, eigenaar. De molen stond sectie F numero 23, niet meer aan de zuid- maar aan de noordkant van de weg naar Harkema. Het is onduidelijk wanneer de molen op die plek is gebouwd en ook waarom Van Vierssen als eigenaar wordt vermeld; misschien is het een verschrijving, omdat hij het naastgelegen perceel bezat.

De "rog- en weitmolen" met bakkerij werd in 1818 door Bouwe Hylkes van der Meulen (1750-1819) te koop aangeboden, zodat tijdens zijn beheer het bedrijf zal zijn verplaatst. In mei 1819 werd Pieter Jans Tietes voor 4000 gulden nu de nieuwe eigenaar, maar na twee jaar stond alles al weer te koop.

De volgende eigenaar was toen Roel Mekkes Nicolai (1779-1851). Hij leende in totaal 3000 gulden van Jan Romein uit Buitenpost bij de aankoop van de molen. In 1828 zette hij de "rogmolen , huizinge, bakkerij met schuur en stalling cum annexis" ingaande 1829 voor vier jaar te huur, maar waarschijnlijk lukte dat niet. Het kadaster vermeldt hem vervolgens als eigenaar van het huis naast de molen, met zijn beroep: molenaar. Dat bleef hij ook nog de jaren daarna, want in 1839 vroeg hij middels een advertentie een korenmolenaarsknecht.

Na zijn dood zette zijn vrouw Joukjen Andries van der Veer het bedrijf voort. In 1858 wilde zij de vervallen standerdmolen vervangen door een achtkante molen, maar ze kreeg daarvoor geen toestemming omdat hij te dicht op de weg stond. Dat was niet toegestaan, want hoewel voetgangers wel goed zouden uitkijken zouden passerende paarden van een draaiende molen kunnen schrikken en op hol slaan. Het niet afgeven van een vergunning betekende zo het einde voor het bedrijf: in 1859 werd de molen afgebroken.

Informatie van Dick Bunskoeke, 12 nov. 2010