- naam
- Molen van Berghuis (oliemolen)
- modeltype
- Kantige molen, stellingmolen
- functie
- oliemolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 03237 b
- oude dbnr.
- V6102
- Meest recente aanpassing
Molen van Berghuis (oliemolen), Gerkesklooster-Stroobos/ Gerkeskleaster-Strobos
Gerkesklooster-Stroobos/ Gerkeskleaster-Strobos, Fryslân
v
locatie
- plaats
-
Gerkesklooster-Stroobos/ Gerkeskleaster-Strobos
- plaatsaanduiding
- Hoendiep zz., 200 m W vroegere prov.grens
- gemeente
- Achtkarspelen, Fryslân
- plaats(en) voorheen
- Gerkesklooster
- geo positie
-
X: 209871, Y: 583777N: 53.23776, O: 6.20904
constructie
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
- verdwenen
-
1920 - 1926 afgebroken
- geschiedenis
-
In 1877 kreeg Hermannus Berghuis, zoon van Sybolt Berghuis die molenaar was van de pel- en korenmolen aan de overkant (Tenbruggencatenummer 03237 c) toestemming om een oliemolen te laten bouwen. Dit werd een achtkante rietgedekte stellingmolen op een stenen tussen- en onderstuk, en met een rietgedekte kap.
Toen zijn vader voor 1907 overleed nam Hermannus Berghuis ook de pel- en korenmolen over.
De zoons van Hermannus, Hendrik en Anne Wijtze, namen per 7 juli 1920 beide molens van hun vader over en brachten het bedrijf onder in een vennootschap, de Firma H. Berghuis en Zoon.
De molen kon de strijd met de oliefabrieken niet volhouden en werd tussen 1920 en 1926 afgebroken.
Bron: De Utskoat nr. 76, artikel "Een grensgeval" door W. Entrop. -
aanvullingen
- trivia
De molen stond aan de zuidzijde van het Hoendiep, 200 m ten westen van de vroegere prov.grens, kadastraal gemeente Drogeham, sektie B, nr 1381.
-----
Het ontstaan van de plaats Stroobos is te danken aan het besluit van het provinciaal bestuur van Groningen en het stadsbestuur van Dokkum. Er kwam een snelvaartverbinding tussen Groningen en Leeuwarden via Dokkum. De te graven kanalen met aan weerszijden een jaagpad zijn omstreeks 1657 gereed gekomen. Er ontstonden toen beurtvaartdiensten die hier hun eindpunt hadden vanuit Groningen en Leeuwarden.
Vandaar dat een scheepsrepartiewerf hier goed van pas kwam. De snikpaarden die de snikken hadden moeten trekken, kregen hier dan hun welverdiende voer. Het was hier dus een soort grensplaats waar ook de schepen op de 'helling' kwamen, waar wagens werden nagekeken en waar graag gesmokkeld werd. Vandaar het relatief grote aantal belastingambtenaren wat zich hier gevestigd had. Er moest noal wat importbelasting betaal worden en de heren commiezen hadden dan ook handen vol werk.
Langzamerhand gingen de ambachtelijke werkzaamheden over in kleine industrie. Er was daar aan de kanalen ook een geschikte vestigigsplaats voor molens. Vóór de eeuwwisseling hebben er zeker zo'n 5 á 6 gestaan. De onderste afbeelding moet in het bezit zijn geweest van de firma Kooi en Berghuis. Berghuis was zelf in het bezit van nog twee molens welke aan de Friese kant van dit tweelingdorp stonden.
Deze gegevens komen uit het weekblad De Molenaar van 1980, uit de rubriek "Wie brengt mij thuis", een artikel van de heer Wijnja uit Joure.
-----
Het verhaal ging dat het achtkant jarenlang zonder riet heeft gezeten om de wind makkelijker af te voeren tijdens het malen en zo de productie te verhogen. Het zijn dus geen afbraakfoto's. De koningspil liep door tot in de onderbouw. Dit vertelde mij een oud-molenmaker, afkomstig uit Stroobos. Hij was werkzaam bij molenmakerij U. Holman.
Martin E. van Doornik, 22 aug. 2008.
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen