Molen van Osinga, Nes

Nes, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Osinga
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03225 a
oude dbnr.
V3874
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens

locatie

plaats
Nes
gemeente
Noardeast-Fryslân, Fryslân
streek
Dongeradeel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Nes (D) B (3) 579 Wed. Gerrit Buwalda, molenaarsche
geo positie
X: 199413, Y: 601070
N: 53.39411, O: 6.05482

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

1724 De molen woei om en werd daardoor totaal vernield. Met de wederopbouw was een jaar gemoeid. 

Hylke Jacobs liet na zijn dood in 1731 de molen na aan zijn weduwe, die het bedrijf verpachte aan Bartel Harmens. Het schijnt met hem niet zo goed gegaan te zijn, want een jaar later duikt in de belastingkohieren de naam van een nieuwe huurder op: Harke Sipkes.

In 1737 vinden wij een zekere Pijtter Reinders als eigenaar en Sikke Jacobs als pachter. Pijtter heeft niet lang plezier van zijn molen gehad, reeds een jaar later zien wij in de boeken Tjerk Louwes als eigenaar vermeld. Sikke Jacobs bleef tot 1741 de pachter. Na dat jaar trad de eigenaar zelf op als molenaar tot zijn opvolging in 1755 door Rinse Jans, die de molen tot na 1806 heeft bemaald.

In het begin van de 19e eeuw treffen wij Gerrit Ubles Buwalda aan als eigenaar van de molen van Nes. Hij heeft niet veel geluk in zaken gehad, want hij ging in 1823 failliet.

De molen werd het eigendom van de landbouwer Brunia, die Jeltje Klaases, de weduwe van de in 1825 overleden Buwalda, het bedrijf liet voortzetten tot haar dood in 1839. Haar taak werd overgenomen door Eppe Jans Sluiter uit De Horren, die op zijn beurt in 1853 plaats maakte voor Gerrit Foppes Dijkstra.

Vanaf 1865 was op diezelfde plaats een Cichoreifabriek.

Dijkstra overleed in 1873 en dan zien wij de ons uit Metslawier en Oosternijkerk bekende Willem Jan Osinga tot 1893 [?] (*) als molenaar optreden. In de jaren tussen 1883 en 1887 had Osinga zijn geluk beproefd in Oosternijkerk en in die tussentijd nam Doede Bruining uit die plaats de zaken in Nes waar.

1889 De molen die in 1889 bij publieke verkoop werd ingehouden, werd gekocht door een zwager van Turkstra uit Schettens, en voor 5 jaar verhuurd aan Tjeerd Jeltes Bakker. Toen die 5 jaren om waren, was er ten huize en ten laste van Tjeerd Jeltes Bakker, korenmolenaar te Nes, boelgoed van meubelen en huisgeraden, gereedschappen en 8 hennen en een haan. 

Het zat Osinga niet mee, want op 25 november 1891 (*) brandde de molen geheel af.

30-11-1891 Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage

De rog- en pelmolen te Nes (Westdongeradeel), van den heer W. B., in gebruik bij den heer W. O., is gister-nacht, door een onbekende oorzaak, met de daarin aanwezige 60 hectoliter gerst, boonen. rogge, maïs, enz., benevens eenige gereedschappen, een prooi der vlammen geworden. De molen en bijna al het graan, welk laatste aan verschillende personen toebehoorde, zoomede de gereedschappen, waren tegen brandschade verzekerd.

 Bron: Noord-Oost-Friese korenmolens en hun molenaars, W.T. Keune, 1970.

aanvullingen

trivia

Op de TMK staat de molen als Pelmolen aangegeven.
-----

(*) Volgens Ten Bruggencate was dit een pelmolen, een grondzeiler, en brandde hij in 1893 af.