Molen 't Fortuin uit Zee, Makkum

Makkum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
't Fortuin uit Zee
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03174 bis
oude dbnr.
V2776
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 03174 bis 't Fortuin uit Zee (Makkum)
Ansichtkaart 1922-1931 uitg. C. Toornstra, collectie P. van den Berg.

locatie

plaats
Makkum
plaatsaanduiding
Kleine Zijlroede oz.
gemeente
Súdwest-Fryslân, Fryslân
streek
Wûnseradiel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Makkum A (6) 1194 Jan Martens Kingma, koopman
geo positie
X: 156306, Y: 562691
N: 53.05110, O: 5.40669

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
versieringen

De gevelsteen werd omstreeks 1935 verwijderd, en ingemetseld in de zijgevel van Hylke Jans vroegere woonhuis aan het Vallaat. De steen toont ondermeer een door Hylke Jans Kingma ontworpen en gebouwd kofschip, en de namen Hylke Ians en die van zijn vrouw Ytie Hayes.

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1933 - 1934 gesloopt
geschiedenis

De olie- en pelmolen 't Fortuin uit Zee werd in 1764 in opdracht van Hylke Jans Kingma gebouwd door Yebe Dirks. De molen was vanaf de bouw tot aan de verkoop toen het bedrijf niet meer loonde, eigendom van de familie Kingma. De naam was toepasselijk, want de vrachtvaart en zeehandel hadden Kingma geen windeieren gelegd.

Na de bouw van de statige molen met witte stenen bijgebouwen bleven Hylke Jans Kingma en twee van zijn zoons, Jan en Maarten, aan de wal. Na het overlijden van hun vader werd de firma voortgezet als Jan en Marten Hylkesz. Kingma (1746-1825), later voor rekening van Marten alleen onder de naam Fa. M.H. Kingma. Met eigen schepen werd het lijn- en koolzaad aangevoerd, tot hij onder de Franse overheersing de schepen kwijtraakte omdat hij weigerde de Nederlandse vlag te strijken. Vanaf 1824 had hij weer schepen varen op de Oostzee en Frankrijk.

Marten Kingma en zijn zoon Hylke overleden in 1825 kort na elkaar, waarna jongste zoon Jan Kingma de onderneming voortzette. In 1840 nam hij na het afstoten van de andere familiezaken de oliemolen over, met hulp van zijn zoon Hylke. Voor het produceren van patentolie voor lampen werd de molen vergroot, verder werd hij ook ingericht voor het pellen van gerst. Voor zijn zoons Hylke en Herre Rinia kocht Jan in 1850 een oliemolen in Sneek (Tenbruggencatenummer 01441 d) die zij voor eigen rekening gingen exploiteren.

In 1860 werkte men er met negen mensen. De molen was voorzien van zelfzwichtende wieken, die voor een regelmatige gang zorgden. De bovenbouw van de molen was met spanen gedekt, de kap was met zink bekleed. Er was nog een derde firmant en broer, Marten Kingma. Die vertrok in 1862 naar Lemele en stichtte later in Lemelerveld een zuivelfabriek aldaar.

In 1871 vertrok Jan Hylke Kingma van Makkum naar Bolsward, waar hij onder de naam fa. Gebr. Kingma de door hem en zijn broer Tjeerd Herre gebouwde stoomoliemolen ging exploiteren. In 1871 overleed Jan Kingma en werd de Makkumer oliemolen beheerd door Tjeerd Herre en zijn zoon Eelco. Hij deelde mee in de erfenis, waaronder de molen in 1875, alles beschreven in 'dekzand, een familiegeschiedenis'. Beide andere zonen bleven op kantoor in Makkum en richtten een kassiersfirma op, waaruit in 1919 Kingma's Bank voortkwam.

In 1912 nam Eelco de Sneker olieslagerij over van zijn oom, tot hij deze in 1922 van de hand moest doen. Na 1926 bleef alleen de inmiddels hoogbejaarde Tjeerd Herre achter in de Makkumer olieslagerij, die hij om nostalgische redenen in stand wilde houden. De uit Bolsward afkomstige J.J. van Hettema werd belast met de exploitatie van de olieslagerij.

Na het overlijden van Tjeerd Herre Kingma op 16 maart 1930 werd de firma geliquideerd. In 1933 en 1934 werd de molen afgebroken en het hout bij openbare verkoping verkocht.

Bronnen o.a.:
- "Het oude Friese windmolenbedrijf", artikel door G.D. Wijnja in De Utskoat nr. 5, maart 1977.
- informatie van W.O. Bakker in De Utskoat nr. 7, aug. 1977.
- "Jeugdherinneringen van Rouke Klaas Henstra", Makkum 1996. Verzameling H. van der Kaay.
- "Een ondernemersgeslacht uit Makkum. De familie Kingma", art. door O. Gielstra in De Utskoat nr. 83, sept. 1996.
- "De olie- en pelmolen van de Fa. Kingma te Makkum", art. door O. Gielstra in De Utskoat nr. 88, dec.1997.
- "Het productieproces van de oliemolen van Kingma in Makkum", art. door O. Gielstra in De Utskoat nr. 92, dec. 1998.
- Boek "de Kingma Kroniek" van dr H. Nicolai (proefschrift) en van dezelfde auteur het boekje 'als we nu maar niet weelderig worden' over Tjeerd Herre Kingma, tot zijn dood in 1930 eigenaar van de molen.

aanvullingen

trivia

Afb. 1 toont links het restant van de (Voorste) Molen van Alta (Tenbruggencatenummer 03174 e), en rechts de olie- en pelmolen van Kingma.
-----

M.H. Kingma, oliemolen 't Fortuin uit Zee te Makkum, 1767-1932.
Bron: "Uit de knipseldoos nr. 54", art door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 96, dec. 1999.
-----

Van het hout van de afbraak is een voorzittershamer gesneden, die nog steeds wordt gebruikt tijdens vergaderingen van de familievereniging Kingma.
Herre Kingma, 22 nov. 2010.