De eerste vermelding van de zeemleermolen van Workum was in 1808, toen hij per jaar ƒ 3600 opbracht.
Op 14 april 1820 werd de molen verkocht bij het failissement van E.A. Everts te Workum. Later, in januari 1859, werd opnieuw de zeemtouwerij met windmolen op het Zuideinde van Workum verkocht. Bij die gelegenheid zal de molen ook van functie zijn veranderd, want op hetzelfde nummer (wijk F no. 78) werd op 7 oktober 1864 een korenmolen verkocht. Deze was "van 18 el vlugt, ingerigt voor Korenmolen, en als zoodanig in volle werking, met knechtswoning, bergplaatsen en erf."
De laatste vermelding dateert van de verkoop op 31 maart 1904, toen P.J. Ferwerda molenaar/gebruiker was. Deze vermeldde dat de molenaar ieder jaar ook ƒ 80 ontving aan maalgeld voor de omliggende landerijen. Dit geeft wel aan, dat de molen naast korenmolen ook watermolen was (wellicht na de brand van ca. 1880 zo ingericht). Bij deze verkoop werd vermeld, dat een eventuele koper de molen mocht afbreken en dat is dan ook gebeurd.
De molen bleef staan tot in de twintigste eeuw, toen hij in 1907 verbrandde.
Bron o.a.: De Molenaar nr. 88 (1985), blz 51/52 - 18 december.
Drs. D.M. Bunskoeke
Ansichtkaart, collectie Ton Meesters, rechts Molen De Koe/ Fekkesmole dbnr 2739
In 1853 wordt er een zeemleermolen vermeld in de gemeente Workum.
Bron: Het oude Friese windmolenbedrijf, artikel door G.D. Wijnja in De Utskoat nr. 3, september 1976.
-----
Op de TMK van ca. 1850 staat hij als Eekmolen vermeld.
Uit de waterstaatskaart van 1873 en de op. kaart van 1908 blijkt dat de molen (ook) als poldermolen diende, van polder 30.
Op de waterstaatskaart van 1922 staat een kleine poldermolen een stuk zuidelijker, aan de Burevaart.
-----
De eigenaar was Steegstra.
Bron: archief Ten Bruggencate.