De monniksmolen Ritsumaburen werd in 1859 gebouwd voor het Bestuur afdeling Ritsumerpolder te Marssum. Hij bemaalde de Ritsumerpolder ter grootte van 150 ha op de Harlingertrekvaart.
Na 1945 deed de molen geen dienst meer. De laatste eigenaar was de Gemeente Menaldumadeel. J. de Jong huurde de molen, de molenmakers waren J. Westra & Co. in Franeker.
In het voorjaar van 1966 [*] is de molen door toedoen van jongens verbrand.
Bron: "Herinneringen aan een verdwenen molen", artikel door Chris Visser in De Utskoat nr. 105, maart 2002.
-----
Het polderbestuur wilde de windkracht gaan vervangen door mechanische, aangezien er geen molenaar zou zijn om de molen te bedienen.
Bron: Leeuwarder Courant 1 maart 1956.
Blijkbaar werd er toch een molenaar gevonden, want het "muontsmountsje" bleef nog in bedrijf, zodat 'de Leeuwarders dit karakteristieke monumentje niet behoefden te missen wanneer ze hun traditionele ommetje over Marssum wandelden of fietsten'.
-----
Het bericht van de brand stond in de Leeuwarder Courant van 7 september 1965, dus vlak daarvoor moet de molen al zijn verbrand.
Dick Bunskoeke, 30 maart 2010.
Op 04-09-1870 berichtte de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant het volgende:
Ritzumazijl 31 Aug. Heden morgen had alhier een verschrikkelijk ongeluk plaats. Een meisje van vijf jaren, in de nabijheid van een molen spelende, schijnt ongemerkt daarin naar boven te zijn geklommen, waarna zij tusschen de raderen geraakte en letterlijk verbrijzeld werd.
Het slachtoffertje was het dochtertje van de molenaarsknecht. Zij heette Tjitske Aukes Atema, geboren te Deinum op 07-08-1865. Ze overleed op 29-08-1870 om 17.00 uur (Overlijdens- en geboorte akte – Allefriezen.nl)
Ingezonden door Caroline Schaeffer, 19 mei 2021