Molen Het Lam, Leeuwarden/ Ljouwert

Leeuwarden/ Ljouwert, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Het Lam
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
grutmolen, pelmolen, roggemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02982 h
oude dbnr.
V3190
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 02982 h Het Lam (Leeuwarden/ Ljouwert)
FAnsicht, uitsnede

locatie

plaats
Leeuwarden/ Ljouwert
plaatsaanduiding
aan de Westerbuitensingel, 0,3 km ten westen van De Oldenhove
gemeente
Leeuwarden, Fryslân
geo positie
X: 181661, Y: 579598
N: 53.20236, O: 5.78619

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1919 gedeeltelijk 1988 restant afgebroken
geschiedenis

In 1829 werd de molen op de Hoeksterpoortdwinger door een storm beschadigd, maar niet hersteld. In 1830 was het bolwerk waar de molen op stond grotendeels afgegraven –voor de aanleg van de Groningerstraatweg, de aarde was per schip weg gevoerd. In augustus 1830 werd de beschadigde molen geheel uit elkaar genomen en per schip verplaatst. Boer Doeke Wijgers Hellema schreef op 20 augustus 1830 in zijn dagboek dat men bezig was, alle raderen, roeden en verdere toebehoren van de beschadigde rogmolen per schip te vervoeren, hij wist toen niet waar de molen naar toe werd gebracht.*

Aanvragen om de molen te mogen verplaatsen naar een stuk land bij het Oud Blokhuis (de latere gevangenis) of naar het Kalverdijkje werden afgewezen. De molenonderdelen werden daarom van de Hoeksterpoortsdwinger overgebracht naar het Marssumerbinnenpad, de tegenwoordige Molenstraat (hoek Pier Panderstraat). Daar werd hij weer in elkaar gezet.

Uit dit krantenbericht blijkt dat Rients Joukes Sijtsema niet blij was met de verplaatsing van de molen naar de "stadsbuytensingel" (Leeuwarder Courant 27 jan. 1832):
"De ondergeteekende, Molenaar op den Molen het Lam genaamd, thans staande buiten de Vrouwenpoort alhier, acht het noodig ter kennisse van het publiek te brengen, dat hij sedert jaren heeft gedeeld in de gemeenschappelijke overeenkomst, tusschen de Molenaars binnen deze stad bestaande, en zich altijd overeenkomstig de bepalingen heeft gedragen; echter heeft men kunnen goedvinden, hem thans van die overeenkomst uit te sluiten, voorgevende dat zijn molen eertijds bij de Hoeksterpoort staande, was vernietigd; het is algemeen bekend en verdere vermelding onnoodig, dat de verplaatsing van zijnen Molen, geen verkiezing of vrije wil is geweest, maar een noodzakelijk gevolg, door het weggraven van den Dwinger, op welken plek gronds zijn Molen zich bevond; het is hierom dat de ondergeteekende ter bevordering zijner belangen dienstig oordeelt, aan alle Bakkers buiten deze stad woonachtig, bekend te maken, dat het maalgeld op zijn nieuwen Molen gesteld is als volgt: per Nederl. mudde Tarwe 22½ cents, het mudde Klein 24 cents en het mudde Graauw 10½ cents; verzoekende een ieders gunst, belovende eene accurate bediening. Leeuwarden, den 26 Januarij 1832. R.J. SIJTZEMA."
E. Zietsma, 31 jan. 2010.
-----

Naar alle waarschijnlijkheid is de molen een tijdje als pelmolen in gebruik geweest en dit wel vanaf 1842. Dit blijkt uit het volgende kranten bericht uit de Leeuwarder Courant, van 4 maart 1842: "De ondergetekende, Korenmolenaar op de Molen het Lam, staande aan het Marssumer binnenpad bij Leeuwarden, geeft zoo wel binnen als buiten de stad te kennen, dat hij van nu af aan het bedrijf van PELLER er bij zal uitoefenen, en houdt zich gerecommandeerd in ieders gunst. De consenten welke bij de Garst worden opgezonden, zullen van het pelloon worden gekort.
Leeuwarden, den 22 Februarij 1842. IJ. WIJGA.
Stefan Teeling, 4 april 2011.
-----

Op 16 juni 1860 werd de molen in 2 gelijke delen verkocht, waarna H.C. Flieringa Hz. zich hier als molenaar vestigde. In 1863 blijkt G. van Riessen de molen voor ƒ 300 per jaar te huren, in dat jaar werden opnieuw de twee helften van de molen verkocht op 3 november, waarbij ƒ 1451 en ƒ 1559 was geboden.

Blijkens onderstaande advertentie werd de molen in 1881 geveild:
"ROG- EN WEITMOLEN EN HUIS TE LEEUWARDEN
De Notaris A.T. HAAGSMA te Leeuwarden zal, ten verzoeke van den heer U. BOTTINGA, Candidaat-Notaris en Administrateur aldaar, op Dingsdag 21 Junij 1881 's avonds
zes uur, bij de Weduwe Oosterhoff aldaar, finaal veilen.
Een hechte, veel vertimmerde en uitmuntend onderhouden ROG- en WEITMOLEN,
HET LAM genaamd, met daarbij staand WOONHUIS en groot Erf, alles zeer geschikt staande en gelegen buiten de voormalige Vrouwenpoort, aan de Stadsgracht en den Stadsbuitensingel en het Marssumer Binnenpad te Leeuwarden, kadestraal bekend sectie D bos.433, Molen en Erf, groot 9 roede, 432, Voetpad groot 2 roede 70 el, en 278, Huis, groot 70 el, zamen 12 roede 40 el. thans in gebruik bij J.D. Sluiter tot
1 September 1881 en alsdan te aanvaarden. Geboden ƒ 6255,=.
Te bezien op den verkoopdag van 1-4 uur en overigens na bekomen vergunning."

In 1898 werd de molen voorzien van een gasmotor. Later werd de N.V. Fortuna eigenaar van deze molen, en was H.A. Vosman er molenaar op. Vosman kwam uit Heerenveen. De molen was toen een korenmolen speciaal voor het malen van gerst en mais, de aandrijving geschiede door wind- en stoomkracht. In 1901 werd als een van de eerste molens in Friesland de molen voorzien van zelfzwichting op de beide roeden, deze zelfzwichting werd aangebracht door de molenmaker J.H. Westra uit Franeker.

-----

Op 13-08-1907 berichtte Het Volk het volgende:

Doodelijke val. De molenaarsknecht v. d. L. te Leeuwarden viel Vrijdagmiddag uit den molen van den heer Vosman waar bij werkzaam was. De ongelukkige die naar het Diakonessenhuis werd vervoerd, overleed kort daarna. Hij was de kostwinner van zijn hoogbejaarde moeder.

Het Slachtoffer heette Gerrit van der Leij, geboren te Hijum. Hij overleed op 09-08-1907 om14.00 uur (Overlijdensakte – Allefriezen.nl)

Ingezonden door Caroline Schaeffer, 27-05-2021

-----

Molenmaker Westra kocht op 20 januari 1919 de roeden, de as, de koningsspil en de stelling, en de verdere afbraak tot de onderbouw volgde op 24 september.

Volgens molenaar A.H. Kees uit Leende werd (vermoedelijk door zijn vader) in 1919 een tweedehands kap gekocht voor molen 'Nooitgedacht' in Budel aan de Meemortel. Deze kap zou afkomstig zijn uit Leeuwarden. Mogelijk betreft het de kap van Het Lam. De as in die molen komt zeer waarschijnlijk niet uit Leeuwarden.

Het onderachtkant van de molen werd in de C.A.F.-winkel (v/h De Noordkant) verwerkt. In augustus 1988 werd de winkel afgebroken. Volgens het Friesch Dagblad van 29 juli werden de achtkantstijlen overgebracht naar de molenwerkplaats Tacoma te Stiens. Veel bijzonders was het niet meer, want zover het hout niet verrot was, was het zeer sterk door houtworm aangetast. Naar verluidt zijn de vrijkomende onderdelen bij de gemeente opgeslagen.

Bronnen en tekst:
- informatie van D. Swierstra in De Utskoat nr. 51, sept. 1988.
- "Met molenvriend Brunsmann op pad", art. in De Utskoat nr. 52, dec. 1988.
- D.M. Bunskoeke in "De Molenaar" 1982 nr. 51-52
Nico Jurgens, 22 okt. 2006.
-----

De kroniek van de Friese boer bevat slechts een selectie van de dagboeken van D.W. Hellema. Inmiddels zijn de complete dagboeken online. In 1831 schrijft hij:
"Wij hebben bevorens gemeld dat een Rogmolen op de dwinger bij de Hoekster poort staande, afgenomen en ingescheept wierd, waar naartoe konden wij toen niet zeggen; maar thans weten wij dat dezelfde molen bij de vrouwenpoort buiten de stad digt aan de gragt naast de herberg naar het vallaad opgerigt wordt op een koud steed; mijne nieuwsgierigheid dreef mij gister morgen derwaards, waar van het onderst huis bijkans met planken beschut waren, het gebint en zoo de gehele molen was op gerigt met de As, het hoofd en deszelfs toebehoren, dog alles was van buiten ongedekt, en scheen mij toe uit verscheidene verdiepingen te bestaan, dog waar van het gaande werk, de roeden en zwijgstellingen nog ontbraken."
De complete dagboeken zijn te downloaden, zie de externe link.
Margreet Nauta, 3 dec. 2017.

nog waarneembaar

aanvullingen

trivia

Deze molen is (gedeeltelijk) in bezit geweest van:

1860 Leeuwarden, notaris J. de Wal, Inv. nr. 076103 repertoirenrs. 310 en 314 d.d. 12 juni 1860, Provisionele en finale toewijzing:
Betreft de verkoop van de molen "Het Lam" met 2 huizen te Leeuwarden, koopsom ƒ 7773 - Enne Ykes Wijga te Harlingen als verkoper - Watze Kaastra te Huizum als verkoper - Jan Wijga te Leeuwarden als verkoper - Pier de Vries te Leeuwarden als verkoper - Jelle Wijga te Leeuwarden als verkoper - Ciprianus Johannes van der Veen te Leeuwarden als koper
Arno Rijpma, 10 jan. 2006.
-----

In 1839 legde de arrondissementsrechtbank Rients Joukes Sijtzema een geldboete op van maar liefst 100 gulden. In 1840 kwamen de eigenaars er genadiger van af, want toen werd de overtreding “met de rol geroyeerd”.
E. Zietsma, 31 jan. 2010.
-----

De afgebeelde meelloodjes zijn opgegraven door Tim Kauling, de meelloodjes werden bevestigd aan de meelzakken, op het loodje staat aan de voorzijde: Molen 't Lam, en aan de keerzijde staat: H.A. Vosman. Leeuwarden.

foto's

foto's