Op de kaart in het boek "Chronique ofte Historische geschiedenisse v. Vrieslant" uit 1622 staat de molen al aangegeven.
Op de Schotanusatlas uit 1664 staat de standerdmolen aangegeven aan de westkant van het dorp, bezuiden de Bolswarder trekvaart. In 1682 was Abel Douwes de molenaar.
Op 1 maart 1697 verkochten Willem Jacobs en Dieuwke Andries te Baard een huis, schuur en "de heerlijke weitmolen met seylen ende verdere mollenaersgereetschappen" voor 1500 goudgulden aan het echtpaar Jan Bauckes en Jeltie Pytters uit Aedens. Zij verkochten de molen in maart 1701 voor 1900 goudgulden door aan het echtpaar Haye Fockes ("molenaersknecht op der Bilt onder Vrouwenparochie") en Tietje Derks.
In 1712 werden Hessel Meinerts uit Driesum en zijn vrouw voor 2050 Caroliguldens de volgende eigenaren. De weduwe Gelske Minnes verkocht op 17 april 1719 voor voor 1842 Caroliguldens de molen weer terug aan Haye Fockes en zijn vrouw. Die verkocht hem op 5 juni 1719 alweer voor 1932 Caroliguldens door aan Sjoerd Tjepkes uit Hijlaard. Tjepkes (of zijn nazaten) bleef tot zeker 1749 de molen bemalen.
In 1782 wordt als meester molenaar Durk Sjoerds vermeld. In 1783 bood deze de bakkerij in Weidum te huur aan.
In 1832 was de molen eigendom van de weduwe van Sjoerd Durks, en Lourens Martens van der Molen was toen de molenaar.
Op 23 augustus 1834 vond er een publieke verkoping plaats van rogmolen met erf, hok en het huis, er werd 2455 goudgulden voor geboden. De molenaar Lourens Martens van der Molen bouwde voor zichzelf toen de nieuwe korenmolen in Oosterlittens (Tenbruggencatenummer 02970 f).
In 1856 werd de korenmolen in Baard afgebroken. Op de TMK van 1864 staat de molen in Baard nog wel aangegeven. De Mounewei herinnert steeds nog aan de molen.
Bronnen:
- "Drie korenmolens in Baarderadeel", artikel door W. Nijlunsing in De Utskoat nr. 31.
- "Nogmaals de drie korenmolens in Baarderadeel", artikel door D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 32, dec. 1983.
- "Uit de geschiedenis van Oosterlittens", J. Oostra Rzn., 1985.
