Ansichtkaart, serie 5, nr 5, Foto W.O. Bakker, opname 3 aug. 1957, DVM
De molen werd gebouwd tussen 1731 en 1756 door huurder Lolke Keimpes van Angema state om de 17 ha grote polder nr. 68 te bemalen. Aangezien de molen een vlucht had van 7½ m was dit wellicht de kleinst bekende spinnenkop.
Die boerderij werd van 1814 tot 1852 bewoond door B.T. Bakker, die in 1832 gedeeld eigenaar was van de molen.
In 1852 kwam R.J. Bakker-Jorritsma op de boerderij, in 1864 Y.B. Bakker, in 1902 J.J. van Abbema, in 1914 Y.J. van Abbema, in 1936 R. Sieperda, in 1946 F. Hooghiemster en in 1957 K. Anema.
In 1960-1970 werd het bovenhuis verwijderd, later het onderhuis verder gesloopt.
Bronnen:
- Watermolens in en om Oosterlittens, artikel door drs. D.M. Bunskoeke, in De Utskoat nr. 45.
- Enig nieuws over het molengebeuren, art. door J. Brunsmann in De Utskoat nr. 48, dec. 1987.
Ansichtkaart, coll. H. Noot
Aanvullende gegevens, ontleend aan de Oorlogsinventarisatie van de provincie Friesland uit 1942/1943
Kadastraal bekend: Gem. Baard, Sectie C, No. 479
Type: spinnekop met vierkante ondertoren, bekleed met hout
Bouwjaar: onbekend
Van elders afkomstig: nee
Hoogte van de molen: ca. 4,25 m
As en roeden: hout
Vlucht: 7,5 m
Wieksysteem: oud-hollands
Eigenaar: R. Sijperda, Oosterlittens
Molenaar: idem
Opvoerwerktuig: vijzel
Opvoerhoogte: ca. 0,70 m
Gem. waterverzet per uur: -
Te bemalen oppervlak: 13 ha 50 are (40 pondemaat)
In gebruik: ja, uitsluitend op windkracht
Staat van onderhoud: minder goed, de houten bekleding moet noodig hersteld worden, loopende werk in minder goede staat
Molenmaker: geen vaste
Windbelemmering: geen
Opmerkingen: de te bemalen landerijen met boerderij en molenerf behooren aan: Dirkje Sjoerds Oppedijk, wed. van Yme van Abbema, Leeuwarden. De pachters nemen bij taxatie de molen over.
Informatie van Leo van der Drift, 25 aug. 2009.
Ansichtkaart, coll. F. Weemaes