Molen Polder 363, Oosterend/ Easterein

aanvullingen

trivia

Aanvullende gegevens, ontleend aan de Oorlogsinventarisatie van de provincie Friesland uit 1942/1943

Kadastraal bekend: Gem. Oosterend, Sectie E, No. 146
Type: achtkante houten buitenkruier op gemetselde veldmuren; romp bekleed met hout waarover zinkbedekking
Bouwjaar: ca. 1870
Hoogte van de molen: 7,25 m
As en roeden: hout
Vlucht: 12,5 m
Wieksysteem: oud-hollands
Eigenaar: de molen is het gemeenschappelijk eigendom van de volgende personen:
L. Bouma, Oosterend; S. Miedema, Wommels; J. Heeg, Leeuwarden; Wed. P. Terpstra, Hijlaard; R. v.d. Valk, Oosterend Fr. en T. Hijlkema, Oosterend Fr.
Molenaar: T. Hijlkema, Oosterend Fr.
Opvoerwerktuig: vijzel
Opvoerhoogte: 1,50 m
Gem. waterverzet per uur: 575 m3
Te bemalen oppervlak: 59 ha
In gebruik: ja, uitsluitend op windkracht
Staat van onderhoud: is in erge mate aan onderhoud toe. Drijfwerk tamelijk goed,het huis is slecht.
Molenmaker: F. de Boer te Oosterend Fr.
Windbelemmering: van ZW tot NO van het dorp en de met boomen beplante weg

Op de Kadasterkaart 1811-1832, kaartblad Oosterend Sectie E (blad 3) nr. 146, staat hier reeds een molen aangegeven. Dit betreft mogelijk een voorganger. Als symbool is een cirkeltje gebruikt.
De molen komt nog voor op de TK van 1952, maar ontbreekt in de provinciale moleninventarisatie van 1957.

Informatie van Leo van der Drift, 9 aug. 2009.