4 koppel maalstenen en builwerk
op de baard stond: "De Vriendschap" en de letters G.S. en "anno 1867"
G.S. waren de initialen van Gerrit Struve
De molenas kwam van de gieterij firma Van Enthoven (Den Haag) en woog 6500 pond.
1867: Gerrit Struve liet de molen in 1867 bouwen.
1872: Gijsbertus Struve volgde in 1872 (12-07-1851 - 13-02-1934) zijn vader op
1878: Willem Zeger(s) Deetman werd eigenaar en hij had twee arbeiders in dienst in 1889, Gerrit Schuurman en Willem S. du Pree
Van januari 1891 tot ca augustus 1892 werkte er als knecht Petrus Johannes Franciscus Berkestijn (geb. te Zuylen op 25 maart 1850).
14-09-1892: Op 14 september 1892 verkocht Deetman de molen aan Willem van den Born die de molen al weer verkocht op 25 mei 1896 voor fl.12.000,--. aan Johan Willem Diederik Ernst Lodewijk de Monté verLoren te Zeist.
1896: Hendrik Dirk Schuurman werd molenaar/pachter
1899: Zijn zoon Hendrik kocht op 1 september 1922
1867: De molen werd in opdracht van Gerrit Struve gebouwd ter vervanging van de op 9 april 1867 afgebrande houten stellingmolen 'De Hoop' aan de Voorheuvel.
De eerste steen werd gelegd op 19 juli 1867, op 1 november in het zelfde jaar nog draaide de molen al.
1872: Op 5 september 1872 overleed molenaar Struve te Zeist, waarna zijn zoon Gijsbertus Struve (1851-1934) het molenaarsschap overnam . Gerrit huwde in 1877 met Maria van Tellingen (1849-1903)
1877:Weekbode Zeist 1877 nr 24:
Op 12 juni 1877 is door blikseminslag één der roeden verbrijzeld. Dinsdagochtend 12 juni omstreeks half acht ontlaste zich boven deze gemeente een zwaar onweder. In de korenmolen van de weduwe Struver aan de Mac Adamweg naar ‘t Huis ter Heide' Bergweg sloeg de bliksem in, welke, zonder brand te veroorzaken, één der wieken verbrijzelde en belangrijke schade aan het gebouw veroorzaakte. Op het luiden der brandklok was onze schutterij en de brandweer met hun drie spuiten spoedig ter plaatse aanwezig; gelukkig konden allen dadelijk huiswaarts keeren.
16-06-1877: De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad
Boven Zeist sloeg, bij een fel onweder op l.l. Dinsdag, in den korenmolen van de wed. Struve aan den Mac-Adamweg de bliksem, welke, zonder brand te veroorzaken, een deer wieken verbrijzelde en belangrijke schade aan het gebouw toebracht.
29-10-1878: De koren- en moutmolen werd op een veiling verkocht.
Willem Zeger(s) Deetman werd eigenaar en hij had twee arbeiders in dienst in 1889,
Gerrit Schuurman en Willem S. du Pree, die wel 50 jaren in dienst bleef.
Van januari 1891 tot ca augustus 1892 werkte er als knecht Petrus Johannes Franciscus Berkestijn (geb. te Zuylen op 25 maart 1850).
14-09-1892: Deetman verkocht de molen, de woning, het erf, tuin- en bouwgrond voor fl 12.050,--.
14-09-1892: De nieuwe eigenaar/molenaar was Willem van den Born
25-05-1896: Willem van den Born verkocht de molen voor fl.12.000,--. aan Johan Willem Diederik Ernst Lodewijk de Monté verLoren te Zeist.
Molenaar werd toen in 1896 Hendrik Dirk Schuurman, hij kwam als pachter/molenaar van molen De Klomp over naar De Vriendschap.
01-09-1922: Kocht Hendrik Dirk Schuurman (31-01-1855 - 06-11-1934) de molen, waar ook zijn beide zoons werkten. (13) (15) (17)
Zijn oudste zoon Willem (11-04-1889 - 21-04-1922) kwam in dat jaar bij een bedrijfsongeval om het leven.
1925: kap en wieken verwijderd, er werd overgegaan op electro en het bedrijf werd uitgebreid met een hamermolen en een pakhuis
1927: Wegens ernstige windbelemmering door de toenemende bebouwing rond de molen en omdat het gevlucht aan een kostbaar herstel toe waren, werd in 1927 de molen ontdaan van gevlucht, kap en stelling en werd overgestapt op elektrische aandrijving van de molenstenen en werd de romp verder benut als pakhuis.
Zoon Hendrik zette het bedrijf voort nadat zijn vader in 1934 ‘in het harnas’ op de molen was gestorven.
Anna de Greef (1858–1917). (16) Het echtpaar had twee zonen, Willem (1889–1922) en Hendrik (1895–1956). Het gezin woonde in de molen totdat in 1902 ernaast een molenaarswoning werd gebouwd. De eerste steen van de woning werd gelegd door de pas 13 maanden oude Johan Philip de Monté verLoren. Wegens ernstige windbelemmering door de toenemende bebouwing rond de molen en omdat het gevlucht aan een kostbaar herstel toe waren, werd in 1927 de molen ontdaan van gevlucht, kap en stelling en werd overgestapt op elektrische aandrijving van de molenstenen en werd de romp verder benut als pakhuis
De molen werd na de Tweede Wereldoorlog verder gemechaniseerd. Er werd volop gemalen.
1960: De molen ging over aan Hendriks zoon, Evert Schuurman.
Zijn zoon Hendrik kocht de molen voor fl. 12.500,-- en werd eigenaar/molenaar.
22-07-1960: De molen en het bedrijf ging over naar zoon Evert Schuurman. Hij nam nog een hamermolen in bedrijf en werd het bakkersgemaal stopgezet om geheel te kunnen overschakelen op het leveren van mengvoeders en op de fouragehandel (levering van stro, hooi, en turfmolm).
In de romp stonden op de zes zolders diverse mengketels, koekenbrekers, transportschroeven enz.
H.D. Schuurman sr. overleed in 1957. Zoon Hendrik overleed in 1934.
22-07-1960: De molen en het bedrijf ging over naar zoon Evert Schuurman. Hij nam nog een hamermolen in bedrijf en werd het bakkersgemaal stopgezet om geheel te kunnen overschakelen op het leveren van mengvoeders en op de fouragehandel (levering van stro, hooi, en turfmolm).
In de romp stonden op de zes zolders diverse mengketels, koekenbrekers, transportschroeven enz.
1981: In 1981 verliet het bedrijf van Schuurman de oude vestigingsplaats aan de Bergweg en verhuisde naar de Van Reenenweg. Hierna werd de molenromp gesloopt om plaats te maken voor nieuw te bouwen winkels en kantoorruimte.
1981: Tot aan de sloop in 1981 was in de molenromp en bijbehorende schuren fouragehandel ‘Schuurman de molen’ gevestigd.
(ca 1910) Het interieur van molen ‘De Vriendschap’, schoolplaat van Cornelis Jetses. Hierop is afgebeeld Hendrik Dirk Schuurman (1887–1934) bij het maalwerktuig; voorts ziet men zijn zoons Willem (1889–1922) die op de achtergrond bezig is een molensteen te billen, en Hendrik (1895–1956) die uit het trapgat omhoog komt (links). Willem du Pree, die vijftig jaar op de molen werkte, staat onder de trap.
De molenas kwam van de gieterij firma Van Enthoven (Den Haag) en woog 6500 pond.
De molen had een stelling van 90 voet hoog, van onder 32 en van boven 8 voet breed, waarvoor 300.000 bakstenen zijn gebruikt.
kadaster sectie B nr 8009