De molen ontleende zijn naam aan vroegere bewoners, de familie Goofers.
Nadat de houten molen in juli 1911 afbrandde, werd er een achtkante Friese korenmolen voor in de plaats gezet op stenen veldmuren.
In 1936 verkocht Goofers zijn molen aan G.J.H. Peeters-Kessels.
Deze molen was tot 11 november 1944 eigendom van de familie Peters-Kessels.
Op die dag bliezen de terugtrekkende Duitsers de molen op.
Op 14 november 1945 bood molenaar Peeters diverse onderdelen van de vernielde molen te koop aan waaronder een ijzeren as.
Bron ondermeer: informatie van W.O. Bakker in Uit ons prentenkabinet, De Utskoat nr. 57, maart 1990.
Volgens Nog meer molens over de grenzen, art. door E.G.M. Esselink in De Utskoat nr. 92, dec. 1998, werd voor de herbouw een Friese poldermolen gebruikt.
*Het zou kunnen zijn dat dbnr. 1587 werd gebruikt bij de herbouw van deze molen. Het is zeker dat die molen zorgvuldig werd gedemonteerd om elders weer te kunnen worden opgebouwd.
D. Bunskoeke, 23 dec. 2011.
Foto: coll. F. Weemaes, 1944
Afbeeldingen uit Blerick in beelden, van dorp tot stadsdeel.
Informatie van Will Janssen, 11 oktober 2009
Achterop De Utskoat nr. 55, sept. 1989, staat nog een andere foto van de molen.