Molen Sint Antonius, Weert-Laar

Weert-Laar, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
Sint Antonius
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1959
bedrijfsvaardigheid
In restauratie
bestemming
V/h. het malen van graan, thans buiten bedrijf
adres
Neelenweg 17
6003 NR Weert
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02804
oude dbnr.
B434
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 02804 Sint Antonius (Weert-Laar)
De molen heeft nu het Oud-Hollands systeem
en draait weer vanaf Monumentendag 2013.
Anke Verheul (15-9-2013).

locatie

plaats
Weert-Laar
gemeente
Weert, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Weert, sectie W, nr. 412
geo positie
X: 177985, Y: 365218
N: 51.27580, O: 5.71660
biotoopwaarde
5 (goed)
landschappelijke waarde
Zeer groot maar de industrie rukt op

contact en bezoek

bezoek/postadres
Neelenweg 17
6003 NR Weert
molenaar
(geen vaste molenaar)
telefoon
06-2239 5665
website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden
op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
De koning is van gewalst ijzer, het spoorwiel van gietijzer met houten tanden en het (steen)rondsel is van gietijzer
fietsroute
fietsroute in de buurt van Sint Antonius via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
Ronde stenen molen, gedeeltelijk gepleisterd en gewit
kap
Gedekt met dakleer
inrichting
Eén koppel 17der kunststenen; elevator, mengketel, elektrisch luiwerk
versieringen
Eenvoudige baard met geschulpte rand, donkergroen geverfd met witte bies en in witte letters het opschrift 'St Antonius'.

Achterbaard donkergroen geverfd met witte bies met het opschrift "Anno1903"

Het niet-gepleisterde deel van de romp is voorzien van fraaie geverfde 'speklagen'.
plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Engels; kruilier
vlucht
25,00 m.
vang
Vlaamse vang; vangbalk met haak; vangstok
overbrenging
Bovenwiel 58 kammen
Bovenbonkelaar 33 kammen
Spoorwiel 160 tanden
Steenwiel 56 tanden
Overbrengingsverhouding 1 : 5,02
hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Derckx ✉︎ 514 buiten 1985 1986 buiten aanw. 25,00
Derckx ✉︎ 515 binnen 1986 1986 binnen aanw. 25,00
Pot ✉︎ ? binnen ? 1957 binnen 1985 25,00
Pot ✉︎ ? buiten ? 1957 buiten 1985 25,00
wiekverbeteringen
Lang geleden was deze molen uitgerust met zelfzwichting op één roede. Later is die weer verwijderd. In 1959, bij herstel van de zware stormschade van 1954, werd het systeem Van Bussel met neusremkleppen aangebracht. In 2013 is dit gewijzigd in Oud-Hollands.
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
NSBM Fyenoord ✉︎ g.n. 1843 1957 aanw.

eigendom

eigenaar
Bas en Anke Verheul-Beenders
eigendomsvorm
Prive
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
In restauratie
bestemming
V/h. het malen van graan, thans buiten bedrijf
omwentelingen
geschiedenis
Deze molen is gelegen op Laar, een buurtschap tussen Hushoven en Nederweert.
Theodorus Seerden, die op Nederweert-Eind woonde en daar molenpachter of molenaarsknecht was, bezat op de Bolketerakker een perceel bouwland, waarop hij een windmolen wilde laten bouwen. In 1902 vroeg hij daarvoor toestemming aan Gedeputeerde Staten en het gemeentebestuur van Weert. De toestemming werd verleend onder voorwaarde dat de windmolen tenminste 50 meter van de weg zou worden gebouwd. Deze voorwaarden had Peter Souts bedongen, die naast het perceel van Seerden een perceel bouwland in eigendom had. Hij baseerde zijn eis op het Reglement op de Openbare Wegen en Voetpaden in het Hertogdom Limburg van 1891. Dit is de reden, dat de molen op enige afstand van de weg staat.
Seerden zag van de bouw af. Of hij verkocht de pas gereedgekomen molen aan Cornelis Looyen, die molenaar op de standaardmolen van Nederweert-Budschop was. In 1911 werd bij de Laardermolen een molenaarshuis gebouwd. Looyen verkocht de molen met huis en tuin in 1919 aan Jan Mathijs Bruekers (spreek uit: Breukers). In die tijd maalde zijn broer Jacques op de windmolen van Roeven, een andere broer stond op de molen van Nederweert-Eind. Hun vader was Pierre Bruekers, destijds molenaar op Roeven.

In het begin van de jaren twintig waren enige windmolens in Weert en Nederweert voorzien van zelfzwichting. Mathieu Bruekers had eveneens interesse voor dit systeem. Zijn voorkeur ging uit naar een kleppenregeling met een zwicht- of regelstang door de as, die aan de staart van gewichten kon worden voorzien om de kleppen in een bepaalde stand te houden. Om dit aan te kunnen brengen moest de bovenas worden doorboord. Helaas verliep de boor tijdens het draaien; Bruekers liet toen een zwichtring aanbrengen. In die tijd stond onderin de molen een maalstoel en in een kazemat van de molenberg de zuiggasmotor. In 1935 werd deze vervangen door een staande gloeikop-ruwoliemotor van het merk Koppen & Frings uit Maastricht.
In 1949 verkocht Mathieu Bruekers de windmolen, die toen aan de Bullesweg stond, wegens gebrek aan een opvolger aan zijn pachter Janus de Wild. Eerder had deze bij Clijsters op Keent, A. Veugen te Ospel en Jan Verhagen op Boeket gewerkt. In 1949 en 1950 had De Wild de molen door de molenmakers Willem en Jos Adriaens uit Weert een herstelbeurt laten geven, waarna de molen in prima staat verkeerde.

Op 4 december 1954 kwam Limburg in de greep van een hevige storm. De molen op Laar werd er het slachtoffer van: een kruipaal en de vang begaven het, waarna de molen op hol sloeg. Het gevlucht werd met as en al uit de kap gerukt en viel op het magazijn. De schade was bijzonder groot. De Wild stelde echter alles in het werk om zijn molen te laten herstellen.
 
Na veel voorbereiding werd daarmee in februari 1957 een begin gemaakt. Van de afgebroken windmolen te De Mortel bij Gemert (N.B.) werden roeden, bovenas en -wiel gekocht. De bovenas (fabrikaat Fyenoord 1843), is voor Limburgse begrippen ongewoon kort. Het gangwerk, bestaande uit een stalen koningspil met gietijzeren spoorwiel en dito rondsels, is afkomstig van de windmolen van Wolfshuis bij Bemelen. Het koppel Jaspers-kunststenen is afkomstig van de Boonesmolen te Weert. Modern is hier ook de toepassing van een kruilier met rondgaande ketting.
In Bruekers' tijd lagen er twee koppel stenen. De koningspil was aan de onderzijde op de steenzolder met een zware taats in een pot gelagerd. Aan de bovenzijde bevindt zich een kussenblok. De houten bonkelaar is op een zwaar klauwijzer gemonteerd, dat op de kop van de spil ingrijpt. Hierdoor is een beweegbare koppeling verkregen, waardoor de invloed van het overkruien van de kap op de koningsspil is opgeheven.

Op deze windmolen werd vroeger, zoals ook op andere Weerter molens, veel bakrogge gemalen. Het zelf bakken van tarwebrood en de consumptie van roggebrood namen af naarmate de welvaart en daarmee het gebruik van witbrood toenam. Bruekers had in zijn tijd reeds een grote graanreiniger aangeschaft om bakrogge van onkruid e.d. te ontdoen. Bovendien had hij een buil voor het zeven van bloem uit tarwemeel. De molen van Laar behoorde destijds tot de best ingerichte windmolens van Weert.
De Wild plaatste in het midden van de jaren vijftig een mengketel en een hamermolen met een Cüldner-dieselmotor, een combinatie die destijds in Midden-Limburg meer voorkwam.
Maar op den duur was het zelf fabriceren van veevoer niet meer lonend. Na de windmolen werd ook de hamermolen stilgezet en werd er nog uitsluitend handel gedreven. De Wild liet de molen nog wel eens draaien, maar dat werd een uitzondering.

Omstreeks 1970 werd het bedrijf stilgelegd, de kinderen hadden geen interesse voor overname. Na het overlijden van het echtpaar De Wild-Houben werden in 1984 bij de boedelscheiding molen, huis, tuin, schuur en erf toegewezen aan dochter Petra, gehuwd met oud-molenmaker Jan Litjens.

Inmiddels was de molen, die al jaren niet meer had gedraaid en in verval was geraakt, aan groot herstel toe. Eind 1985 kon hiermee worden begonnen. Kap (grotendeels), staart en gevlucht werden vernieuwd en het gangwerk hersteld. Met een groots feest werd de molen op 6 juni 1987 weer in bedrijf gesteld.
Niet veel later - naar verluidt al in 1988 - volgde stilstand, en jaren later werd de molen met omringende landerijen en woonhuis, te koop gezet.

In 2006 volgde de verkoop. In mei 2010 werd er enige tijd weer gedraaid maar dat kon niet worden voortgezet, vanwege de toestand van wiekenkruis en staart.
In 2013 en 2014 hebben beide eigenaren, grotendeels in eigen beheer, de molen gerestaureerd. De roeden werden voor een grondige opknapbeurt tijdelijk verwijderd; het tot dan toe aanwezige Van Busselsysteem werd vervangen door Oud-Hollands. Ook een korte schoor is vervangen en verschillende andere werkzaamheden zijn uitgevoerd waardoor de molen na ruim 27 jaar weer draaivaardig was.

De molen heeft weer toekomst maar de ontwikkelingen van een industrieterrein op kortere afstand geven toch aanleiding tot zorgen. Er is geen vaste molenaar maar met de Molenstichting Weerterland zijn afspraken gemaakt om deze molen van tijd tot tijd in beweging te zetten.

aanvullingen

toelichting naam
Bij de bouw in 1903 kreeg deze molen de naam „Kalfjesmolen". De naam „Sint Antonius" dateert uit 1959, toen de molen na herstel van de zware stormschade maalvaardig werd opgeleverd. 

foto's

foto's