Molen De Witte Molen, Posterholt

Posterholt, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
De Witte Molen
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02789
oude dbnr.
V962
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 02789 De Witte Molen (Posterholt)
Ansichtkaart Serie 53 nr. 4

locatie

plaats
Posterholt
gemeente
Roerdalen, Limburg
streek
Midden-Limburg
geo positie
X: 200138, Y: 348668
N: 51.12571, O: 6.03197

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
25 m
overbrenging

Op de molen lagen een koppel 17-er blauwe Duitse stenen en een koppel 17-er kunststenen.

Beide koppel waren van een regulateur voorzien

Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Pot ✉︎ ? ? 1926 buiten 1945 ?
Fransen ✉︎ g.n. binnen 1925 1925? binnen 1945 25,10
wiekverbeteringen

Door de Gebr. Sjang en Sjef Hendrickx uit Beegden en Heel werden een gebruikte ijzeren Potroede en een nieuwe stalen roede, gebouwd door de Gebr. Fransen te Vierlingsbeek, gestoken.

over de as

In de jaren twintig brak de houten askop en het houten gevlucht stortte neer. De molen kreeg een gietijzeren as, afkomstig van de achtkante stellingmolen, de Teurlingsmolen, op het Rosmolenplein in Tilburg, die in 1926 werd onttakeld. 

afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1867 verbrand en herbouwd
verdwenen
door oorlogsgeweld
geschiedenis

Jan (Sjang) Verbeek was afkomstig uit Geldrop bij Eindhoven (N.B.). Hij werkte op de Zwarte Molen en wilde in 1847 de molen van de familie Janssens kopen. De transactie ging toen echter niet door.

In 1856 vroeg Jan (Sjang) Verbeek te Posterholt aan het provinciaal bestuur toestemming voor de bouw van een windmolen. Verbeek maakte geen gebruik van de vergunning, dat deed Peter Smeets, landbouwer, brouwer en wethouder van Posterholt. Smeets was voogd over de minderjarige Gerardus Bosch met wie hij een stuk bouwland in de buurtschap de Donk, 'Op den Donkerweg', ruilde. Op dat stuk land liet hij de molen bouwen.

In 1857 was de molen gereed. Peter Smeets en Gerardus Bosch waren samen eigenaar. Zij verkochten de molen nog in hetzelfde jaar aan de landbouwer Bartholomeus van Appeven te Posterholt.
In 1867 brandde de molen af en Van Appeven verkocht het erf aan Jan (Sjang) Verbeek, die de molen liet herbouwen en een jaar later in gebruik nam. 

Sjang Verbeek bleef twee jaar in bezit van de Witte Molen. In 1870 werd Mechtitdis Jeurissen, de weduwe van Hendrik Reumers te Posterholt door koop eigenaresse. In 1890 verkochten de erfgenamen de molen aan Lambert Verbeek te Posterholt. 

In de loop van de jaren kwamen in de familie Verbeek een aantal boedelscheidingen voor. Als molenaars in Posterholt worden omstreeks de eeuwwisseling genoemd: Lambert, Jacobus en Sjang Verbeek; in 1901 en volgende jaren Lamben, Louis en Jean Verbeek; in 1905 Louis Verbeek en tenslotte in 1935 en volgende jaren de Gebr. Sjang en Sef Verbeek (Johannes Joseph Ludovicus en Joseph Antonius Maria). Zij waren de laatste eigenaren.

De Witte Molen was een fraaie slanke molen op een hoge berg met een vlucht van 25 m. In de jaren twintig brak de houten askop en het houten gevlucht stortte neer. De molen kreeg een gietijzeren as, afkomstig van de achtkante stellingmolen, de Teurlingsmolen, op het Rosmolenplein in Tilburg, die in 1926 werd onttakeld.

Door de Gebr. Sjang en Sjef Hendrickx uit Beegden en Heel werden tevens een gebruikte ijzeren Potroede en een nieuwe stalen roede, gebouwd door de Gebr. Fransen te Vierlingsbeek, gestoken. Op de molen lagen een koppel 17-er blauwe Duitse stenen en een koppel 17-er kunststenen. Beide koppel waren van een regulateur voorzien, die de maaldruk van de stenen en daarmee de draaisnelheid van de molen regelde. De handbediening van de steenlicht kon grotendeels achterwege blijven. Bij niet te grote uitschieters van de windsnelheid kon een goed gebouwde en goed afgestelde regulateur de windmolen automatisch regelen. Vooral Sjang Hendrickx was een specialist op dit gebied. Een regulateur noemde hij "het meulke".

In de jaren dertig na de koop van de Zwarte Molen werd door de Gebr. Hendrickx een elektrisch drijfwerk op een van de twee koppel stenen aangebracht. Dit drijfwerk bestond uit een horizontale as, die met een riem door een elektromotor werd aangedreven. en een conische tandwieloverbrenging op de steenspil. Het staakijzer met het rondsel werd gehandhaafd voor de aandrijving van de koning waarop het luiwerk en de mengketel waren aangesloten. Ook stond op een van de zolders nog een koekenbreker. waarmee lijnkoeken werden gebroken voordat deze tot meel werden vermalen. Werd er elektrisch gemalen. dan werden enige kammen uit het aswiel genomen. zodat de koning vrij kon draaien.

In de zomer van 1943 brachten de Gebr. Hendrickx op aanwijzingen van Chr. van Bussel uit Weert stroomlijnwieken aan, voorzien van uitneembare stormborden of steekborden. In 1944 vond nog een grote herstelbeurt plaats. Begin september van dat jaar zouden de wiekverbetering en het herstel met een groot molenfeest gevierd worden. Vanwege de dichterbij komende oorlogshandelingen bleef het feest tot een kleine kring beperkt.

Posterholt nam evenals Montfort in november 1944 duizenden evacués op, afkomstig uit de dorpen in bet frontgebied van de Roerdriehoek. Onder zeer moeilijke omstandigheden hebben de windmolens van oktober 1944 tot half januari 1945 gemalen om het benodigde meel voor de broodvoorziening te kunnen leveren. Andere vormen van energie dan wind waren in Posterholt niet meer beschikbaar.

In de nacht van 24 op 25 januari 1945 werden beide molens boven de molenberg door de Duitsers opgeblazen en verdwenen daardoor voorgoed uit het landschap. In de vroege ochtend van 25 januari werd Posterholt bevrijd. Dezelfde dag werd het dorp zo hevig door Duitse artillerie beschoten dat een groot gedeelte van de bevolking op Brits bevel naar het zuiden geëvacueerd moest worden.

Chr. van Bussel uit Weert stelde op 19 mei 1945 een schaderapport voor beide molens op. Zij werden echter niet meer herbouwd. De Gebr. Verbeek schakelden op een elektrische maalderij over. Gedurende een eeuw was Verbeek een bekende molenaarsfamilie in Limburg. Nakomelingen van Jan Verbeek vestigden zich op wind- en watermolens in Posterholt, St. Odiliënberg, Neu-Haaren (Duits grensgebied), Ubachsberg en Vlodrop.

aanvullingen

trivia

NB De aangegeven locatie is een schatting naar de TK van 1936.