Molen Polder Nieuw Pendrecht, Pendrechtse molen, Rotterdam, stadsdeel Charlois

Rotterdam, stadsdeel Charlois, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Nieuw Pendrecht, Pendrechtse molen
modeltype
Ronde molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02767
oude dbnr.
V1551
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 02767 Polder Nieuw Pendrecht, Pendrechtse molen (Rotterdam, stadsdeel Charlois)
Foto: n.n. (uit 1987)

locatie

plaats
Rotterdam, stadsdeel Charlois
plaatsaanduiding
ten Z van kruispunt Groene Kruisweg met rijksweg A15, Oude Koedood
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
streek
IJsselmonde
kadastrale aanduiding 1811-1832
Rhoon B (2) 236 De Polder Nieuw Pendrecht
geo positie
X: 90713, Y: 431206
N: 51.86570, O: 4.45384

constructie

modeltype
Ronde molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
versieringen

aan de westkant van de molen boven het raam is een gevelsteen ingemetseld met deze tekst:


DEESE MOOLE IS GESTIGT
ONDER HET BESTIER VAN
PIETER SANDWEG DIJKGRAAFF
IAN ARIENSE KLEINE ARY SPRUIT
GERRIT BARENDREGT EN ARY CORNLs KLEINE
HEEMRADEN ZIJNDE
DEN EERSTE STEEN GELEGT DOOR
ARY IANSE KLEINE
IN'T JAAR MDCCXXXI

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
21,50 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
geschiedenis

Molen van de polder Nieuw Pendrecht, 123 hectare

De polder Nieuw Pendrecht behoorde vroeger tot de gemeente Rhoon.
Pendrecht is nu een wijk in het zuiden van de Rotterdamse deelgemeente Charlois.
Pendrecht wordt begrensd door de Groene Kruisweg in het westen, de Oldegaarde in het noorden, de Zuiderparkweg in het oosten en de Charloisse Lagedijk in het zuiden.
Info: Wikipedia

In het jaar 1731 werd de oude wipmolen, waarschijnlijk wegens bouwvalligheid, afgebroken en op precies dezelfde plaats de huidige rondstenen watermolen gebouwd, waarvan het complete bestek teruggevonden is.
De eerste steen werd gelegd door Ary Janse Kleine.

Vermoedelijk was de ronde stenen molen een slag groter gebouwd, waarna de ruimte in de molen in 1842 werd verbouwd tot woning.

In 1904 werd de molen onbewoonbaar verklaard. De molenaar woonde er toen samen met vrouw en vier kinderen. Hij vertrok naar een eigen huisje aan de Chairlosse Lagedijk en ontving van het polderbestuur schadeloosstelling. Daarom besloot het polderbestuur niet zelf een molenaarshuisje te bouwen in de onmiddellijke omgeving van de molen. Dat is ze later nog opgebroken, omdat het moeilijk was een nieuwe molenaar te vinden vanwege het ontbreken van een woning.

In 1924 werd in de molen een motor geplaatst, die met behulp van drijfstangen een pomp aandreef, die naast de molen stond opgesteld. De afhankelijkheid van de wind werd een probleem, temeer omdat het agrarisch bedrijf steeds hogere eisen ging stellen aan de beheersing van het waterpeil.

In 1933 werd de werking van de watermolen verbeterd door het aanbrengen van z.g.n. Dekkerwieken.
Als zodanig heeft de molen tot tot 1958 dienst gedaan: in dat jaar werd het waterpeil van de Koedood verlaagd. De daarop aanliggende polders konden nu hun overtollige polderwater op een natuurlijke manier daarin aflaten, waarmee de molenfunctie verviel.
Inmiddels was de Pendrechtse Molen de enig overgebleven windwatermolen van het eiland IJsselmonde geworden. Ooit waren dat er meer dan 50!.

De Pendrechtse molen werd verkocht aan de Charloisse tandarts Jungerius.
Hij knapte de buitenkant op en verving de Dekkerwieken door een Oudhollands wiekenkruis.
De binnenkant van de molen werd leeg gesloopt en verbouwd tot tweede woning.
Nadat de Pendrechtse molen geruime tijd verwaarloosd werd, ging hij over in andere handen. De Aannemers Combinatie Zuidelijke Randweg kocht de molen om de molen voor verder verval te behoeden. De molen ging weer over in andere handen voor een bedrag van 17.500 gulden gekocht door de gemeente Rotterdam in 1973 en voerde een restauratie uit. Na 5 jaar werd een maalvaardige molen opgeleverd, die door een vrijwillige molenaar op geregelde tijden in bedrijf werd gesteld.
Ondertussen veranderde de omgeving van de molen sterk: allereerst werd een stoomtrambaan in de noordwest-hoek van de polder aangelegd, waarna de Groene Kruisweg volgde. Later werd het Havenspoor door hetzelfde deel van de polder aangelegd. In de zeventiger jaren volgde de aanleg van de zuidelijke onderweg: A-15. Aan de zuidkant van deze weg werd een groot benzinestation gebouwd. Tenslotte volgde de aanleg van het bedrijventerrein Charloisse Lagendijk, waardoor de directe omgeving van de Pendrechtse molen haar polderlijke aanzien verloor. Uiteindelijk is in 1993 de molen naar een plek een kleine drie kilometer oostelijker verplaatst, waar hij nu dus nog aanwezig is.

De Rotterdamse woonwijk Pendrecht is vernoemd naar de voormalige heerlijkheid met dezelfde naam en ligt in de voormalige polder Charlois.
De woonwijk ligt ten noorden van de Charloisse Lagedijk en de polder Nieuw- en Oud-Pendrecht liggen ten zuiden van diezelfde dijk. Woonwijk en polders hebben een (deel van de) naam gemeenschappelijk maar liggen naast en tegen elkaar.
De Pendrechtse Molen is in 1933 verdekkerd door de molenmakers Gebroeders Van Beek uit Nieuwe-Wetering. Daarmee heeft de molen gemalen tot de buiten-dienst-stelling in 1958.
Bij het aanbrengen van de verdekkering is de wachtdeur naar voor geplaatst. Dan is er ruimte voor de molen om met minder tegendruk op gang te kunnen komen, want daar kunnen verdekkerde molens moeite mee hebben. Het probleem was, dat deze verplaatste wachtdeur bleef lekken en daarom wilde het polderbestuur het laatste deel van de rekening niet betalen. Nog in 1935 reclameerde de molenmaker hierover.

Adriaan Dekker (die van de dekkerwiek) was in 1942 gevraagd om toezicht te houden op de molen. Hij stelde in dat jaar een rapport op om een financiƫle bijdrage te vragen aan de Duitse Werhmacht, omdat die de waterkering tussen het door hen ingenomen vliegveld Waalhaven en de polder Nieuw-Pendrecht had doorgestoken, waarmee de molen ook dat gebied ging bemalen.
In 1944 werd Dekker gevraagd het polderbestuur te adviseren vanwege problemen met het voortdurend breken van kruirollen. Hij stelde vast dat de middenbalk gekraakt was, doordat de molenaar te weinig aandacht aan die gebroken kruirollen besteedde. Dekker adviseerde de lange spuit voor in de kap te leggen en daarbij een tweedehands ijzeren molenroede te gebruiken.
Dekker werd eind 1958 met terugwerkende kracht in 1957 ontslagen vanwege het buiten gebruik stellen van de molen, nadat eind 1958 het gemaal Breman aan de Oude Maas-kant van de Koedood de bemaling voor meerdere polders overnam.

Informatie van Barend Zinkweg, (molenaar van de Pendrechtse Molen), 18 maart 2018