Molen korenmolen zonder naam, Aalden

Aalden, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
korenmolen zonder naam
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02748 a
oude dbnr.
V2680
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 02748 a korenmolen zonder naam (Aalden)

Ansichtkaart, coll. DVM

locatie

plaats
Aalden
plaatsaanduiding
ten Z van de plaats, Molenwijk
gemeente
Coevorden, Drenthe
streek
Hondsrug
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zweeloo G (30) ?
geo positie
X: 245128, Y: 534665
N: 52.79176, O: 6.72337

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier rietgedekt op stenen onderstuk van ca 2m hoogte
kap
rietgedekte kap
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1906 onttakeld 1923 gesloopt
eigendomshistorie

Casper Pauw tot de afbraak in 1923                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                       

geschiedenis

Dit was oorspronkelijk een volmolen. Uit belastingregisters tussen 1640 en 1660 blijkt dat toen al bij het dorp Aalden twee molens stonden, namelijk een 'vulle moele' (volmolen) en een 'wind moele' (windmolen). Beide molens werden in die periode door de eigenaren verpacht.

1654: De korenmolen hoorde in 1654 bij een boerderij in Aalden en was toen het eigendom van de weduwe van de schulte Geert Mesinge uit Zweelo, de meier was Geert Olden Heppinge. Volgens taxatie werd deze molen geschat op 1300 Carolus guldens. 
De volmolen hoorde bij het Ronveringe-erf te Aalden en was het eigendom van een familie Hilbinge uit Drouwen. De boerderij en de molen werden gepacht door Roelof Hindricks, de volmolen werd getaxeerd op 50 Carolus guldens. Onduidelijk is het wat voor bouwwerk we ons moeten voorstellen van de volmolen, gezien het grote taxatieverschil.

1692: Remmelt Andries uit Zweeloo was in 1692 eigenaar van de volmolen, volgens het belastingregister werd hij toen aangeslagen voor 'keuter en farver'. 

15-06-1839: Bij Koninklijk Besluit van 15 juni 1839 verkreeg M. Altingh vergunning "om in zijnen volmolen te Zweelo steenen te plaatsen, geschikt tot het malen van koren." Dat moest binnen een jaar zijn uitgevoerd. 
Op de top. kaart van 1852-53 staat een volmolen aangegeven, en op de TMK van 1864 is hij ook nog steeds als volmolen aangeduid. Op de top. kaart van 1899-1900 staat wordt hij als stenen korenmolen aangegeven.

Van 1877 tot 1879 was Geert Stevens de molenaar in dienst van de familie Alting, hij werd voor een jaar opgevolgd door Johannes Hendrikus Scholten. Rond 1881 werd er een molenaarswoning gebouwd.

Deze molen bevond zich in het huidige gebied tussen de Aelderstraat-Marsstukken-Volmolenstraat.
De laatste eigenaar was de Familie Pauw.

Bronnen:
- "Van volmeul tot koornmeul" en "Wel woonden doar naost de meul?", Fokko Kuipers. Oet 't Carspel Sweel, Historische Vereniging Zweeloo, sept. 2004 nummer 17, pag. 9-23.
- Gerard Prudon, 13 jan. 2009.
- Dennis Eefting, 28 okt. 2011.

aanvullingen

wetenswaardigheden

11-10-1889: Provinciale Drentsche en Asser courant

Zweeloo, 9 Oct. In de windkorenmolens alhier en te Aalden, waar vroeger toestellen waren tot het vollen van want, zijn die toestellen weggenomen, omdat van het bereiden van dit product, eertijds zoo belangrijk in Drenthe, thans geen gebruik meer wordt gemaakt. Van de vele vollerjjen, die eertijds in de molens in deze provincie geplaatst waren, was die in de molen te Zweeloo de laatste. Gaaseltemijveen

 

10-03-1916: Provinciale Drentsche en Asser courant

Kleding werd van dikke wollen stof gemaakt, dit noemde men ‘want’.

Het ‘want’ waar een jas van gemaakt werd, was geweven door garen.

Het garen werd bij de boer aan huis gesponnen en door de dorpswever tot een stof geweven. De stof heet dan ‘want’.  Deze geweven stof  ‘want’ ging dan naar de volmolen te Zweeloo of Aalden, gem. Zweeloo (er waren twee van deze molens). Daarna ging de want naar de blauwverver, nadat die het bewerkt had ging de stof naar de kleermaker, de ‘snieder’ die er dan een wambuis van maakte.

 

foto's

foto's