1847: De familie Strick was sinds 1847 woonachtig in Nederland, komende uit Neuenhaus (Dld.) Jan Strick, geboren in 1802 te Neuenhaus, ging in 1847 als molenaar naar Dalerveen en was toen tevens tolgaarder te Holslootbrug.
Bron: informatie Henk Ovinge bij dbnr. 1580.
27-04-1885: Het Nieuws van den dag, kleine courant
Wordt te Koop gevraagd:
een achtkante MOLEN,
liefst een korenmolen, met opgaaf van wijdte onder in de tafelementen en met opgaaf vn lengte van de vlucht en den prijs.
Adres: H. Strick, Molenaar te Dalerveen.
29-03-1886: Prov. Drentsche en Asser courant
UITBESTEDING
Ten verzoeke van den ondergeteekende zal op Maandag 5 April publiek worden Uitbesteed:
het opbouwen van een gesloopten Wind-Korenmolen met twee paar steenen, te Dalerveen.
De benoodigde Materialen levert de Uitbesteder.
Dalerveen, 25/3'86. H. Strick, Molenaar
De uitbesteding zal plaats hebben ten huize van den Heer H. Loos aan 't Stieltjes-Kanaal, op de Oshaar.
16-06-1900: Nederlandsche staatscourant
GERECHTELIJKE AANKONDIGINGEN.
Curateele.
Bij vonnis der arrondissements-rechtbank te Assen, dd. 12 Juni 1900, is Jan Arnold Strick, molenaar, wonende te Dalerveen, gemeente Dalen, op eigen verzoek, onder curateele gesteld.
Assen, 14 Juni 1900.
De Officier van Justitie bij gemelde Rechtbank, Plette
11-07-1900: Op 11 juli 1900 zou notaris Weijs voor 3 of 6 jaren verhuren: "Een goed beklante Windkorenmolen te Dalerveen, in de onmiddellijke nabijheid van vaarwater en tram, benevens hooi-, wei- en bouwland, eigendom van J.A.Strick aldaar, en terstond te aanvaarden.
Nadere inlichtingen bij H. Ensink te Dalerveen en G. Strick te Oosterhesselen."
Bron: De Molenaar, 4 juli 1900.
In 1916 besloot het bestuur van de Zuivelfabriek in Dalerveen een eigen malerij te beginnen. Dit betekende op den duur de doodsteek voor de uit het midden van de negentiende eeuw daterende Dalerveense molen, die in 1922 helaas afgebroken werd. De laatste molenaar, "Mulder Jan Kiers" (Jan Kiers Oldenhuizing) werd boer.
Bron: Stichting Contactgroep Dalerveen en Stieltjeskanaal.
De lange spruit van deze molen lag tussen voorkeuvelens en bovenwiel, hetgeen in Drenthe niet algemeen voorkwam.
De molen staat nog niet op topografische, waterstaats- en Kuyperkaarten tot 1866.