In 1340 werd al een molen vermeld in Vught. Het is niet bekend op welke plaats die stond. Eeuwenlang worden in de documenten steeds twee molens in één adem genoemd: de molen 'aen die heyde' en de molen in Vught Sint-Lambertus parochie 'aen die bruggen'.
Op de kaart van Jacob van Deventer van omstreeks 1545 wordt een molen aangegeven aan de Loonsebaan. Dit zal de molen 'aen die heyde' zijn. De andere was waarschijnlijk de molen aan de westzijde van de bruggen buiten de Vughterpoort van ’s-Hertogenbosch.
Of de molen aan het Moleneind (nu ongeveer ter plaatse van de Molenakker) een opvolger is van één van deze twee molens, is evenmin bekend. Waarschijnlijk is dat wel, omdat de familie Van der Crabben, die de molen op het Moleneind aanvankelijk bezat, eerder mede-eigenaar was geweest van de twee andere molens.
De molen aan het Moleneind werd vanaf circa 1600 bemalen door de familie Van Heeswijk, vanaf 1856 door de familie Winkens en vanaf 1880 Coppens. In een krantenbericht van 2 augustus 1888 uit molenaar C. Coppens zijn tevredenheid over het plaatsen van een stoommachine door de heer Jos van Son, mecanicien te Tilburg. De stoommachine, waarvan de schoorsteen te zien is op de oude foto's, werd in 1900 vervangen door een zuiggasmotor, later een dieselmotor en tenslotte een elektromotor. Nadat de windmolen in 1919 was afgebroken, werd het bedrijf in de maalderij voortgezet.
Informatie over de molens van Vught is ondermeer te vinden in: Henk van Stekelenburg ‘Leven van de wind. Windmolens en windmulders in Vught en Cromvoirt’, in: ‘Vught vanouds’ (Vughtse historische reeks, 1995)
Informatie van Nico Jurgens, 1 augustus 2007
-----
16-01-1736
Voor schepen van Vught verschenen Peter Aert Vissers en Antonie van Eijndhoven gehuwd met Annemarie Aert Vissers .
zij verkopen aan Guilliam van Heeswijk , molenaar te Vught , het volgende
- 1/14e deel in een korenwindmolen met toebehoren gelegen aan
het Meuleneind te Vught
- 1/14e deel van een schuldbrief ten Laste van Jenneke Schoones
12-02-1748
voor schepen van Vught zijn verschenen Peter Vissers , Antonij van Eijndhoven gehuwd met Anna Maria Vissers en Guilliam Vissers gehuwd met Adriana Vissers
zij verkopen aan Willem van Heeswijk ,molenaar te Vught 1/28e deel van een windmolen met landerijen gelegen op den Hoogen Heikant te Vught
Informatie van Willem Finkers, 1 maart 2017
-----
Op 25-11-1908 berichtte het Algemeen Handelsblad het volgende:
Den heer C. Koppens, molenaar te Vught, overkwam Maandagavond een treurig ongeluk. Terwijl hij op zijn molen werkzaam was, trapte hij door een luik, dat bijna altijd gesloten is en nu toevallig openstond. Door dat luik viel hij naar beneden en werd inwendig zwaar gekneusd opgenomen. Direct werd per rijtuig geestelijke en geneeskundige hulp gehaald. Zijn toestand is zeer gevaarlijk.
Doordat men over ging op machinale aandrijving, werd de molen in 1919 gesloopt.
*
Oude molensteen opgegraven in Vught @ 3 December 2004
Aan de Molenhei in Vught - nabij het Moleneindplein - wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de bouw van een aantal patio-woningen. Tijdens graafwerkzaamheden voor de infrastructuur (gas, elektra, kabel e.d.) is men gestuit op een oude molensteen, daterend uit medio 1880 en afkomstig van de destijds in die omgeving gevestigde molenaarsfamilies.
"Die hebben de molensteen hier ooit 'begraven' om er simpelweg vanaf te zijn", zo weet direct omwonende Harrie Winkens ons te vertellen.
Harrie Winkens zegt in het verleden zelf al wel eens op zoek te zijn geweest naar de 'historische' steen. "Ik ben weleens aan het 'prikken' geweest, maar kennelijk nooit op de goede plaats", aldus de Vughtse ex-rijschoolhouder.
De belangstelling van Winkens heeft een persoonlijke achtergrond. Het was in 1853 Petrus Winkens die zich als molenaar vestigde in Vught, afkomstig uit Oirschot. Zoon Pieter Winkens werd in 1865 zijn opvolger. Vijfentwintig jaar droegen de molenaars aan het Moleneindplein de naam Winkens.
De laatste Molenaars aan het plein in Vught-Zuid waren vader en zonen Coppens (1880 tot 1970).
Cornelis Coppens begon met een stoom- en korenmolen, voorzien van een hoge schoorsteen. Nabij de molen verschenen (aan de andere kant van de zogeheten 'maalderij') in 1922 twee huizen, langs de Esscheweg. Daar en in het ouderlijk huis woonden Cornelis en zijn zonen Piet en Fried.
De vondst van de molensteen heeft al de aandacht en interesse gewekt van het Vughts Historisch Museum.
