Molen van Onsenoort, Nieuwkuijk

Nieuwkuijk, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Onsenoort
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02621 c
oude dbnr.
V12498
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 02621 c Molen van Onsenoort (Nieuwkuijk)
J. de Smet, 1688, detail

locatie

plaats
Nieuwkuijk
plaatsaanduiding
1,2 km NO gem.huis, W van huis Onsenoord
gemeente
Heusden, Noord-Brabant
streek
De Langstraat
kadastrale aanduiding 1811-1832
Nieuwkuijk en Onsenoort B (1) 45 Marinus Wouter van Ravestijn Halfwassenaar van Onzenoort, landb.
geo positie
X: 141151, Y: 412483
N: 51.70095, O: 5.18687

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1740 verbrand en later hersteld
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Van de standerdmolen bij het oude kasteel van "De Heerlijkheijt van Honsoirde" dateert de oudste vermelding uit 1613, toen Walterus Pullen de molenaar was.

Vanaf 1615 werd Wouter Adriaen Couwenbergh uit Loon op Zand de aanvoerder van een reeks Couwenberghs als molenaar. Doordat Willem Couwenbergh in 1698 met Jacomnia van Engelen trouwde, ontstond er een relatie met de Kievits van de Vlijmense molen (Tenbruggencatenummer 15131). Zij was namelijk eerder getrouwd geweest met J. Marten Kievits en Hendrik Potters, bezitters van de Vlijmense molen.

Een stimulans voor de "onse-oorse-molen" was dat de Staten van Holland en West-Friesland in de 17e en 18e eeuw de inwoners van Nieuwkuijk toestonden hun koren daar te laten malen zonder impost te betalen. In 1740 verbrandde de molen, en werd pas enkele jaren later weer in gebruik genomen.

Leydse Courant, 11 december 1730
"Te huur, om tegen den 2 February 1731 te aanvaarden, een schone Neeringryke en wel-beclante Koorn-Wind-Moolen, maalende met twee paar Steenen; Een Ros- en Grutmoolen met de Moolenhuyzinge, en het geene daat verder toe behoord; uyt de Huur geraakt door het overlyden van den voorgaande Moolenaar, alles staande en geleegen te Onsenoord, in 't bovenland van Heusden op de Langstraat: Die geneegen is al 't geene voorsz. staat te huuren of de Conditien te zien, addresseeren zich te Onsenoord voorn. aan den Drossaard aldaar L.E. Duytz.

Rond 1760 was Constantinus de Goeij de pachter van de molen,
vanaf ca. 1793 zoon Godefridus en
vanaf 1823 kleinzoon Matheus.
Achterkleinzoon Leonardus de Goeij was de laatste molenaar van Onsenoort.

Hij richtte zich vanaf 1865 geheel op het landbouwbedrijf, waardoor de Heer De la Court, een nazaat van Half-Wassenaar van Onsenoort, er geen brood meer in zag de molen te herbouwen.

Nieuwsblad Heusden en Altena, za. 12 sept. 1885:
"Nieuwkuik, 10 sept. Woensdagnacht trok een zwaar onweder, dat ook wel elders zal gewoed hebben, ongeveer om 11 uur over onze gemeente. Felle bliksemslagen volgden elkaar snel op en werden slechts afgewisseld door krakende donderslagen. Om half twaalf scheen 't onweder het hevigst. Omstreeks dezen tijd vertolkte een rosse gloed aan den hemel een brand in de nabijheid. En ja, de molen van Leonardus de Goeij, in de nabijheid der laan van Onsenoort, stond in lichter laaie. Aan redden viel natuurlijk niet te denken. Vele zakken koren en erwten werden een prooi der vlammen. Gelukkig dat de wind gunstig was, waardoor de huizen in de nabijheid van een groot gevaar bevrijd waren. Lang duurde het eer het stevige gevaarte ineen zonk.
Naar wij vernemen is de molen, eigenaresse Mevr. de la Court, verzekerd. Voor den molenaar de Goeij is 't voorval echter zeer betreurenswaardig vooral met het oog op het naderend druk gemaal."
Kees Fitters, 17 feb. 2011.

De molenberg werd in 1898 gesierd door een boom geplant ter gelegenheid van het kroningsfeest van Wilhelmina, maar in de loop der tijd verdween ook dit laatste spoor van de molen.

Bron: "De molenaar en zijn windmolens in de Langstraat", De Klopkei 1996. Verzameling H. van der Kaay.

aanvullingen

trivia
Volgens Ten Bruggencate was dit een ronde stenen bovenkruier, die 1885-1890 verbrandde.

Landmeter De Smet tekent de molen in 1688 exact waar hij op de eerste kadastrale kaart van Nieuwkuijk en Onsenoort uit 1819 ook staat. Op die laatste kaart staat ook duidelijk de kruisvormige voet van een standerdmolen getekend. Op een kaart in het nationaal archief uit het einde van de 18e eeuw wordt de molen geschetst als bovenkruier, maar dat is dus niet juist. Dat is slechts een molenicoon, alle molens op die kaart worden hetzelfde geschetst. Mogelijk dat Ten Bruggencate zich op die kaart baseerde.