Molen Korenmolen van Kerkdriel, Kerkdriel

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1317

verdwenen

1910

verplaatst

verplaatst naar

Schijndel (De Hoop)

geschiedenis

De Gelderse leenregisters maken in 1317 melding van “8 mergen met den windmeule in den velde, geheiten Kyvitshamme".

In het begin van de 17e eeuw was deze molen in het bezit van de familie de Cocq van Delwijnen en kwam waarschijnlijk door vererving voor drie vierde gedeelte in bezit van de rentmeesters-en drossaardsfamilie van de Poll te Hedel.


Petrus van Zwijsen, afkomstig uit het Belgische Geetbets, huwde in 1783 met Cornelia van Heeswijk, dochter van een molenaar.
Petrus leerde van haar vader het vak en pachtte van 1785 tot 1798 de molen in Kerkdriel. Cornelia overleed in 1788.

Uit zijn 2e huwelijk met Willemina van Herpen uit Rossum werd op 28 augustus 1794 een zoon Joannes geboren die later bisschop van 's Hertogenbosch en aartsbisschop van Utrecht.

De laatste eigenaar van deze molen, Theodorus A. Pouw, sloopte in 1910 de bovenbouw van de molen en verkocht deze aan de Schijndelse molenaar Goyaerts. Deze bouwde de molen in Schijndel weer op. Enkele jaren voor de Tweede Wereldoorlog is de molen gesloopt.