Gedenksteen met molen in reliëf (1957), Lepelstraat
De molen had een windvaantje met de initialen '1751 GVDB' (nog steeds in het bezit van de familie Van Sambeek)
Dit toont aan dat er in die tijd een molen stond van de Graven Van Den Berg Hohenzollern Sigmaringen.
In 1801 werd opdracht gegeven tot de bouw van de nieuwe molen door de Commissie van Breda, de beheerder van de goederen van de Vrije Heerlijkheid Boxmeer en Sint Anthonis. De laagste inschrijver was Antonius Bex voor de prijs van ƒ 5500.
In 1813 werd de molen publiek verkocht, waarbij Renier Cleophas met 9913 francs (de Franse tijd heerste toen) de hoogste bieder was. Deze koop was inclusief het molenhuis, een rosmolen en 102 are akker- en weiland. Na het overlijden van Renier Cleophas nam zijn zoon Willem het bedrijf over.
In 1831 verkeerde de molen in goede staat van onderhoud en werkte met twee koppel molenstenen.
Willem Cleophas had geen kinderen en daarom ging het bedrijf later over naar Willem van Sambeek (een kleinzoon van Renier Cleophas). In 1910 werd de oudste zoon Josephus van Sambeek eigenaar van de molen. In 1918 werd Chris Martens de volgende eigenaar.
In 1920 werd de molen door Martens alweer doorverkocht aan de Boerenbond. Daarna pachtte de CHV Veghel gedurende 12 jaren de molen om die niet te gebruiken. Na afloop van het contract werd de molen door toedoen van onder meer de Boerenbond in 1935 te koop aangeboden met de mededeling: 'Slopen binnen 14 dagen'. Enkele dorpsbewoners, waaronder de pastoor, hebben nog geprobeerd de molen te behouden. Alphons van Hulst kocht de molen voor ƒ 270 en zorgde voor de sloop. Molenaarshuis Molenstraat 11 [3?], gebouwd in 1803, staat er nog steeds.
Ook hebben de molenaars gewoond op Molenstraat 13 en 8, gebouwd in 1867.
Bronnen:
- Heemkundekring 'Sint Tunnis in Oelbroeck'.
- Molens en molenaars van Sint-Anthonis, art. door Peter Pouwels in De Molenvriend nr. 82, juli 2013, Molenvrienden Land van Cuijk.
Gedenksteen a/d Lepelstraat; molensteen a/d W. Verschurenstraat vm molenplaats
