De korenwindmolen Weltevreden of Weltevree stond in het centrum van Haps aan de Kerkstraat naast café De Molen, dicht bij de NBDS-spoorlijn. De molen werd door molenaar en tevens hotel/caféhouder Martinus Jansen, alias Marte de Mulder in de Zaanstreek gekocht. Het is niet bekend of de naam van de molen Weltevree al bestond voordat deze omstreeks 1904 in Haps werd opgebouwd. De familienaam Weltevree komt in Noord-Holland voor sedert de achttiende eeuw. De ‘Echo van het land van Cuijk’ van zaterdag 6 februari 1904, maakt melding van het begin van de bouw van deze molen.
Op de boven de vroegere invaart geplaatste eerste steen is vaag de naam Martin Jansen te herkennen. De molen was als achtkante stellingmolen, bedekt met dakleer, gebouwd op een vierkante gemetseld onderbouw. Men maalde er aanvankelijk met windkracht, later vervangen door aandrijving met een elektromotor.
Tijdens de oorlogsjaren, in het najaar van 1942, werd de molen gesloopt, alleen de stomp bleef staan en kwam in gebruik als lokaal voor de plaatselijke fanfare en tot 2009 als jeugdhonk voor de plaatselijke scouting. Op de voorgevel staat het bouwjaar.
Bron: De “Weltevree” te Haps, art. door M. Goossens in De Molenvriend nr. 86, juli 2014, vereniging Molenvrienden Land van Cuijk. Gebaseerd op Haps en het Land van Cuijk door Rien v.d. Brand.
Peter Pouwels, 14 nov. 2013.
In het artikel staat een foto van de molen "in vervallen toestand", maar hij kan ook van de sloop zijn.
Red.
nog waarneembaar
Vierkante stenen onderbouw, verbouwd tot bedrijfsruimte, thans jeugdhonk.
Uit de eerste helft van de negentiende eeuw zijn weinig gegevens te vinden over Hapse molens. Uit een verwijzing uit 1836 van de gemeente Haps blijkt, dat de weduwe van A. Arts toen een vergunning kreeg voor het uitoefenen van het beroep van pelmolenaarster.
Daarvoor lieten de Hapse inwoners hun koren (soms illegaal) alleen in de Millse en Beugense molen malen. Haps werd door de Cuijkse dwangmolen formeel verplicht alle koren bij de molenaar in Cuijk af te leveren. Uit een verklaring van de schepenen en regenten van het dorp Haps aan de Nassause Domeinraad in Den Haag uit 1705 komt naar voren, dat toen geen gebruik werd gemaakt van de Cuijkse molen.
Tijdens de periode van de Franse Revolutie (1789-1795) werd de maaldwang opgeheven. Dit had tot gevolg dat in het Land van Cuijk nieuwe molens verrezen. In het begin van de twintigste eeuw was er dan ook in Haps sprake van twee stoommeelfabrieken naast de al bestaande windmolens, de “Mariamolen” en de molen ”Weltevree”, aldus een publicatie van de Gemeente Cuijk en het Streekarchief Brabant Noordoost uit 2001.
Bron: bovengenoemd artikel.
-----
Op 22-03-1927 berichtte de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant het volgende:
Door een molenwiek getroffen. Gisteren-middag gebeurde te Haps een treurig ongeluk. Het oudste kindje van J. A. een 4-jarig knaapje, schijnt ongemerkt naar boven te zijn geklommen en is waarschijnlijk op de galerij door een molenwiek getroffen. Hevig bloedend aan zijn hoofdje werd de arme kleine onder den molen gevonden. De per telefoon ontboden geneesheer, die spoedig ter plaatse was, kon slechts den dood constateeren. De droefheid der ouders is onbeschrijfelijk.
Het slachtoffertje heette Johan Wilhelmus Maria Arts, geboren te Haps op 02-10-1923, overleden op 21-03-1927 (Overlijdens- en geboorte akte – Open archief/BHIC)