- trivia
- Middelburgsche courant
28-08-1823
ZIERIKZEE den 23 augustus. Op den 19 dezer, des namiddags omstreeks 3 Uren, hadden twee stadswerkers, met namen Jan de Rycke en Dingeman du Claux, bezig zijnde om eene jol met sleen te laden, de onvoorzigtigheid dezelve zoo zwaar te beladen, dat zij voor het eerde sas dezer stad water schepte en in de diepte zonk, waardoor het leven van beide de zich daarin bevindende personen, als niet kunnende zwemmen, in het grootste gevaar verkeerde; en niettegenstaande de spoedige hulp van de zich daar ter plaatse bevindende overige stadswerkers, welke vruchteloos hunne redding beproefden, zouden zij aldaar zeker hun graf gevonden hebben, zoo niet op het herhaald geschreeuw van het overige werkvolk , twee knechts van A. Ribbe jr. met namen Jan Paret en Joseph Smits, op de erf van den zaagmolen van den heer Koole en Zoon werkende, waren toegeschoten; en, ofschoon van het loopen vermoeid, zonder van eenig kleedingstuk zich te ontdoen, in het water waren gesprongen, waarop het hun, na de grootste inspanning, gelukken mogt, beide deze menschen van onder water te halen en aan den wal te brengen; de Claux echter, geene teekenen van leven gevende, werd daarop in een naburig huis van Jacob Vermaat gebragt, en aldaar, onder de medewerking van den beer G. de Jonge den Boer, apotheker binnen deze stad welke aldaar toevallig tegenwoordig was, met medehulp van de beide redders en anderen, door herhaalde pogingen eindelijk als in het leven terug geroepen; zoodat deze gevaarvolle daad met den gewenschten uitslag werd bekroond, en aan de edelmoedige redders het genoegen verschaften van twee menschen van eenen gewissen dood te hebben gered.