Molen (oliemolen), Dinteloord

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1838

verdwenen

1868

verbrand

voorganger

Dinteloord (Molen van Arij Segboer)

geschiedenis

De voorganger verbrandde op 11 augustus 1837.
E. Stoop, 25 aug. 2014.
-----

Advertentie in de Bredasche Courant van 11 mei 1848:
Uit de hand te koop: Een steenen wind-oliemolen, te bevragen bij den Notaris G.C. Struijk van Bergen, te Dinteloord.

De molen werd vervolgens geveild en voor ƒ 2000 verkocht aan Arie van Genk. Bij de verkoop van een andere molen in Dinteloord in 1848, die aan de Molendijk, werd bedongen dat deze molen aan de Dorpsweg geen graan mocht malen. In een verkoopadvertentie uit 1848 is sprake van "een sedert 1838 nieuw gebouwde steenen wind-oliemolen".
Later was de weduwe A.F. van Genk, later gehuwd met J. Krouwer, de eigenaresse.

Bron: Water- en windoliemolens in West-Brabant, Ton Meesters 2014, Vereniging "De Westbrabantse Molens".
-----

DINTELOORD, 15 oktober 1868.
13 oktober 1868.
In den afgeloopen nacht ten 11 ½ ure ontdekte men brand in den oliemolen toebehoorende aan de wed. A.F. van Genk, thans gehuwd met J. Krouwer alhier staande en gelegen aan den provinciale grindweg van Dinteloord naar Steenbergen. De oliemolen is totaal uitgebrand doch aan de daarbij geplaatste graanmaalderij, beide door een machine gedreven, heeft bijna geen schade plaats gehad. De schade aan den oliemolen zal meer dan F. 5000,-- beloopen. Hij is verzekerd voor F. 6000,--, de granen met de machienkamer met de daarin bevindende machine en drie paar graansteenen voor F. 5000,-- en een daarbij staand schuurtje voor F. 300,-- bij de maatschappij van algemene assurantiën tegen gevaren van brand, gevestigd te Brussel. De schade aan olie- en raapkoeken volgens opgaaf bedraagt F. 80,-- à F. 90,-- Door de goede werkink van twee uitnemende spruitjes, benevens den ijver en orde der brandweer en de hulp van vele ingezetenen was men den brand des nachts ten half drie ure meester. Men vermoedt dat die ramp door kwaadwilligheid is ontstaan.
Ton Meesters.