Molen De Krab (3e), Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Krab (3e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, verfmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01778 b
oude dbnr.
V4110
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01778 b De Krab (3e) (Zaandam-West)
Foto: verzameling F. Rol (anno 1910)

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
en oosten van en nabij de Watering, op zijn erf staat nu het bejaardentehuis aan de Elsbroekstraat
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 115179, Y: 495920
N: 52.44960, O: 4.80145

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
herbouwd
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Wanneer de Krab gebouwd is, is nog niet achterhaald.
De Krab werd voor het eerst genoemd op 8 maart 1668. Op die dag verkocht Claes Claesz. Olij een half aandeel in de molen aan vier mannen uit Zaandam, die daar Fl.400,- voor betalen.
Dit was een betrekkelijk lage waarde voor een halve molen. Vermoedelijk kwam dit doordat de Krab een wipmolen (Pieter Boorsma) of een standaardmolen (Ron Couwenhoven) was.
De Krab werd in 1694 tegen brand verzekerd in een assurantiecontract, wie de molen toen bezat wordt niet vermeld.
Op 25 juni 1714 was de Krab het bezit van Claas Jansz. Godde, hij verzekerde de molen die dag voor een bedrag van Fl.1550,-, wat aan de lage kant was.
Wanneer op 17 juni 1727 het olieslagerscontract voor ladingen wordt opgericht, is ook de Krab van de partij. De lading van de molen werd door eigenaar Jan de Jong opgenomen in het OC. Wanneer er een molen van een van de deelnemers van het OC afbrandde zou eigenaar de Jong Fl.50,- moeten betalen aan het slachtoffer.
De hoogte van dit bedrag werd bepaald door de inrichting van de molen.
Dubbele oliemolens betaalden Fl.50,- en enkelwerks oliemolens betaalden Fl.30,-. De Krab was dus een dubbele oliemolen.
Op het moment van oprichting van het OC voor ladingen is Jan de Jong ook eigenaar van de oliemolens "de Christoffel" en "de Waterhond", beide te Koog aan de Zaan.
Op 1 juni 1733 werd door Jan de Jong ook de opstal van de Krab verzekerd, bij de oprichting van het OC voor de molens zelf.
De Krab blijft vrij lang in bezit van de Jan de Jong. Hij overlijdt in 1764. Hierna komt de Krab in handen van zijn weduwe, Maritje Pieters Ouwejan.
Zij verhuurt de Krab aan de firma Gerrit Jut & Zn. Op 7 maart 1774 werd de molen door de schoonzoon van Maritje Ouwejan verkocht aan Gerrit Jut voor het hoge bedrag van Fl.10000,-.
In 1778 werd de Krab gesloopt en vervangen door een achtkante bovenkruier met schuur.
De nieuwe molen werd gebouwd in opdracht van de firma Jut, door molenmaker Verheul. Verheul vermeldt het volgende in zijn administratie:"1778 den 30e mei is de olymoolen de krap op Zaandam voor het eerst weer zeet maale gegaan, want van te voore wast een stander moole.
Nu tot agtkant gemaakt in een tijds van 7 weeke".
Toch blijf ik vraagtekens houden bij het woord standaard molen.
De Krab was een dubbele oliemolen, hierdoor moesten in de kast van de standaardmolen 1 voorslag, 1 naslag, 2 vuisters, 1 koppel kantstenen en 6 stampers aanwezig zijn.
Nu bestaan er natuurlijk oliemolens van het type standaardmolen, maar meestal is de inrichting hiervan bescheiden.
In Cassel, Noord-Frankrijk, heeft een standaardmolen gestaan die was uitgerust met dit alles, behalve de kantstenen.
Verder blijft het probleem van de opslag van grondstoffen en verwerkte producten, hiervoor zou er naast de standaardmolen een flinke schuur moeten hebben gestaan met oliebakken, waarin zaad, koeken en geperste olie opgeslagen konden worden.
Voor een standaardmolen betekent dit weer windbelemmering.
Logischer is het dus dat de molen een wipstellingmolen was, die boven op een schuur stond. Deze zou bovenstaande problemen niet hebben gehad.
Misschien heeft Verheul de naam standaardmolen gebruikt terwijl hij een wipmolen bedoelde.
Het kan ook verklaren dat men binnen zeven weken een nieuwe molen plaatst die de oude wipmolen verving, als dit nl. een standaard molen was geweest zou bijna alle onderdelen nieuw gemaakt moeten worden en zou men waarschijnlijk veel langer bezig zijn geweest, bij een wipmolen kon een groot gedeelte van het ondervierkant, de schuur, het binnenwerk en misschien het wiekenkruis hergebruikt worden, net zoals bij de nog bestaande oliemolen "het Pink" in Koog aan de Zaan is gebeurd.
Wie het bij het rechte eind heeft (Boorsma of Couwenhoven), laat ik graag in het midden, mijn vermoeden gaat uit naar een wipmolen.
De nieuwe achtkante molen werd later door het OC gewaardeerd op Fl.5250,-. De Krab bleef tot 1829 olie slaan voor de familie Jut, daarna werd de Krab eigendom van Adriaan de Vries, die de molen op 9 juli 1835 verkoopt aan mr. Hendrik Jan Smit, die naast olieslager ook burgemeester van de toenmalige gemeente Zaandam is. Hendrik Smit betaalde Fl.5200,- voor de Krab.
Naast de Krab, is Smit ook eigenaar van de volgende oliemolens in de Zaanstreek:"De Wind", "de Olievos", "de Appelboom" en "de Oude Dekker".
Op 23 oktober 1842 raakte de Krab tijdens het malen in brand.
Hendrik Smit is tijdens de brand aanwezig en beloofde dat wanneer de brandweer de schuur van de molen, waarin een grote voorraad veekoeken en lijnolie aanwezig was, zou redden, hij weer een nieuwe molen zou laten bouwen.
Door grote inspanning van de brandweer lukte dit.
De waarde van de lading tijdens de brand werd geschat op ruim Fl.29000,-.
De schade aan de lading was na de brand Fl.3597.46, voor de molen werd een bedrag van Fl.6500,- uitgekeerd door het OC. Hendrik Smit hield woord en liet door molenmaker de Vries een nieuwe molen oprichten.
De nieuwe Krab bezat een uitgebreider binnenwerk dan zijn voorganger, naast het dubbele werk werd er nu ook nog een enkel werk geplaatst. Na de bouw van de nieuwe Krab, zijn er binnen de Zaanstreek, geen nieuwe oliemolens meer opgericht.
Hendrik Smit bleef tot 18 oktober 1879 eigenaar van de Krab, daarna doet hij de molen over aan zijn zoon, Frederik Smit.
Hij ziet schijnbaar niet veel brood meer in de molen en verkoopt hem niet veel later aan Pieter van 't Kaar en Klaas IJff.
Die samen ook de oliemolen "de Appelboom", aan de Nauernase Vaart in Westzaan, bezitten.
Heel lang zullen zij niet met de Krab in bedrijf blijven.
Op 26 augustus 1884 werden lading en molen uit het OC geschreven.
De molen is toen ontdaan van zijn binnenwerk en werd daarna ingericht als verf- en krijtmolen.
Dit hield in dat de molen werd voorzien van meerdere koppel kantstenen met buulkisten, ook werd naast de molen een waaihok gebouwd waarin natte grondstoffen op de wind werden gedroogd.
Ook een gedeelte van de schuur van de molen werd hiervoor ingericht.
De molen kent hierna nog een aantal eigenaren die met de molen droge verfstoffen vermalen.
De laatste eigenaar van de Krab is Jan Groot. Hij werkte gewoonlijk voor de grote Zaanse verffabrikant Pieter Schoen.
In de nacht van 22 op 23 maart 1916 breekt er door onbekende oorzaak brand uit in de Krab.
Doordat de molen afgelegen in het veld ligt en de brandweer niet met de motorspuit over de smalle bruggetjes in het westzijderveld kan komen, brandde de Krab tot de grond toe af.

In zijn boek "het Olieslagerscontract" uit 2002 beschrijft Ron Couwenhoven zeer uitvoerig de geschiedenis van de Krab.

Bronnen:
- "250 Zaanse molens" R. Couwenhoven 2001 blz.49
- "Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1" T. Neuhaus 1987 blz.21
- "Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912
- "het Olieslagerscontract" R. Couwenhoven 2002 blz.8/50/77-82
- "Duizend Zaanse molens' P. Boorsma 1968 blz.103
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Oliemolen, later verfmolen "de Krab", achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandam west ten oosten van en nabij de Watering, op zijn erf staat nu het bejaardentehuis aan de Elsbroekstraat. Bouwjaar onbekend, verbrand in 1916.
-----

Dordrechtsche Courant, 27 okt. 1842:
"Zondag namiddag is te Zaandam afgebrand een oliemolen, toebehoorende aan den heer H.J. Smit. Door spoedig aangebragte hulp van de brandspuiten der stad en van omliggende dorpen is men, ondanks den hevige wind, er in geslaagd, den brand tot den molen te beperken en de omliggende gebouwen, waaronder een pakhuis met circa 60 last koolzaad, te behouden. De oorzaak van den brand is onbekend..
Jaap de Vries, 6 maart 2009.