Molen De Witte Veer, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Witte Veer
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen, mosterdmolen, tabakstamper, snuifmolen, verfmolen, papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01777 a
oude dbnr.
V1367
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01777 a De Witte Veer (Zaandijk)
Foto: uitg. Ver. De Zaansche Molen, opname rond 1900

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Ten noorden van de Guisweg, ten oosten van de spoorlijn, iets ten noorden van de verfmolen De Valk.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 298 Firma Couwenhoven & Co., verffabrikeurs
geo positie
X: 115514, Y: 498450
N: 52.47236, O: 4.80608

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
versieringen
Aan de westkant van de schuur hing het geschreven naambord van de molen. Daarop de tekst "verfmolen de Witte Veer", rond 1900 verdween dit bord.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
afkomstig uit Zaandam-West
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het bouwjaar van de Witte Veer blijft vooralsnog onbekend. Oorspronkelijk was de molen afkomstig uit Westzaandam, kort voor het jaar 1689 werd hij daar afgebroken en verplaatst naar Zaandijk. Om welke Zaandammer molen het precies ging is niet bekend, wellicht betrof het een zaagmolen. Na de overplaatsing heeft de Witte Veer waarschijnlijk kort dienst gedaan als verenzager, daarna werd de molen ingericht met enkele koppel mosterdstenen. Op 19 september 1689 verkocht Grietje Pieters, de weduwe van Cornelis Jansz. Wesel, de Witte Veer voor Fl.175,- aan Jacob Maertsz. uit Westzaandam. Kort hierna stierf Jacob Maertsz., want op 26 april 1690 verkocht zijn weduwe de molen aan haar schoonbroer Gerrit Maertsz. voor Fl.100,-. De Witte Veer kwam op 6 januari 1695 voor Fl.150,- in bezit van de Zaandijker Claes Cornelisz. Schencke, deze nieuwe eigenaar verbouwde de molen van mosterdmolen naar tabakstamper en snuifmolen. Kort hierna deed hij de molen over aan zijn broer Jan Schencke en zijn nicht Guurtje Salomon.
Op 9 januari 1712 liet Schencke de Witte Veer tegen brand verzekeren bij een assurantiecontract, de verzekerde waarde van de molen bedroeg Fl.1000,-. Dit laat zien dat een tabakstamper in die tijd een aanzienlijk hogere waarde vertegenwoordigde dan een mosterdmolen. De Witte Veer werd op 11 juni 1722 verkocht aan de Koger Engel Dircksz. Huijsman, voor een bedrag van Fl.1375,-. Bij de verkoop werd de molen als volgt beschreven:”een tabaksmolentje belend ten westen door de Zemelzak en ten oosten door het pakhuis van Adriaan Krijne”. Zes jaar later verkocht Huijsman de tabakstamper voor Fl.1400,- aan Matteus de Ligt. Deze koopman was eigenaar van de Oostzaandammer oliemolen “de Ooievaar” en de papiermolen “de Kok”.
Op 3 januari 1739 werd in Zaandam bij notaris Leur de collectieve brandverzekering “het vorff- en snuyfcontract” opgericht. Matteus de Ligt liet de Witte Veer hierbij verzekeren. In eerste instantie was de molen voor Fl.1000,- verzekerd, later werd dit verhoogd naar Fl.1200,-. Mogelijk heeft een verbouwing (van tabakstamper tot snuifmolen) de waarde van de molen doen toenemen.
Het ging Matteus de Ligt niet echt voor de wind, hij had om de Witte Veer te kunnen kopen een lening afgesloten bij Pieter de Jong, de directeur van de Zaandijker papiermolen “de Visser”. Hij kon echter de aflossingen van deze lening niet voldoen, zodat op 27 maart 1749 de Witte Veer bij executie moest worden geveild. De molen, die toen als snuifmolen werd omschreven, kwam voor Fl.950,- in bezit van de broers Adriaan en Jan Couwenhoven. Zij waren verfmaalders met de Zaandijker verfmolens “de Blauwe Reiger” en “de Valk”, welke molen direct ten zuiden van de Witte Veer was gelegen. Ook waren zij een tijd lang directeur geweest van de nabijgelegen papiermolen “de Visser”. Zij werkten onder de firmanaam Fa. Erven Couwenhoven. Het is zeer aannemelijk dat de gebroeders Couwenhoven de Witte Veer, direct na de aankoop, hebben laten inrichten als verfmolen. In 1796 werd de firma Erven Couwenhoven opgeheven, voortaan ging men verder onder de naam Fa. Couwenhoven en compagnon. De zoons van Adriaan en Jan Couwenhoven voerden nu de directie. Wanneer Cornelis Couwenhoven in 1833 sterft, wordt de firma geliquideerd en worden de molens geveild. Op de veiling werd de Witte Veer voor Fl.1700,- gekocht door Willem Adriaansz. Couwenhoven, een zoon van de eerdere eigenaar. Schijnbaar waren de Couwenhovens nogal aan hun molens gehecht, want in 1834 kocht Willem Couwenhoven ook “de Blauwe Reiger” weer terug. De Witte Veer blijft tot 1843 het eigendom van Couwenhoven, daarna verkocht hij de molen aan zijn schoonvader Cornelis Buys uit Westzaan. Wel blijft hij met de molen werken, die hij nu huurt van Cornelis Buys.
Op 17 augustus 1869 komt de Witte Veer in handen van de papierfabrikant Gerbrand de Jong. Hij betaalde een bedrag van Fl.3000,- voor de molen. Sinds 1840 werkte de Jong met de papiermolen “de Kaarsenmaker” in Koog aan de Zaan, deze molen stond ruim 400 meter ten zuiden van de Witte Veer. Ook de nog steeds bestaande papiermolen “de Schoolmeester” en de Zaandijker witpapiermolen “de Vergulde Bijkorf” waren het eigendom van de firma de Jong. Ondanks de slechte tijd voor de papiermolens, weet Gebrand de Jong nog wat te verdienen in de papiermakerij door simpelweg wat minder loon aan de werknemers te betalen. In 1871 overleed Gebrand de Jong en richtten zijn twee zoons de firma Gebroeders de Jong op. Zij verkochten in 1873 de Kaarsenmaker voor sloop. De Witte Veer heeft tot 1899 als verfmolen gewerkt. In dat jaar wordt de molen verbouwd en uitgerust met één enkele maalbak en een pomp met een waterbak. De twee koppels kantstenen die in de molen waren opgesteld bleven gehandhaafd en werden mogelijk gebruikt voor de productie van het halffabricaat. Sindsdien gebruikte de firma de Jong de molen voor de productie van gemalen stof, dit materiaal werd verder verwerkt in de schoolmeester tot Zaansch Bord. Aanvankelijk werd de molen slechts door één man bediend werd. Later kwam hier op last van de brandverzekering nog een mannetje bij.
Het einde van de Witte Veer kwam op 11 april 1917. Op die dag omstreeks een uur of twee, raakte de molen terwijl hij in vol bedrijf was in brand. De brand ontstond in de kap van de molen zodat de oorzaak van de brand gezocht diende te worden in de constructie van de bovenas of het lager van het koningsspil. De molenbrand moet behoorlijk spectaculair geweest zijn, want nadat het kruis van de molen meer dan 150 maal rond was gegaan, stortte de molen in elkaar. De schuur van de Witte Veer kon behouden blijven, deze werd een maand later verkocht en gesloopt. Na het verlies van de Witte Veer, liet eigenaar de Jong een koppel kantstenen bij papiermolen de Schoolmeester plaatsen om zodoende het verlies in capaciteit op te vangen. Beide kantstenen zijn niet afkomstig uit de Witte Veer, die verbrandde ten slotte, de mogelijkheid bestaat wel dat het twee afdankers betrof die op het erf van de Witte Veer lagen.
Op 12 april 1917 was het weer raak met een molenbrand, toen verbrandde de op de Hemmes staande oliemolen “de Zeemeeuw” in alle vroegte.

Bronnen:
“de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 31-32/ 239-241
“de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 79
“Drie eeuwen verf” Mr.D.Vis 1943 blz. 68-69
“De Papiermolens in Noord Holland” H.Voorn 1960 blz. 403-407
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz.167
“Dat goede oude Zaandijk” G.Oosterbaan 1971 blz. 99/ 109-110
“Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz. 103-104
“het Molenmagazine” Nr.1 maart 2002 R. Couwenhoven
"kopieboek correspondentie molenmaker Gorter" Archief De Zaansche Molen
informatie F.Rol

aanvullingen

trivia
In Zaandijk is een straat naar de Witte Veer vernoemd, deze ligt evenwel niet in de buurt van de voormalige molenwerf.

De Witte Veer was een kleinere molen waarvan de vlucht ongeveer 19 meter zal zijn geweest. Het achtkant van de molen was in tegenstelling tot veel andere molens, voorzien van een getrapte weeg.
-----

Naar aanleiding van de brand werd het volgende lied op de Zaandijker spuitfeesten gezongen.

Laat ons nu te samen zingen
Over iets van vroeger tijd
Schoon zijn vaak herinneringen
Daarom onze zang gewijd
Waar eens stond een voddenmolen
Ziet het Zoekend oog niets meer
Door de brand van ons ontnomen
Is die mooie, die mooie Witte Veer

Waar eens een viertal wieken draaide
Onverpoosd maar in het rond
Van ’s morgens als de haantjes kraaiden
Tot den laten avondstond
Hoor ik den oude Krijt nog zeggen
Toen hij brandend viel ter neer
Ik zal ze nooit meer bij gaan leggen
De zeilen van de Witte Veer

Het Witte Veertje is verdwenen
En wij vinden op dien grond
Een paar brokken blauwe steenen
Daar waar eens de molen stond
Laat ons onze aandacht schenken
Aan de molen van weleer
Menigeen zal vaak nog denken
Aan die mooie Witte Veer


-----

De geschiedenis van deze molen wordt door dhr. R.Couwenhoven zeer uitgebreid onder de loep genomen, in zijn uitgave “het Molenmagazine” nr.1 maart 2002. Het is te bestellen via de website www.duizendzaansemolens.nl.