Molen Het Lam (2e), Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk

Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Lam (2e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01763 a
oude dbnr.
V3641
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 01763 a Het Lam (2e) (Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk)
coll. DVM

locatie

plaats
Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk
plaatsaanduiding
aan de Langekade, aan de Kralingse Plas
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
Kralingen
streek
Rotterdam en omstreken
geo positie
X: 94323, Y: 438899
N: 51.93524, O: 4.50489

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
zeskante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

De molen stond aan de Langekade, aan de westzijde van de Kralingse plas, tegenover de Sichemstraat.

Gebouwd als snuifmolen, later ook verfmolen. Bouwjaar in de 19e eeuw, al in 1773 was hier een snuifmolen aanwezig. De molen was van H. Windau.

Gesloopt 1916, wegens graven van Waalhaven, waarbij men de grond stortte langs de Kralingse Plas.

04-03-1843 Rotterdamsche courant
"De Drie Percelen onroerend goed, bestaande in:
N. 1, het HUIS en ERVE, waarin de Tappers-Affaire wordt uitgeoefend , staande en gelegen 1 aan de westzijde van de Korte-Wijnbrugstraat, wijk B, n.° 105, te Rotterdam;
N.° 2, de WIND SNUIF- en VERWMOLEN, genaamd HET LAM, met deszelfs HUIZING, SCHUUR , WERF en ERVE, staande en gelegen aan de Langekade, n.° 3-5, in de gemeente 'Kralingen, en
N.° 3, het Stuk WEILAND, mede gelegen aan de Langekade te Kralingen, welke op laatstleden Woensdag door de Notarissen DALEN en LAMBERT, in het Locaal der Notarissen , aan de Gelderschekade te Rotterdam, zijn geveild, zullen op aanstaanden Woensdag den 8 Maart 1843, des namiddags ten 4 ure , door voornoemde Notarissen, ter zelfde plaats, worden afgeslagen."

21-10-1848 Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad

De ondergeteekende, Eigenaar van den Specerij en Pelmolen, genaamd Het Lam, staande aan de Langekade in de Gemeente Kralingen, berigt hiermede, dat dezelve in zijne Compagnieschap door T. van der Velden is waargenomen geweest; dat deze Compagnieschap met den eersten November aanstaande eindigt, en als dan door mij alleen, tot het pellen van Rijst, Gerst, en het malen van Specerijen zl worden gebezigd, beveelt zich daartoe in de gunst en recommandatie van een ieder, verzekerende eene prompte en civiele bediening. Kralingen, 20 October 1848. H.J. Windau.

11-01-1900 Rotterdamsch nieuwsblad
Door een rukwind begonnen hedenmorgen tusscben 8 uur en half negen plotseling de wieken van den korenmolen van den heer J. H. Windau aan de Lange kade 129 te Kralingen, te draaien. Daar de vanger weigerde kon men de wieken niet tot stilstaan 
brengen, waardoor deze zoo snel bleven omzwaaien, dat de as warm liep en in de kap een begin van brand ontstond. Geholpen door gasten van 5 slaagde de eigenaar er in den brand, die een dreigend aanzien had, met emmers water te blusschen, zoodat de schade tot een gedeelte van de kap beperkt bleef. Aanwezig waren de spuiten 5, 2 en 1 van Kralingen,

In 1888, na het overlijden van zijn vader Jan Baptist Martens, wordt het molenbedrijf door Adrianus Martens (1864-1922) overgenomen en voortgezet in Molen de Hoop in Waspik. 
Adrianus Martens verhuist in 1908 naar Rotterdam om in die plaats een logement met koffiehuis te gaan exploiteren. Hij verdient te weinig en reeds in het eerste jaar van de overname moet hij een dramatische stap zetten. Op 10 oktober 1908 machtigt hij J.A. Meijeren, van beroep practizijn, om namens hem zijn faillissement bij de rechtbank in Rotterdam aan te vragen, omdat hij niet in staat is zijn crediteuren te betalen bij gebrek aan geld en bovendien met de executie van een vonnis van de rechtbank in 's-Hertogenbosch van 3 januari 1908 tot inbeslagneming van zijn goederen bedreigd wordt. Het faillissement is uitgesproken op 14 oktober 1908 en opgeheven op 13 februari 1911.

Om een bron van inkomsten te verkrijgen neemt Adrianus Martens zijn beroep van molenaar weer op. Op 25 februari 1909 dient hij bij het gemeentebestuur van Rotterdam een verzoek in tot het mogen huren van de molen Het Lam aan de Langekade 123. Na de nodige reparaties aan de molen wordt via de gemeenteraad op 10 mei 1909 het besluit tot verhuring bevestigd. De bouwkundige toestand van de molen is dermate slecht dat Adrianus reeds in februari 1910 om ontbinding van de huurovereenkomst vraagt. Hierin wordt toegestemd onder gelijktijdig voorstel aan de gemeenteraad om tot sloop van de molen over te gaan.

Bron: Gemeentearchief Rotterdam, Stukken aan de Raad, inv no 3970 en 3975, folio 224 en 226, fiche 1711 en 1736
Paul Snoeij, 8 januari 2008.

aanvullingen

trivia

Op de tekening Molen 't Lam aan de westzijde van de Kralingse Plas, achterzijde van de Langekade, nabij Het Baarsje.

NB De aangegeven locatie is een schatting naar de TMK.