1832:
In het kadaster van 1811-1832 komt de molen wel al voor
1853:
Waarschijnlijk verving de molen een op 23 mei 1853 verbrande snuif-, pel- en specerijmolen (De Nijverheid). Eigenaar was J. van der Haven.
De molen heeft later ook beenderen vermalen voor lijmfabricage en heeft nog als veevoedermolen gediend.
25-09-1932: De molen is verbrand op zondag 25 september 1932, zie de krantenartikelen
Na de brand werd geld ingezameld voor herbouw, maar de gemeente die andere plannen met de grond had stak hier een stokje voor.
26-09-1932: Middelburgsche Courant
Branden:
Zondagavond is brand uitgebroken in de van hout opgetrokken en met rieten dak gedekten molen, staande aan de Lange Kade bij de Kralingsche Plas te Rotterdam. Het vuur greep zeer snel om zich heen en na enkele uren stortte de molen met donderend geraas neer. De molen was eigendom van de gemeente Rotterdam en verhuurd aan den heer J. van den H., die er een veevoederfabriek in had gevestigd. Zeer veel grondstoffen zijn een prooi der vlammen geworden. Oorzaak van den brand is onbekend, doch men vermoedt kwaadwilligheid.
27-09-1932: De Telegraaf
Rotterdam, 26 sept. Omtrent den brand in den molen van den heer v.d. Have aan de Lange Kade alhier, kan nog het volgende gemeld worden: Toen men lang na het middernachtelijk uur bezig was met het nablusschingswerk sprong plotseling een buis van de waterleiding. waarschijnlijk door den groooten druk die op den grond door het instorten van den molen was ontstaan. De motorspuit moest toen weder in werking worden gesteld. Steeds ontbrandden opnieuw stukken hout of balken van het rieten dak. Eerst om 1.10 uur werd het nablusschingswerk overgegeven aan de afdeeling brandbluschmiddelen die met drie stralen gedurende het grootste gedeelte van den nacht bleef doorwerken. Hedenmorgen begon men met het ontruimen van den gewonenden weg, waarop een gedeelte van den molen was neergestort.
Nader vernemen wij nog dat de heer v.d. Have niet was verzekerd. Hij had nog enkele partijen veevoeder in den molen opgeslagen terwijl zich voorts nog verschillende partijen meel van zijn klanten in den molen bevonden.
27-09-1932: Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant
De molenbrand te Rotterdam.
De veronderstelling dat de oorzaak van den brand in de molen 'de Hoop' aan kwaadwilligheid te wijten zou zijn. De politie stelt thans een onderzoek in naar de werkelijke oorzaak. Vermoedelijk is er onvoorzichtigheid in het spel geweest.
