Molen (Naamloos), Retranchement

Retranchement, Zeeland
b

korte karakteristiek

naam
(Naamloos)
modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
herbouwd
1717 / 1948
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Molenstraat 1
4525 AE Retranchement
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01673
oude dbnr.
B906
Meest recente aanpassing
| Streek
media-bestand
Molen 01673 (Naamloos) (Retranchement)
Frank Moerland (4-11-2017)

locatie

plaats
Retranchement
gemeente
Sluis, Zeeland
streek
West-Zeeuws-Vlaanderen
kadastrale aanduiding
Gemeente Sluis, sectie K, nr. 552
geo positie
X: 15583, Y: 375218
N: 51.34897, O: 3.38584
biotoopwaarde
1 (slecht)
landschappelijke waarde
Niet al te groot; staat behoorlijk door bebouwing en begroeiing ingesloten

contact en bezoek

bezoek/postadres
Molenstraat 1
4525 AE Retranchement
molenaar
A.J. Voogdt
telefoon
0117-391359
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

In juli en augustus woensdag en zaterdag 13.00 - 17.00 uur; overige maanden op afspraak

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
ja
informatie voor scholen

Na telefonische afspraak

bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van (Naamloos) via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
Kast steenrood geverfd, wit afgebiesd; voorzijde gedekt met schaliën
kap
Gedekt met schaliën
inrichting

Eén koppel 16der kunststenen en één koppel 15der blauwe stenen; pelsteen; kammenluiwerk

versieringen

De kap heeft witte windveren aan de achterzijde en een windvaantje in de vorm van een zeepaard.

plaats bediening
grondzeiler
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
Zetelkruiwerk. Kruirad.
vlucht
20,70 / 20,80 m.
vang
Hoepelvang (hout). Vangbalk met haak; binnenvangstok. Pal.
overbrenging

Voorste bovenwiel (tandkrans trapzijde) 54 kammen
Steenschijfloop 11 staven
Overbrengingsverhouding 16der stenen 1 : 4,91

Voorste bovenwiel (tandkrans borstzijde) 43 kammen
Tussenschijfloop 10 staven
Spoorwiel 29 kammen
Pelschijfloop 10 staven
Overbrengingsverhouding 1 : 12,47

Achterste bovenwiel 41 kammen
Steenschijfloop 10 staven
Overbrengingsverhouding 15der stenen 1 : 4,10

hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 438, Derckx
Derckx
✉︎ 438 buiten 1982 1982 buiten aanw. 20,80
Derckx ✉︎ 439 binnen 1982 1982 binnen aanw. 20,70
Pot ✉︎ 2231 binnen 1912 1948 binnen 1981 20,64
Pot ✉︎ 2359 buiten 1915 1922> buiten 1981 21,00
wiekverbeteringen

Vanaf de restauratie na de zware oorlogsschade (1948) is hier volop geëxperimenteerd met het systeem Fauël (fokwieken) mede volgens de ideeën en uitvoering(en) van de in Zeeuws-Vlaanderen geboren molenkenner I.J. de Kramer. Rond 1965 werden de fokken, de molen stond toen al stil, verwijderd. 
Bij de eerste grote restauratie daarna werden de nieuwe roeden Oud-Hollands opgehekt.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As g.n., Boddaert & Co.
Boddaert & Co.
✉︎ g.n. ? aanw. 04,56
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
geschiedenis

In een resolutie van de Raad van State van 24 juli 1643 werd aan Bartholomeus de Vos toestemming voor de bouw van een molen op deze plaats gegeven. Vroeger werd er ƒ 15,-- windrecht betaald.

Het ingehakte jaartal 1818 in de console op de borstnaald onder de windpeluw suggereert een jaar van belangrijk herstel. Tot nu toe werd steeds aangenomen dat de molen in dat jaar was herbouwd nadat hij eerder bij zware storm was omgewaaid.
Het blijkt niet zo te zijn, althans: de molen is inderdaad omgewaaid, maar dan 100 jaar eerder, namelijk op 1 september 1717. Het gebeurde tijdens een zware storm, die meer molens in Zeeland en op de Zuidhollandse eilanden verwoestte.
Vervolgens heeft men de huidige molen, ca. 70 meter noordwestelijker van de eerdere plek, met onderdelen van de omgewaaide oude molen herbouwd.
Over herbouw in 1818 is niets te vinden in de archieven, dat jaartal staat in de borstnaald maar zegt verder niets, kan ook slaan op herstellingen die toen zijn uitgevoerd.

Na J. de Haas werd A.L. Basting eigenaar; die verkocht zijn molen in 1861 aan J. Adriaanse. In 1873 nam A.A. Brevet de molen over en vertrok Adriaanse naar de Oranjemolen in Vlissingen.
P. de Bruyne Jzn. nam in 1891 de molen van Brevet over; in 1909 werd W.J. Visser eigenaar. Diens zoon werd in 1931 voor 2/3 deel moleneigenaar en moest 1/3 laten aan de heren P. van Grol en I. Voogdt.

De molen overleefde de Tweede Wereldoorlog, zij het zwaar beschadigd. Het herstel van 1948 ging met veel 'kunst en vliegwerk' gepaard en was bepaald niet nauwkeurig. Maar dat was toen ook niet het doel: men wilde de molen weer in bedrijf krijgen en dat lukte. Het koppel 15der blauwe stenen werd, tezamen met het achterste bovenwiel, verwijderd. Wat overbleef was een koppel 16der kunststenen, aangedreven door een tweedehands bovenwiel, afkomstig van de standerdmolen in Lamswaarde. De in 1948 aangebrachte fokwieken met remkleppen op de buitenroede werden in 1965 verwijderd. Op dat moment was de molen al twee jaar buiten bedrijf.
In 1977 besloot de raad van de gemeente Sluis, de molen aan te kopen van de familie Visser (oud-molenaar Visser was in 1975 op 87-jarige leeftijd overleden).

In 1982/83 werd de molen grondig opgeknapt. Hierbij heeft men veel onnauwkeurigheden uit de naoorlogse periode zoveel mogelijk ongedaan gemaakt.
Helaas ging de conditie toch weer snel achteruit: in 2000 was het alweer noodzakelijk een houten onderstempeling aan te brengen, in afwachting van een nieuwe restauratie.
In 2002 werd hiermee begonnen; 17 mei 2003 werd de molen geopend na een ingrijpende restauratie; hierbij is de situatie van vóór 1948 hersteld, ditmaal ook inclusief een pelsteen. De beide steenschijven zijn opvallend conisch van vorm.

Rond 2018 heeft de molen geruime tijd stil moeten staan: nadat het windpeluw was vernieuwd, het voorkeuvelens hersteld en ook reparaties aan bovenwiel en vang waren uitgevoerd, kon deze molen in het najaar van 2019 weer draaien.

De gietijzeren bovenas zit vrijwel 'ingepakt' en draait in een houten hals'steen' met bronzen lager. Toenmalig eigenaar A.A. Brevet liet zijn naam op de as meegieten. Die moet dus tussen 1873 en 1891 hier zijn aangebracht.

De algemene indruk: in deze kleine standerdmolen is enorm gewoekerd met de ruimte. Met zijn twee bovenwielen en drie koppel stenen is de kast bepaald vol te noemen!

 

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen heeft, voorzover bekend, nooit een naam gehad.

unieke eigenschap

Eén van de zeer weinige molens met een houten hoepelvang. De vang in deze molen is bovendien de enige historische; die van Zuidzande en Hulst zijn reconstructies.

Dit is de meest westelijk gelegen molen van Nederland.
En dan ("toeval is logisch"): de meest oostelijk gelegen molen is óók een kleine open standerdmolen, namelijk die te Bourtange, in de provincie Groningen.

literatuur

Archiefonderzoek door A.J. Wisse, gepubliceerd in "De Windmolen" nr. 159 (mei 2016).

foto's

foto's