Molen van Janssen, Ottersum

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1854

verdwenen

1939

1933 verbrand 1939 restant gesloopt

geschiedenis

In 1853 kreeg Joseph Hubert Edmond Janssen molenaar in Goch in Pruisen, toestemming van het provinciaal bestuur om in Ottersum een windgraan- en oliemolen op te richten.

In 1854 kon de stenen bergmolen die aan de Vlaspoort even ten noorden van de dorpskom stond, door Janssen in gebruik worden genomen. Het was een forse molen vergelijkbaar met 'de Reus' in Gennep (Tenbruggencatenummer 01620).

Bij boedelscheiding in 1885 kreeg zijn zoon Jan Bruno, die vele jaren bij zijn vader op de molen heeft gestaan de molen met twee percelen bouwland toegewezen.

In 1888 verkocht hij de molen aan Gerardus Franciscus Hubertus van de Loo (geb.29-04-1859 – overl. 3 mei 1913) landbouwer van beroep, gehuwd met Catharina Goossens (geb. 14-08-1859 – overl. 18-09-1948). Zij kregen 10 kinderen. Hun eerstgeboren zoon kwam als kleuter om het leven. Hij werd door de wentelende wieken meegezogen en werd vanaf de omloop naar beneden gesmakt. Het drama bleef de familie achtervolgen, in november 1891 brandde het woonhuis en de aangrenzende schuur en stallen geheel uit door een blikseminslag. Alles werd weer herbouwd maar 10 jaar later op 1 oktober 1904 begon molenaar G.F.H. van de Loo een hulppostkantoor.
In een paar kamers van het oude molenaarshuis werd een klein postkantoor gevestigd voor Ottersum, Milsbeek en omgeving. De twee zonen van Graad van de Loo waren molenaar en postbeambte. Uiteindelijk kozen zij voor een functie bij de PTT.

Het dorp had zich in de loop der jaren uitgebreid, zodat de molen bij de kom kwam te staan, waar een nieuw woonhuis werd gebouwd. In het begin van de 20e eeuw plaatste Van de Loo een maalstoel met een 20 PK petroleummotor als hulpkracht.

Na het overlijden van haar man in 1913 zette de weduwe Van de Loo met een knecht het maalbedrijf tot in het begin van de jaren twintig voort. Knecht was eerst Wim Verstraate, daarna Wim Verouden. Zij plaatste in het vakblad "De Molenaar" enige advertenties, waarin zij het bedrijf te koop aanbood. Het duurde tot 1931, voordat de molen werd verkocht.De nieuwe eigenaren werden de Gebr. Antoon en Arnold Hermans uit Haps (N.B.). Arnold was molenaar van beroep, Antoon landbouwer.

Westfriesch dagblad onze courant, 07-09-1933
Een molen afgebrand. Woensdag ontstond brand in den graanmolen van den molenaar Hermans te Ottersum. Aangewakkerd door den krachtigen wind stond weldra de geheele boerderij in lichtelaaie, waartegen de inmiddels verschenen brandweer niets kon uitrichten. Onder een donderend geraas stortten weldra de wieken naar beneden, waarbij een nabij gelegen perceel, bewoond door de weduwe v. d. Loo vrij zwaar werd beschadigd. Door spoedig ingrijpen van de brandweer kon hier erger worden voorkomen, zoodat deze woning behouden kon blijven. De geheele molen, alsmede de inboedel en een groote voorraad meel gingen in de vlammen verloren. Omtrent de oorzaak van den brand tast men in het duister. De schade wordt door verzekering gedekt.

Woensdagmorgen 6 september 1933 brandde de molen uit. Met de motormaalderij werd het bedrijf nog tot 1937 voortgezet. In dat jaar werd Johannes Michaël Tesser uit Ubbergen eigenaar. Nog in hetzelfde jaar kocht Johannes Theodorus Rutten, metselaar in Ottersum de opstallen. Twee jaar later werden die afgebroken.

*Middelburgsche Courant, 08-09-1933; p 7/8
MOLEN DOOR BRAND VERNIELD
De molen van den heer H. te Ottersum nabij Venlo is door brand geheel vernield. Bij het naar beneden vallen der brandende wieken werd de woning van de wed. Van de L. vrij ernstig beschadigd. Molen, inboedel en voorraad gingen verloren.

nog waarneembaar