Molen Standerdmolen bij Sluis XI, Someren

Someren, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Standerdmolen bij Sluis XI
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01576
oude dbnr.
V11787
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 01576 Standerdmolen bij Sluis XI (Someren)
Ansichtkaart, collectie Frans Weemaes

locatie

plaats
Someren
plaatsaanduiding
Zuid-Willemsvaart
gemeente
Someren, Noord-Brabant
streek
De Peel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Someren B (1) 800 Antoon Dressen en mede Eigenaren
geo positie
X: 178333, Y: 378388
N: 51.39417, O: 5.72246

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
halfgesloten voet
inrichting

1 koppel 17der kunststenen; kammenluiwerk

plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
vlucht
24,75 m, oud-Hollands
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis

In 1738 werd de molen verbouwd en werd in 1767 verkocht aan Evert van der Grinten, wiens nazaten de molen tot 1915 in eigendom hielden.

In 1954 werd de toen stilstaande molen gerestaureerd, maar vlak voor de geplande feestelijke ingebruikname (11 december) liep de molen zware stormschade op (4 december). De ijzeren askop raakte los van de houten as, waarna deze met beide roeden naar beneden stortte. Toch lukte het om de molen in mei 1955 op te leveren, met de roeden van de kort tevoren gesloopte standerdmolen van Beugen. Gemalen werd er echter niet meer, de molen raakte langzamerhand opnieuw in verval en werd ook een prooi voor vandalen.

In 1978 werd de molen op zijn plaats bij Sluis XI aan de Zuid-Willemsvaart afgebroken en daarna herbouwd op de huidige plaats.

aanvullingen

trivia

De molen is de voormalige banmolen van de Norbertijnenabdij te Postel (Belgiƫ). Dit wil zeggen dat omwonenden verplicht waren om hun meel op deze molen te laten malen, waardoor de abdij een vaste bron van inkomsten had.