Molen Polder Schellinkhout, De Kleine Molen, Schellinkhout

Schellinkhout, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Schellinkhout, De Kleine Molen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01469 j
oude dbnr.
V6582
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01469 j Polder Schellinkhout, De Kleine Molen (Schellinkhout)
uitsnede

locatie

plaats
Schellinkhout
gemeente
Drechterland, Noord-Holland
streek
Drechterland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Schellinkhout C (1) 169 De Polder Schellinkhout
geo positie
X: 136221, Y: 516652
N: 52.63705, O: 5.10980

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Scheprad
Later vijzel 1,50 m diam.
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
19,8 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
De molen bemaalde de 650 ha grote polder door middel van een kolk en uitwateringssluis op de voormalige Zuiderzee. Evenals dat in omliggende polders het geval was, zal ook in deze polder in de 16de eeuw de windbemaling al ingevoerd zijn geweest. Op een van 1603 daterende kaart is de molenkolk aangegeven met aan het eind daarvan een duidelijk als binnenkruier getekende molen.

De in 1915 afgebroken achterste molen, die De Kleine Molen werd genoemd, moet dus de eerste molen van de polder zijn geweest. De vrij kleine vlucht van 19,8 m en de gedrongen vorm die deze molen had, bevestigen dit en maken het zelfs zeer waarschijnlijk dat hij nog van de 16de eeuw dateerde. Al in het begin van de 17de eeuw moet zijn gebleken dat één molen voor bemaling van deze polder niet meer voldoende was.

Op een van 1638 daterende kaart staat de nu nog bestaande molen in elk geval al als tweede molen aangegeven. Ter onderscheiding van de andere werd hij De Grote Molen genoemd. Ongetwijfeld heeft de bouw ervan verband gehouden met de verminderde uitmalingscapaciteit van De Kleine Molen. Het maaiveld van de polder zakte door inklinking a.g.v. de bemaling. Het water moest van een steeds dieper gelegen waterpeil uitgemalen worden. Dit probleem deed zich bij alle Noord-Hollandse polders voor.

De oorspronkelijk met een scheprad uitgeruste molens zijn in de 19e eeuw vervijzeld. De nu nog bestaande Grote Molen in 1861 en de verdwenen Kleine Molen in 1862.

In 1900 is naast De Grote Molen een hulpgemaaltje geplaatst, bestaande uit een door een petroleummoter gedreven centrifugaalpomp.

De capaciteit van dit gemaal werd in 1914 zodanig vergroot (petroleummotor van 50 pk met centrifugaalpomp) dat de beide windmolens buiten bedrijf konden worden gesteld. De Kleine Molen is hierna in 1915 voor ƒ 310,- voor afbraak verkocht. De gebroeders De Boer uit Oostzaan namen op 15 juli 1915 aan om de Kleine Molen te slopen voor ƒ 310,- en wel voor 1 januari 1916. Een en ander inclusief de vijzelkuip en de uitwateringsmond.

Bron: Nederlandse Molendatabase, dbnr. 709.