Molen De Werkhorst, Meppel

Meppel, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
De Werkhorst
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen, runmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01469 b
oude dbnr.
V3823
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 01469 b De Werkhorst (Meppel)
deel onderstaande foto

locatie

plaats
Meppel
plaatsaanduiding
nabij Meppel/ aan de Reest
gemeente
Meppel, Drenthe
plaats(en) voorheen
buurtschap Werkhorst
streek
Zuidwest Drenthe
geo positie
X: 209235, Y: 522597
N: 52.68809, O: 6.18933
(coördinaten zijn bij benadering)

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting

In 1897 werd vergunning verleend voor een elektrische zaag- en schaafmolen.

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
verplaatst naar
geschiedenis

06-09-1841: Nederlandsche staatscourant

Vergunning werd verleend aan L. Kleijenberg en C.G. Slot, voor het oprigten van eenen zaagmolen aan de Reest, onder Staphorst.

11-03-1841: Op 11 maart 1841 werd aan Lucas Kleijenberg en Conradus Slot door Gedeputeerde Staten van Overijssel vergunning verleend " tot het daarstellen van eenen zaagmolen " op de landhoeve "Werkhorst" aan de oever van de Reest. 
Het terrein waarop de molen verrees werd niet door gebouwen omringd, zelfs niet op enige afstand.
De molen, een achtkante stellingmolen, gebouwd op een houten zaagschuur, heeft gestaan aan de westzijde van de Werkhorst, op de plaats waar momenteel garage Kroeskop is gevestigd.
Nabij de molen bevond zich een "balkengat", dat in open verbinding stond met de Reest.

11-03-1842: Op 11 maart 1842 verlenen Gedeputeerde Staten van Overijssel aan Lucas Kleijenberg en Conradus Gerrit Slot vergunning tot het plaatsen van een houtzaagmolen op de landhoeve Werkhorst aan de Reest, welk een terrein door geen gebouwen, zelfs op verwijderde afstand was omringd. Kleyenberg, in 1803 te Meppel was geboren, was eerst koopman en leerlooier, later zaagmolenaar. Toen hij nog apotheker was, was Jan Wieten houtkoper-timmerman enige malen getuige bij een geboorte aangifte van kinderen van Slot. Is het gewaagd te veronderstellen dat deze houtkoper betoogd heeft dat er behoefte bestond aan een tweede zaagmolen in, of bij Meppel?

20-07-1850:  Meppeler Courant

De molen werd te koop aangeboden. De inzet was blijkens dit krantebericht aan de lage kant.

Mogelijk is de molen wegens een te geringe opbrengst in dat jaar niet verkocht.

1862: Lucas Kleyenberg vestigt zich in 1862 als zaagmolenaar bij de molen, komende uit Meppel. Na zijn dood in 1869 zal zijn zoon Geert, geboren in 1838 te Meppel, de leiding geheel op zich hebben genomen. Het 19e eeuwse pand Werkhorst 32 was het woonhuis van de familie Kleyenberg.

12-12-1896: In de notulen van B. en W. der gemeente Staphorst d.d. 12 december 1896 komen we de naam Kleijenberg opnieuw tegen. 
Geert Kleijenberg, die het bedrijf na de dood van zijn vader in 1869 had voortgezet, verzocht samen met zijn compagnon Abraham Stolle, vergunning voor het oprichten van een houtzaag- en schaafmolen, in werking gebracht door stoom en elektriciteit.
Tijdens de zitting, die op 28 december 1896 ten gemeentehuize belegd werd, kon men eventuele bezwaren tegen de plannen indienen.
Er verscheen niemand, zodat niets de vergunning in de weg stond.

Omstreeks 1896 trad Abraham Stolle op als compagnon van Geert Kleyenberg; het volgende jaar wordt elektriciteit als beweegkracht aangebracht.

09-01-1897: Vergunningen werd  afgegeven. 
De dagen van de windmolen waren toen vanzelfsprekend geteld. Blijkens de lijst van verdwenen Drentse molens werd de molen op de Werkhorst in 1902 afgebroken.
Deze stellingmolen stond oorspronkelijk op het grondgebied van de gemeente Staphorst.
In 1961 werden ten behoeve van de buurgemeente Meppel enige grenswijzigingen uitgevoerd, waarbij de buurtschappen de Werkhorst en Hesselingen bij de gemeente Meppel gevoegd werden.
Hans de Kroon, 3 nov. 2004. 

In 1902 wordt de molen van de hand gedaan en afgebroken. Het balkengat is nog lang gehandhaafd gebleven 

28-01-1903: De Molenaar
"Onverantwoordelijk 
Bij 't sloopen van den houtzaagmolen "De Werkhorst" te Meppel schroefde de werkman Hk. H. een groote ijzeren bout, 20 K.G. wegende, boven in de kap los. Hij scheen geen zin te hebben 't zware voorwerp naar beneden te dragen; hij wierp 't althans naar beneden, waar het neerkwam op 't hoofd van den molenaarsknecht G. de Lange van 't naburige Koekange. De ongelukkige jongeling, die eerstdaags in 't huwelijk zou treden, overleed binnen een half uur." 
Erik Stoop, 9 jan. 2007. 

Het slachtoffer was de 27-jarige Gerrit de Lange, geboren te Wemmenhove op 17-02-1875 op. Hij overleed te Hesselingen op 21-01-1903 om 11 uur. (Overlijdens- en geboorte akte – Open archief / Historisch Centrum Overijssel)

aanvullingen

wetenswaardigheden

Met het achtkant van deze molen werd de molen 'Welkom'te Lutten (dbnr. 137) herbouwd na de brand van 1900 
Informatie: Erwin Esselink, 5 nov. 2004.

De molen stond ter plaatse waar nu garagebedrijf 't Balkengat van de Fa. Rijkmans te vinden is. 
Het bouwjaar 1842 was ingedekt in het riet. Het balkengat liep van de molen tot aan de Rijksweg en stond in verbinding met de Reest.

trivia

De aangeven locatie is een schatting naar de TMK van 1890.

Werkhorst viel vroeger onder de gemeente Staphorst, maar is sinds 1961 onderdeel van de gemeente Meppel. 

De oorspronkelijke standplaats was langs de Rijksweg te naar Staphorst, na 1 juli 1861 werd de molen vermoedelijk verplaatst naar 't Balkengat te Meppel.

Volgens de boekhouding van zeilmakerij Wouda te Meppel werden er voor deze molen zeilen gehuurd van de periode 1876 tot 1902. Er werden zeilen gehuurd voor een molen met een vlucht van 74 voet.

Waarschijnlijk is hier in Drenthe gebruik gemaakt van de Amsterdamse voet, deze is ruim 28 cm. andere maten zijn de Utrechtse stadsvoet (26,8 cm). De Friesche koningsvoet(32,6 cm), de latere Friese of Deventer houtvoet (29,5 cm)