Molen De Standvastigheid / De Vastigheid, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Standvastigheid / De Vastigheid
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
runmolen, trasmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01424
oude dbnr.
V1885
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 01424 De Standvastigheid / De Vastigheid (Harlingen/ Harns)

coll. DVM 

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
gemeente
Harlingen, Fryslân
plaats(en) voorheen
Almenum
kadastrale aanduiding 1811-1832
Sexbierum A (3) 558 gebouw: erven Wieger Harmens grond: Abraham Fredriks de Ruiter, gortmaker
geo positie
X: 157262, Y: 575512
N: 53.16631, O: 5.42103

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
66 3/4 voet
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
wederopbouw
herbouwplannen
geschiedenis

Het terrein voor de molen werd door de koopman Allard Scheltinga in eeuwige huur afgestaan aan Augustinus Robbertus van Dalsen (notaris), Pieter Tetrode (koopman en zoutzieder) en Johan Daniël Toussaint jr. (koopman en mede-burgemeester). Deze drie personen lieten de molen bouwen. De molen had een vlucht van 66 3/4 voet en een stellinghoogte van 26 voet.

De drie eigenaars verkochten in 1785 de Uitmuntende Ronde Steenen Eik- of Runmolen, met de HUIZINGE, en twee groote Schorsschueren (Leeuwarder Courant, 12-02-1785) aan koopman Ale Andries en zijn vrouw Trijntje Gosses.

In 1789 verkochten zij de molen aan Okke Jurjens van der Stok, die daarop zijn kleinere molen dichter bij Harlingen verkocht (Tenbruggencatenummer 17142). Okke ging met De Standvastigheid ook cement, schulpzand, tufsteen en marmer malen.

Waarschijnlijk in verband met de afwezigheid van een opvolger en mogelijk een slechte gezondheid (Okke stierf in 1807) verkocht Okke de molen in 1805 aan Wijger Harmens en zijn vrouw Elizabeth Mollema. Na de dood van Wieger in 1829 ging het bedrijf, de fa. Harmens en zonen, over op zijn zoons Hermanus, Hein, Kornelis en Anneüs. Zij verkochten het bedrijf met molen in 1838 aan Jan Fontein Tuinhout. Er werd toen ook in looderts gehandeld, maar mogelijk niet meer in run.

Jan was een man van aanzien (hij was lid van de Kamer van Koophandel, de Gemeenteraad en Provinciale Staten) en bediende de molen zeker niet zelf. In 1857 vroeg hij een meesterknecht en er werkte ook een kuipersknecht die de tonnen voor de producten vervaardigde. Jan had ook een dakpannen- en vloerenfabriek.

Bij de brand van de naastgelegen pelmolen Java in 1860 vatte De Valk vlam, maar kon gelukkig behouden worden.

In 1881 associeerde Jan Fontein Tuinhout zich met de kantoorbediende Augustus Goëtius Fontein, een verre familieverwant. Ingaande 1882 werd onder de naam Firma J. Fontein Tuinhout het bedrijf voortgezet als fabriek van dakpannen en vloeren, gemalen looderts, cement en krijt. In 1885 overleed Jan en zette Augustus het bedrijf voort.

-----

Leeuwarder Courant, 12 maart 1785

R. van DALSEN, Publycq Notaris te Harlingen, zal aldaar in de Herberg Roma op Woensdag den 16 Maart 1785 by de Provisioneelen Palmflag, 's avonds op 5 uur Publycq by Strykgeld Praesfenteeren te verkoopen:
Eene Uitmuntende Ronde Steenen Eik- of RUNMOLEN, met de HUIZINGE, en twee groote Schors schueren , daar by zynde alles in den jaare 1779, op een koud steed Nieuw gebouwd, staande en gelegen buiten de Kerkpoort van Haringen aan de Bolswerder Vaart onder Almenum en kan op den 12 May 1785 door den kooper aangevaard worden. Breeder by Billetten Geëxpriineerd. Waar op gebooden is 3201 g gls.


-----

Leeuwarder courant, 1 september 1804

De Notaris W.J. Vettevogel te Harlingen, gedenkt op Woensdag den 19 September 1804 's namiddags te twee uur, ten huize van H. Winter, Castelein in het Heeren Logement te Harlingen, in het openbaar, Finaal te Verkoopen:
Ene Steenen EIK of RUN SEMENT en SCHULPZAND MOLEN, met een fraaye HUIZINGE, groote SCHORSSCHUUR, ZON of DROOGPLEK, en verdere annexen, alles in den jaare 1779 nieuw gebouwd, staande en gelegen even buiten de Stad Harlingen aan de Vaart, zodanig door den Eigenaar Okke J. van der Stok met goed succes wordt gedreven. Waar op geboden is 5400 Car.Gls. 10Strs.


-----

Augustus verkocht het bedrijf in 1914 aan Frits Simonsz, ook een verre familieverwant van Augustus en Jan.

Rients van der Veer vierde in 1926 zijn 40-jarige jubileum op de molen en bij zijn overlijden op 74-jarige leeftijd in 1928 was hij nog steeds molenaar van beroep. Willem Zeinstra was in 1895 al cementmolenaarsknecht en vierde zijn 25-jarige jubileum in 1920 als 'cementwerker'.

De fabriek van gemalen krijt, tras, dakpannenglazuur en bruinsteen, nog steeds onder de naam J. Fontein Tuinhout en gedreven door F. Simonsz., werd in 1931 opgeheven.

In 1934 werd de stilstaande molen als 'De Vastigheid' verkocht aan Broer Soolsma uit Harlingen die hem liet afbreken. De molen was één van de weinige ronde stenen stellingmolens in Friesland (ook in Leeuwarden en Franeker stonden stenen molens).

Bronnen:
molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.
Uit de knipseldoos, art. door Popke Timmermans in De Utskoat, nr. 54, juni 1989.

nog waarneembaar

Aan het begin van de wijk, op de hoek van de straten De Java en De Eendracht, is een later teruggevonden molensteen van De Standvastigheid verwerkt in een eenvoudige constructie die de herinnering aan de molen oproept. Het monument is geplaatst op initiatief van de vereniging Oud Harlingen en werd onthuld op 8 november 1995.
Bron: de website van de Harlinger Molens.
Informatie van Redmer Holwerda, 15 maart 2009.

 

De steen heeft een diameter van 97 cm en is 39 cm dik. Het gat in het midden is vierkant, 29 cm. Het gaat hier kennelijk om een vrij ver versleten roller van een kollergang van, gezien het ruwe oppervlak, een cementmolen. De steen werd in 1986 gevonden op enkele honderden meters van waar De Standvastigheid heeft gestaan, en lag daarna in de tuin van een nabijgelegen woonhuis.
Bron: De Utskoat, nr. 44, dec. 1986.

aanvullingen

trivia

De laatste bewoner van het molenhuis was "Luie Willem", over zijn luiheid deden de sterkste verhalen de ronde in Harlingen. Om bij deze molen te komen, moest men ofwel met een bootje over de Bolswardervaart of via de zeedijk. Dit laatste betekende wel een omweg van ca. 1½ km.
Nu ging het verhaal, dat de ouders van Willem op een zondag uit de kerk kwamen. Het stortregende en ze riepen vanaf de overkant om de boot. Willem riep hun toen toe: "Loop maar om, want het is beter dat er 2 nat worden dan 3". Of dit op waarheid berust is uiteraard niet na te gaan.
Bron: Molens bij Harlingen, artikel door J. Brunsmann in De Utskoat, nr. 38, juni 1985.
-----

Ten Bruggencate meldt ten onrechte dat de molen ook wel De Adelaar werd genoemd. Dat zal betrekking hebben gehad op de nabijgelegen zaagmolen "de Arend" of "d'Arent".
D. Bunskoeke, 18 mei 2013

foto's

foto's