Molen van Lombok, Maastricht

Maastricht, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
Molen van Lombok
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
adres
Jekermolenweg 84
6212 NL Maastricht
beek
Jeker
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01145
oude dbnr.
B438
Meest recente aanpassing
| Overig
media-bestand
Molen 01145 Molen van Lombok (Maastricht)
Situatie na restauratie van het rad. Behalve dat alle schoepen zijn vernieuwd is ook de as gericht.
Theo Bakker (15-3-2015).

locatie

plaats
Maastricht
beek
Jeker
gemeente
Maastricht, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Maastricht, sectie O, nrs. 5181 en 5421
geo positie
X: 175248, Y: 316125
N: 50.83463, O: 5.67461
biotoopwaarde
landschappelijke waarde

contact en bezoek

bezoek/postadres
Jekermolenweg 84
6212 NL Maastricht
molenaar
telefoon
e-mail

website
social media
open voor publiek
nee
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van Molen van Lombok via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting

Eén koppel 17der en één koppel 16der kunststenen; pletterij; elevator

gangwerk
ijzer, spoorwielaandrijving
wateras
ijzer
rad
traditioneel
rad diameter
04,95 m.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
omwentelingen
geschiedenis

Even ten zuiden van Maastricht in de buurtschap Biesland is vanaf de Cannerweg in de richting van de Jekermolenweg een groepje dichtbij elkaar gelegen witte gebouwen te zien. Hier lagen drie watermolens op de Jeker; twee op de linkeroever en één op de rechteroever. De molen op de rechteroever werkte met twee waterraderen. De molenweg eindigt op het erf of de plaats van de molens op de linkeroever. De voorste molen is de thans nog bestaande molen van Lombok, zoals hij wordt genoemd. Van de achterste molen bestaat nog slechts het gebouw. Een voetpad tussen de molen en het rijtje huizen leidt naar een bruggetje en de rechteroever, waar de molen met de twee waterraderen op het grondgebied vande vroegere gemeente Sint Pieter lag. Vanouds werd de weg zowel op Oud-Vroenhovens- als op Sint Pietersgebied de Molenweg genoemd.

Om de plaats en de eigenaren van de zo dichtbij elkaar gelegen molens te kunnen vaststellen is gebruik gemaakt van de eerste kadasterkaarten, het zogenaamde Minuutplan. Op deze kaarten, die omstreeks 1830 werden vervaardigd, zijn de bebouwde en onbebouwde percelen die door de landmeters werden opgenomen, in tekening gebracht.
In de Franse Tijd was de molen eigendom van Willem Gilessen en zijn echtgenote Eva Mathijsen. Zij stierven omstreeks 1800 en lieten twee minderjarige kinderen na: Walter en Gertrude. Gertrude huwde later Thomas Daemen. Zij overleefde haar echtgenoot en haar broer en erfde de molen. In 1829 verkocht zij de goederen aan de Molenweg aan Johan Rouffaer. In die tijd was het een graanmolen met twee koppel stenen en een houten waterrad.
Arnold Rouffaer, die intussen eigenaar was geworden, verkocht de molen met aanhorigheden in 1834 aan Gilles Loneux. In de daarop volgende jaren werd in het gebouw een aantal veranderingen aangebracht.

Sinds de opheffing van het beleg van Maastricht door de Belgen in 1839 lag de graanmolen stil. Loneux, wiens bedrijf in Maastricht uit verschillende graanmolens bestond, vroeg in juli 1840 toestemming aan het voorlopige provinciaal bestuur om de molen voor een proefneming voor het malen van verfhout in te richten en de kleurstof in Maastricht en in de provincie vrij van rechten te verkopen. Een antwoord daarop bleef uit. Loneux diende daarom kort daarna een tweede verzoek in, waarin hij tevens toestemming vroeg om een volinrichting in de molen te plaatsen. Hij motiveerde dit verzoek met er op te wijzen dat de fabriek van Hanckar in Maastricht, hierna genoemd, was afgebrand en dat de lakenfabrikanten overwogen hun wollen stoffen in België te laten vollen. Dit verzoek werd spoedig ingewilligd en de graanmolen kon als verfhout- en volmolen worden ingericht.
Blijkbaar was dit geen succes of werd de maalinrichting niet geplaatst. Evenmin is er later sprake van vollen van laken in de voormalige graanmolen. In 1841 vroeg Loneux toestemming om in de molen een houtzagerij te vestigen. Het volgende jaar vroeg Jan Pieter Hanckar uit Maastricht aan het provinciaal bestuur toestemming om in de molen van Loneux een wolspinnerij te beginnen. Deze fabrikant had in één van de Weyermolens te Maastricht een nieuwe lakenfabriek gevestigd, die in 1839 door brand verloren was gegaan. De houtzagerij en de spinnerij bleven tot 1850 in bedrijf. Reeds vóór dat jaar was Loneux eveneens eigenaar geworden van de aanpalende achterste molen. Dit was een graan- en oliemolen. Hij verkocht deze molen in 1850 aan Petrus Stevens, die er een geweerfabriek onder andere voor het trekken van lopen in vestigde. In hetzelfde jaar werden de houtzagerij en de spinnerij opgeheven om plaats te maken voor het maalwerk en de werktuigen om olie te slaan, die Loneux van de achterste naar de voorste molen liet verplaatsen.
Na zijn overlijden gingen de goederen in 1858 over op zijn echtgenote en kinderen in Maastricht.

De erven Loneux brachten de twee molens, die zij nog bezaten, in 1872 in openbare verkoop. De voorste molen werd met huis en andere goederen toegewezen aan de hoogst biedende Nicolaas Gustave Stevens, fabrikant in Maastricht, voor zich als namens zijn broers Emile Jean Lambert, Lambert Amedé e en Joseph Prosper Hubert Stevens.
Deze molen heet sinds de 'pacificatie' in 1894 van het thans Indonesische eiland Lombok door het Nederlandse leger, niet onterecht, de molen van Lombok, want door de kogels uit de lopen van de in deze molen gemaakte geweren werd de strijd daar beslecht!

De molen en het huis waren in dat jaar verhuurd aan de weduwe Daemen en haar kinderen. In de verkoop waren niet begrepen het gehele ijzerwerk en mecanique van de molen, het mecanique om de zakken op te trekken en een koppel roggestenen met toebehoren. Blijkbaar waren deze onderdelen door de pachter in zijn tijd aangeschaft.
Bij een deling, die eerder in de familie Stevens plaats vond, waren de hiervoor genoemde broers eigenaar geworden van de achterste molen met de geweermakenij en aanhorigheden.
In 1881 verkochten zij de graan- en oliemolen aan Gilles Gilessen, gehuwd met Catharina Hubertina Daemen. Hij overleed in 1894. Het echtpaar had vier kinderen: Frederik Hubertus, landbouwer, en August, molenaar, verder Agnes Hubertina en Maria Rosa Antoinetta Hubertina. In 1912 vond een boedelscheiding plaats. Eigenaren van de molen met huis, erf, stal en schuur werden August, Agnes en Rosa, die intussen getrouwd was met Petrus Johannes Bonefacius Nelen, die eveneens molenaar in Biesland was. De voorste molen of de molen van Lombok was de enige waterkorenmolen die daar nog in bedrijf was. August stierf in 1934, de molen met aanhorigheden nalatend aan zijn zusters Agnes en Rosa.

Op 22 november 1937 verkochten Agnes Gilessen en Petrus Nelen de molen met aanhorigheden aan Huub de Macker uit Meerssen, waar zijn vader eigenaar van de Groote Molen was. Het houten waterrad en de molenas verkeerden in slechte staat en moesten vervangen worden. De firma J. Derichs uit Palemberg bij Herzogenrath (D.) leverde een nieuw ijzeren waterrad, voorzien van houten schoepen met een middellijn van 4,96 m. en een breedte van 0,88 m. Enige tijd daarvoor hadden het houten gangwerk, de houten maalstoel en de oliemolen plaatsgemaakt voor een maalstoel van gietijzeren kolommen waarin het ijzeren gangwerk is opgesteld.
Op de steenzolder boven de maalstoel liggen nu een koppel 16der en 17der kunststenen, waarvan een koppel nog is voorzien van de oude achtkante steenkuip. Het ijzeren aswiel heeft een grote zeskante spiegel, waarin voordien de houten molenas was vastgespied. Tot de inrichting behoorde nog een ijzeren pletter, waarmee haver werd geplet en een dubbele houten elevator om het graan naar de steenzolder te transporteren. Het aangrenzende gebouw van de voormalige geweermakerij werd voor graanopslag gebruikt.

Huub de Macker overleed in 1953. Reeds in 1947 had hij de molen aan zijn broer Jan verkocht. Hoewel Jan in ernstige mate reumapatient was, bleef hij tot omstreeks 1960 molenaar. Daarna was het niet lonend meer voergraan met stenen te malen en de molen viel definitief stil. Jan de Macker overleed in 1980.

De molen werd in 1996 gerenoveerd en omgebouwd tot woonhuis. Het gaandewerk is echter nog geheel aanwezig en in zeer goede staat. Het is de bedoeling dat de molen weer kan gaan draaien en mogelijk ook op bijzondere dagen (zoals open monumentendag en molendagen) voor publiek wordt opengesteld. Inmiddels heeft het waterschap Roer en Overmaas besloten, de lossluizen bij de molen te renoveren. Dat maakt het in werking stellen van het molenmechanisme in de toekomst weer mogelijk.


foto's

foto's