Molen Groenendaalsmolen, Gulpen

Gulpen, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
Groenendaalsmolen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1871 / 1891 / 1953
bedrijfsvaardigheid
Niet draaivaardig (geen water en -rechten meer)
bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
adres
Pesaken 21
6271 PA Gulpen
beek
Gulp (voorheen)
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01139
oude dbnr.
B418
Meest recente aanpassing
| Overig
media-bestand
Molen 01139 Groenendaalsmolen (Gulpen)
Kees van Drie (26-8-2015)

locatie

plaats
Gulpen
beek
Gulp (voorheen)
gemeente
Gulpen-Wittem, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Gulpen, sectie G, nr. 195
geo positie
X: 188490, Y: 312013
N: 50.79704, O: 5.86219
biotoopwaarde
landschappelijke waarde
Groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Pesaken 21
6271 PA Gulpen
molenaar
-
telefoon
043-4503085
e-mail

website
social media
open voor publiek
nee
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van Groenendaalsmolen via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting

Geen water

gangwerk
wateras
rad
traditioneel
rad diameter
04,?? m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
onb.
bedrijfsvaardigheid
Niet draaivaardig (geen water en -rechten meer)
bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
omwentelingen
geschiedenis

De eerste watermolen op de Gulp onder Gulpen was de Groenendaalsmolen, gelegen in de buurtschap Billenhuizen of Billinghuizen, halverwege Gulpen-Slenaken. Aanvankelijk behoorde hij tot het landgoed Groenendaal, vroeger een omgracht kasteel waarvan alleen de hofstede met een fraaie poort is overgebleven.
Rond 1312 was de molen het bezit van Jan van Ophem. Hij was kasteelheer en eigenaar van de boerderij "Hof van Ophem" of "Groenendaal".

De Groenendaalsmolen was een bovenslagmolen, die via een molentak uit de linkeroever en een vergaarvijver van water werd voorzien. Bij de peilvaststelling in 1854 had het waterrad een middellijn van slechts 3 m. en een breedte van 1,40 m. Naast de molen lag het woonhuis en een branderij.

Bij akte van 16 april 1826 verkocht Jan Karel Lamberts, die sinds 1790 eigenaar was, de molen aan Nicolaas Müller grondeigenaar in Luik. De molen was toen al een tijd buiten werking en verkeerde in bouwvallige staat.
Bij zijn overlijden op 20 oktober 1836 liet Müller veel onroerend goed na. Zijn zoon Clement te Luik erfde 1/3 deel. Het overige deel kwam voor de helft toe aan zijn dochter Clotilde, echtgenote van de Luikse bankier Leon Nagelmaekers; de andere helft aan zijn zoon Edmond.
Edmond overleed op 27 januari 1873 te Verviers (B.). Zijn deel ging toen over op zijn zoons Georges en Charles. Clement overleed te Luik op 14 december 1882.

In de loop der jaren was de staat van de molen en de woning zo slecht geworden, dat zij gesloopt en herbouwd moesten worden. Dat gebeurde in 1871. Mergel- en baksteen waren weer de bouwmaterialen. Om ook een boerenbedrijf te kunnen uitoefenen, een combinatie, die bij veel Limburgse watermolens voorkwam, werden een schuur, stallen en een bakhuis gebouwd.

In 1891 vond een verbouwing plaats. Het houten gangwerk werd vervangen door een gietijzeren en het houten waterrad met kanjel door een plaatijzeren. De middellijn van het waterrad werd op 3,46 m. gebracht en de breedte op 1,66 m.
De houten steenbedding met twee koppel maalstenen stond langs de oostelijke kopgevel. Het gangwerk was geheel van ijzer gemaakt. In die tijd was de molen eigendom van de weduwe Clement Müller te Luik, pachter was G. Smeets.

Bij akte van 17 juni 1901, verleden voor notaris Witgens te Wittem, verkochten de erven van Nicolaas Muller de hofstede Groenendaal en de molen met boerderij aan Marcel Marie Paul Nagelmaekers, bankier in Luik. Bij de koop was niet inbegrepen een Engelse loper van de maalgang links in de molen, die door de pachter uit eigen middelen was aangeschaft. Pachter was Henri Engelen, die in 1918 door koop eigenaar werd. Na zijn overlijden deelden de erfgenamen de nalatenschap en elk van de volgende vier kinderen kreeg 1/10 deel:
-Kaspar Joseph Engelen, molenaar in Gulpen;
-Maria Anna Hubertina Engelen, gehuwd met Hubert Fourge, koopman in Gulpen;
-Johan Joseph Engelen, molenaar in Gulpen;
-Maria Anna Hubertina Engelen, gehuwd met de veekoopman Frans Peters.

In 1939 vond een ernstig ongeval plaats: de 18-jarige dienstbode van de familie Engelen, Nooteboom genaamd, werd door een draaiende as gegrepen en zo ernstig verminkt, dat zij kort daarna overleed.

In 1951 brandde de molen uit. Hij werd hersteld maar de brand had toch zijn sporen nagelaten. Het spoorwiel was gescheurd en mocht daarna niet zwaar belast worden. Na de herbouw zag het geheel er minder fraai uit dan voorheen. Voor een deel was dit te wijten aan de keuze van dakpannen. Het maalwerk werd gecompleteerd met de 16der maalstenen, steenkuipen, karen en toebehoren, afkomstig uit de windmolen van Wolfshuis bij Bemelen.

In 1953 vond een boedelscheiding van de erven Engelen plaats en werd molenaar Kaspar Joseph Engelen eigenaar. Na zijn overlijden vond een deling van de nalatenschap plaats en werden Johan Joseph Engelen, landbouwer in Noorbeek en Hubertus Johannes Winandus Fourge, chocoladefabrikant in Gulpen, elk voor 1/3 deel eigenaar.

De molen, die buiten bedrijf was, werd met aanhorigheden in 1958 geveild en daarbij toegewezen aan beide laatstgenoemde personen, die nu elk voor de helft eigenaar werden. In hetzelfde jaar verkochten zij de molen aan de kinderen Gerrekens te Gulpen.
Na scheiding en deling werd tenslotte Theophiel Gerrekens in 1966 eigenaar. Hij wilde het geheel tot woning verbouwen. Hoewel de molen geen wateraansluiting meer had, werd de landschappelijke waarde van zo'n grote betekenis geacht, dat de vereiste vergunning bijna acht jaar op zich liet wachten.


foto's

foto's