- naam
- De Boerin
- modeltype
- Kantige molen, stellingmolen
- functie
- oliemolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 01110 x
- oude dbnr.
- V3791
- Meest recente aanpassing
Molen De Boerin, Wormerveer
Wormerveer, Noord-Holland
v
locatie
- plaats
-
Wormerveer
- plaatsaanduiding
- aan de Zaan en de Noorddijk, 4e vanaf het N
- gemeente
- Zaanstad, Noord-Holland
- streek
- Zaanstreek
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Wormerveer A (1) 804 Jan Kouwenhoven
- geo positie
-
X: 114615, Y: 502305N: 52.50694, O: 4.79238
constructie
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
- verdwenen
-
1900 gesloopt tot de lege zolder 1960 romp gesloopt 1968 molenschuur gesloopt
- geschiedenis
-
De windbrief voor de Boerin werd op 23 oktober 1691 uitgereikt aan Cornelis Gerrit Simonsz.
De Boerin behoorde tot de molens die al spoedig waren opgedeeld in diverse parten. Op 9 januari 1704 bood Claes Dirksz. Root het volgende te koop aan:"3/9 parten, min 1/64 paertie" in de oliemolen de Boerin. Er werd ƒ 1400 geboden, doch dit was niet genoeg. Op 17 juni 1727 trad Aldert Wout toe tot het olieslagerscontract met de ladingen van De Boerin en De Boerenjongen. De molen zelf werd pas op 3 mei 1783 verzekerd.
In het begin van de 19e eeuw behoorde De Boerin toe aan Jan Vas, die in die tijd ook eigenaar is van 15 andere oliemolens, allemaal in de buurt van Wormer en Wormerveer. Later werd de molen eigendom van Adriaan Laan die ook de zuidelijk gelegen Bezem bezat. Net als de Bezem werd ook de Boerin verhuurd aan de Firma Wessanen en Laan, later Bloemendaal en Laan.
Uit overlevering is opgeschreven dat de Boerin een zeer zwaar lopende molen was, die zelfs met een behoorlijke storm, als alle andere oliemolens al stilstonden, nog kon draaien.
In augustus 1870 brak er brand uit in De Boerin, deze werd echter vlug geblust. De weduwe van A.Laan kreeg een bedrag van ƒ 316 uitgekeerd van het olieslagerscontract.
De Boerin werd op 10 november 1898 uitgeschreven bij het olieslagerscontract. In het jaar 1900 kwam de molen in bezit van de scheepswerf Verhoeven & Vis, zij lieten de molen onttakelen en kortten het achtkant in tot de lege zolder. In 1917 liquideerde de firma Verhoeven & Vis en werd het molenrestant verkocht aan de firma Wessanen & Laan. Aanvankelijk werd het restant als pakhuis gebruikt, later als werkplaats. In 1960, of mogelijk begin 1961, werd het resterende deel van het achtkant gesloopt. De molenschuur verdween in, of rond, 1968.
Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968
- "250 Zaanse molens" R. Couwenhoven 2001
- De Windroos deel 1 uitg. van Ver. De Zaansche Molen
- "Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912.
F. Rol.
-----
Oliemolens van de firma Wessanen & Laan
Op 22 maart 1765 gingen de heren Adriaan Wessanen en Dirk Laan een compagnieschap aan met het doel handel te drijven in zaden en aanverwante artikelen onder de firma Wessanen & Laan.
Op 6 maart 1839 werd door de firma Wessanen en Laan de eerste stap op het industriële pad gezet met de aankoop van oliemolen Het Fortuin. Deze oliemolen, staande aan de Ringdijk te Wormer, werd voor ƒ 3500 gekocht van Vasterd Vas Visser.
In 1842 volgde de aankoop van oliemolen de Boer. Deze werd in het volgende jaar weer van de hand gedaan om plaats te maken voor de beide in 1843 tezamen voor ƒ 8000 gekochte molens Bezem en Bonte Kraai. Achtereenvolgens kwamen hier nog bij: in 1844 de Witte Bijl, in 1845 de Boerin en tenslotte in 1852 de Hoop. In 1853 werd de Bonte Kraai vergroot door bijplaatsing van een oliebak van 600 vat en een pletterij, terwijl in 1857 een tweede werk werd aangebracht, in verband waarmee "het westelijk achtkant tot de dijk uitgebouwd" moest worden.
In 1857 besloot Jan Laan om als een der eersten aan de Zaan de stoomkracht in zijn bedrijf toe te passen, teneinde onafhankelijk te zijn van het wisselvallige in het windmolenbedrijf. Als eerste slachtoffer van de moderne drijfkracht viel de oliemolen de Witte Bijl. De Witte Bijl werd afgebroken en op zijn plaats verrees de stoomoliefabriek de Tijd. De inrichting van deze fabriek verschilde niet veel met die van een windoliemolen.Tekeningen zijn er niet meer, maar uit andere gegevens (rekeningen e.d.) valt op te maken dat de installatie bestond uit een voorslag en twee naslagen met bijbehorende vuisters en een zaadpletterij van twee rollen. Vermoedelijk werden de stenen van de Witte Bijl in de nieuwe fabriek geplaatst.
De stap tot het mechanische bedrijf moet wel een heel grote geweest zijn. Immers, ervaring op dit gebied had nog vrijwel niemand. Aan de Zaan was alleen Prins met zijn oliefabriek de Liefde sinds korte tijd aan de gang, terwijl in Deventer de firma Noury & van der Lande een stoomoliebedrijf bezat. Bij deze laatste firma stak Jan Laan zijn licht op voor hij tot aankoop van zijn machine overging. De keuze viel tenslotte op het engelse fabrikaat van Barrett, Exall & Andrews, welke firma ook de ketelinstallatie leverde.
In 1860 verwerkte de fabriek 900 last. Nog steeds was het windmolenbedrijf wat produktie betreft van meer belang dan de stoomoliefabriek. Met de vijf molens Fortuin, Hoop, Bonte Kraai, Bezem en Boerin werd bijvoorbeeld over 1863 totaal 1235 last verwerkt, terwijl de Tijd op 900 last stond. Het arbeidsloon dat aan de Tijd per last rond twee gulden minder bedroeg dan aan de molens, maakte de meerdere kosten van steenkolen en reparaties niet goed, en zo duurde het nog geruime tijd voor het nieuwe bedrijf werkelijk economisch werkte.
De laatste oliemolens van de firma werden rond de eeuwisseling afgebroken. In 1898 werd oliemolen de Hoop afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe rijstpakhuis met die naam; het Fortuin werd in 1901 gesloopt.
Bron: “Wessanen's Koninklijke Fabrieken 1765-1940”.
Frans Limbeek. -
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen