Molen De Boerenjongen, Wormerveer

Wormerveer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Boerenjongen
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01110 w
oude dbnr.
V3790
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Wormerveer
plaatsaanduiding
aan de Zaan en de Noorddijk
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 114629, Y: 502030
N: 52.50447, O: 4.79262

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
verplaatst naar
geschiedenis
De Boerenjongen werd in 1694 reeds gebouwd en wel als dubbele oliemolen. Zijn windbrief werd op 10 juni 1695 uitgereikt aan Pieter Woutersz. Molenaar.
Op 14 juni 1727 werd de lading van de Boerenjongen verzekerd bij het olieslagerscontact. Dit gebeurde door Aldert Pietersz. Wout, die een zoon was van de bouwheer van de molen en hem sinds 1711 in bedrijf hield.

Ook zijn zoon zou een poos met de Boerenjongen draaien, en wel tot 1746. De molen kende hierna behoorlijk wat eigenaren. In 1805 kwam de Boerenjongen voor ƒ 1725 in bezit van Jan Mol.

Deze Jan Mol verkocht de Boerenjongen op 26 april 1810 aan Haike Mulder. In zijn boek "250 Zaanse molens" laat R. Couwenhoven deze Mulder uit het Drentse Hoogeveen komen, op zijn website echter kwam de man uit het Groningse Hoogezand. In ieder geval liet Haike Mulder de Boerenjongen slopen en hoogst waarschijnlijk verplaatsen naar één der bovengenoemde plaatsen.

Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- "250 Zaanse molens" R. Couwenhoven 2001
- "Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912
F. Rol.
-----

De Boerenjongen was de laatste van acht molens die binnen een tijdsbestek van twaalf jaar (1682/1694) aan de Noorddijk werden gebouwd. Met de eerdergeplaatste molens vormden zij een ononderbroken rij van twaalf oliemolens. Daar zaten De Groeneboer en De Boerin tussen en het was missien daarom dat de jongste als naam De Boerenjongen kreeg. Hij was in december 1694 in gebruik genomen.
Een half jaar later werd de windbrief, op 10 juni 1695, op naam van Pieter Woutersz. Molenaar c.s. afgegeven. Het moest in die jaren bij goede wind aan de Noorddijk een levendige aanblik en een lawaai van jewelste zijn geweest. Generaties Wormerveerders hebben daar in de olieslagerij hun brood verdiend. Veel molenaars werden door het harde geluid van de vallende stampers heidoof zodat zij, om iemand te kunnen verstaan, hun vette oliehanden achter hun oorschelpen hielden. Hieraan wordt de bijnaam "Glad-oren" voor Wormerveerders toegeschreven.
De Boerenjongen was een enkele oliemolen die namelijk in tegenstelling tot de dubbele oliemolens met 1 stel stampers werkte. Hij was, zoals vele andere molens, in rederij opgezet, dus eigendom van meerdere personen. Op 5 februari 1711 verkochten vijf deelgenoten uit Krommeniehorn hun 1/3e part in De Boerenjongen voor 900 gulden aan de zoon van de stichter Aldert Pietersz. Wout. Hij kreeg hierdoor een meerderheidsbelang in de molen dat hij op 8 mei 1721 weer afstond toen hij een half part in de molen voor 1700 gulden aan Jan Cornelisse. Aldert Pieterz Wout was tevens een belangrijke participant in De Boerin en werkte tussentijds ook met De Groeneboer.
Hij overleed in 1746 waarna De Boerenjongen een wisselend aantal deelnemers kende waaronder Michiel de Groot die voor 50% participeerde en weer later Klaar Ris die eveneens voor de helft deelnam. In 1772 werd Gerrit de Lange uit Krommenie enig eigenaar toen hij de molen voor 8350 gulden kocht. Vanaf 3 mei 1783 was de molen in het Olieslagerscontract voor 4500 gulden verzekerd.
Jan Mol uit Jisp kocht in 1806 De Boerenjongen voor zegge en schrijve 1725 gulden. Uit de waardedaling in die 35 wordt de economische teruggang in de olieslagerij zichtbaar die tijdens de Franse overheersing een dieptepunt bereikte.
Op "de 26de van Grasmaand 1810" verkocht Jan Mol "De Olijmolen genaamd De Boerenjongen, met deszelvs annexe huis" voor 2500 gulden aan (op z'n Zaans) "Harijke Mulder te Hoge Zand in Groningen". Het huis heeft Mulder kennelijk laten staan en verkocht. Zo'n 150 jaar later stond het er immers nog. Daarna werd de Boerenjongen herbouwd aan de noordzijde van het Windschoterdiep even ten westen van de Bonthuisterbrug.

jnjv; bron Ontheemde Zaansche molens.
-----

De Adelaar te Hoogezand stond eerst als oliemolen De Boerenjongen aan de Noorddijk in Wormerveer. Op 10 juni 1695 kreeg Pieter Woutersz Molenaar de windbrief. In 1810 was Jan Mol eigenaar. Hij verkocht de molen op 26 april 1810 aan Hayke Mulder uit Hoge Zand in Groningen. Deze betaalde 2500 gulden voor de molen en het molenhuis, dat hij in de Zaanstreek doorverkocht.
Ron Couwenhoven, 27 dec. 2014.
"1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 224.

aanvullingen

trivia
De locatie is een schatting. Volgens Ten Bruggencate was de molen de 3e vanaf het noorden, maar dat is onjuist.
Red.