Molen De Mol, Krommenie

Krommenie, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Mol
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
hennepklopper, papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01110 s
oude dbnr.
V2021
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01110 s De Mol (Krommenie)
Ansichtkaart nr. 255 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Krommenie
plaatsaanduiding
Aan en ten noorden van de Vliet (nu Molsloot), achter het Duinkerken.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Crommenie en Crommeniedijk B (1) 306 Arend Kroesen & Comp.
geo positie
X: 112614, Y: 501157
N: 52.49647, O: 4.76305

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
als grauwpapiermolen, met drie maalbakken en drie schepkuipen
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De geschiedenis van De Mol begon omstreeks 1629 met de bouw van een nieuwe naamloze hennepklopper aan de Nauernase Vaart (Tenbruggencatenummer 06656 e) ten zuiden van de Zuidersluis. Op 4 juni 1632 werd voor deze molen de windbrief verstrekt aan Jan Arisz. Molenaar. Op 11 maart 1650 verkocht Jan Arisz. Molenaer de hennepklopper aan de Krommenieër Baert Claesz. en de in de Middel wonende Cornelis Heijndricksz. Lang hadden beide heren geen plezier van hun nieuwe aankoop, in 1651 brandde de molen tot de grond toe af.
De hennepklopper zou worden herbouwd. Dit gebeurde echter niet meer op het erf aan de Nauernase Vaart, maar wat meer in de richting van het dorp Krommenie zelf, aan de Vliet.
Het erf van de verbrande hennepklopper werd terugverkocht aan Jan Aerisz. Molenaer. Later zou er op dit erf een houtzaagmolen worden gebouwd die de naam De Hoop kreeg.
De nieuw gebouwde hennepklopper zou deze functie maar kort uitoefenen. Op 7 januari 1660 verkocht de weduwe van Cornelis Heijndricksz. De Mol voor een bedrag van Fl.695,- aan zeven heren uit Krommenie. Dit waren Hendrik Jansz. Backer, Hendrik Jansz. Reynen, Allert Barentsz. Backer, de broers Willem en Wouter Gavesz. de Jong, Kornelis Willemsz. Backer en Kornelis Engelsz. Prins. Zij vatten het plan samen om De Mol te verbouwen tot papiermolen, waarna zij ieder 1/7 part in de molen zouden bezitten.
In de navolgende jaren zou deze partenverdeling door verkoop en vererving versnipperd raken. Op 16 juli 1677 kwam het merendeel van de aandelen van zowel De Mol, als van een naamloze papiermolen, voor Fl.2883:6:12 in bezit van Hendrik Cornelisz. Pampiermaecker.
Na het overlijden van Hendrik Pampiermaecker, omstreeks 1689, kwam De Mol in handen van zijn twee zoons, Claes en Cornelis Hendriksz. Pampiermaecker. Vanaf 1703 stond de gehele molen op naam van Cornelis Pampiermaecker. Op 24 december 1733 werd De Mol tegen brand verzekerd bij de collectieve brandverzekering Het Papiermakerscontract. Dit gebeurde op naam van Hendrik Papier. Deze Hendrik Papier(maecker, de familienaam werd later ingekort) zou ruim veertig jaar met De Mol blijven werken. Pas na zijn dood in 1778 kwam de molen in andere handen.
Na de dood van Hendrik Papier werd de molen in twee parten verdeeld. De ene helft kwam in bezit van Arend Kroesen, de andere helft kwam in handen van Aaltje van Vliet, de weduwe van de Krommenieër burgemeester Jan Simonsz. Oosterhoorn.
Arend Kroesen werd de nieuwe directeur van De Mol. Kroesen ging werken onder de firmanaam Arend Kroesen & Comp. Onder zijn bewind werd het bedrijf behoorlijk winstgevend gemaakt. In 1782 was de molen nog voor Fl.4500,- verzekerd, zes jaar later was dit gestegen naar Fl.6000,-. Omstreeks deze tijd werkten er ruim 60 man op De Mol. Later, tijdens de Franse bezetting, raakte Nederland in een behoorlijke economische crisis en zakte het personeelsbestand van De Mol naar twintig man. Tegen het einde van de Franse overheersing stond De Mol stil en verschafte hij nog maar aan vier man werk.
Met het vertrek van de Fransen kwam De Mol weer op gang, waarna de productie weer groeide. Na Arend Kroesen kende de molen diverse eigenaren. Zij bleven echter werken onder de firmanaam Kroesen & Comp.
Op 7 december 1876 werd De Mol voor Fl.6200,- gekocht door Gerrit Kabel. Enkele jaren later plaatste Kabel een motor naast De Mol om zo op windstille dagen geen productie mis te lopen. Door deze verbetering werd de verzekeringssom van het molencomplex opgetrokken naar Fl.15000,-.
Op de avond van 6 december 1896 raakten door onbekende oorzaak de droogschuren van De Mol in brand. De brandkroniek van N. van Pomeren beschrijft deze brand als volgt.
“1896. 6 december. Zaterdagavond plm. 10 uur, ontstond er brand in den schuur van de papiermolen “de Mol” van de firma A. Kroeze & Co. te Krommenie. De brand, die in den beginne fel woede, werd door doeltreffende maatregelen en de ijver der brandweer van hier en omliggende gemeenten gelukkig in zooverre bedwongen, dat de molen, (ook voorzien van mechanische drijfkracht,) gelukkig gespaard bleef. De brand was wegens den hevigen gloed van verre zichtbaar en leverde een prachtig gezicht op.”
De molen was goed tegen brand verzekerd, waardoor de schade werd hersteld.
Gerrit Kabel overleed op 82 jarige leeftijd op 27 mei 1898.

In september 1899 kwam de molen in het bezit van Hendrik Schotte. Schotte liet De Mol opnieuw tegen brand verzekeren, deze verzekering zou op 1 november 1899 in werking treden. Had hij de verzekering maar een maand eerder laten ingaan.
In de avond van 13 oktober 1899 trok er een zeer zware onweersbui over de Zaanstreek heen. Tijdens deze bui werd De Mol door de bliksem getroffen en weldra stond de molen in lichterlaaie. In de brandkroniek van N. van Pomeren wordt deze brand als volgt beschreven.
“1899. 13 oktober. Een treurig onheil is vrijdag te Krommenie, ’s avonds elf uur, door het hevig onweer te weeg gebracht. De papiermolen “de Mol”, sedert korten tijd aan den heer H. Schotte toebehoorende, is door den bliksem getroffen en, in weerwil van krachtige hulp door de ijverige brandweer, geheel in de asch gelegd, Van het bijgebouwde bleef slechts weinig ongedeerd. De molen was nog niet verzekerd. ’t Is dus een zware slag voor den eigenaar en zijn familie. Daar zijn er onder, die jaren arbeids achter den rug hebben en nu nog op hun ouden dag gebrek zullen moeten lijden, als niet de liefdadigheid tusschen beiden komt.”
Niet alleen De Mol ging tijdens deze zware bui ten onder. In Wormer brandde die avond de verfmolen De Uil tot de grond toe af en in Westzaan ging de watermolen De Guit in vlammen op.
Zoals reeds gezegd, was De Mol niet verzekerd en kon de eigenaar alleen nog wat geld terug verdienen door de verkoop van de restanten. Op 23 november 1899 werd het volgende ter veiling aangeboden, “Eenige schuiten, sleden, hout, touw, ijzerwerk, en verder afbraak, benevens een zeer weinig beschadigden petroleummotor (35 PK) met petroleumreservoir en voor amotie: de opgemeld terrein staande schuren en een schuitenhuis.” De opbrengst van de veiling bedroeg ƒ 658,25, voor de petroleummotor bestond geen interesse.

Bronnen:
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 202/ 204-205
“Brandkroniek, vanaf 1656 tot september 1906” N. van Pomeren 1906 blz. 64/ 75
“Krommenie, zevenhonderdvijftig” uitgave van het historisch genootschap Crommenie 2001 blz. 122-123
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 361
“De papiermolens in de provincie Noord-Holland” H.Voorn 1960 blz. 469-472
“Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T.Neuhaus 1987 blz. 55
- Informatie: mw. Anna Jorna-Kabel, 10 nov. 2015
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
In Krommenie zijn de Molsloot (de vroegere Vliet) en de Molkade naar de molen vernoemd.
-----

Hennepklopper, later papiermolen

Middelburgsche Courant, 17 okt. 1899:
"Vrijdagavond heeft het onweder in de Zaanstreek op niet minder dan drie plaatsen brand gesticht. Te Wormer brandde de verfmolen De Uil af. Te Krommenie ging de papiermolen De Mol geheel in vlammen op en te Westzaan werd de watermolen van den polder Westzaan De Guit in de asch gelegd."