Molen De Roggebloem / De Tasch, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Roggebloem / De Tasch
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01110 h
oude dbnr.
V1740
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01110 h De Roggebloem / De Tasch (Zaandam-Oost)
Foto: omstreeks 1911, ansichtkaart nr. 122 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Op de zuidkant van het schiereiland de Hemmes, ten oosten van de oliemolen De Oude Zwan
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (1) 49 Erven Jacob Vis, koopman
geo positie
X: 116441, Y: 497895
N: 52.46744, O: 4.81978

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Enkelwerks oliemolen, later dubbele oliemolen
versieringen
Aan de zuidwestkant van de molen hing tussen twee stellingstutten een naambord met daarop de naam van de molen geschreven.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De kleine oliemolen de Roggebloem werd in het jaar 1685 gebouwd. De molen was aanvankelijk ingericht als enkelwerks oliemolen. Op 19 september van dat jaar kreeg Claas Jansz. Wit uit Koog aan de Zaan, de windbrief van de Roggebloem uitgereikt, er wordt dan geschreven:”Enkel olymolentje de Roggebloem aan de oostzijde van Sardam. Erfpacht 4 caroligulden.”
Op 19 februari 1697 wordt het volgende ter veiling aangeboden:”De wede van Claes d’ wit en de kinderen van Pieter Gerritse Gruijs presenteeren….een halve dubbelde olymoolen genaempt d’roggebloem met de helft vant lant daer deselve op staet, staende en leggende op en aen de Kuijl belent ten oosten de molen d’Oranjeboom en ten westen d’moolen de Meeuw.” Er werd een bedrag van Fl.2525,- geboden, maar de molen werd opgehouden.
Uit het bovenstaande blijkt dat Claas de Wit voor maar de helft eigenaar was van de Roggebloem. In deze tijd werden de meeste molens in parten verdeeld, door verkoop of door vererving werden deze aandelen steeds kleiner.
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727 wordt de lading van de Roggebloem op die dag door de firma Jan Pel en Zoon, tegen brand verzekerd. Uit het bedrag dat moet worden betaald wanneer er een collega moleneigenaar schade oploopt, valt op te maken dat de molen nu is ingericht als dubbele oliemolen. Enkele jaren later, op 1 juli 1733, werd ook de molen zelf tegen brand verzekerd. Nu echter staat de Roggebloem op naam van Gijsbert van Elslandt.
Gijsbert van Elsland runde samen met zijn schoonvader Dirk Kluys een onderneming. Naast de Roggebloem waren zij olieslagers met de volgende oliemolens:”de Zeeman”, “de Sint Willibrordus” en “de Haan” in Oostzaandam, “de Bagijn” in Koog aan de Zaan, “de Roode Wildeman” en “het Witte Paard” in Wormerveer en “de Beer” in Wormer. Er waren in deze tijd niet veel andere ondernemers die zo’n groot aantal molens bezat.
Tot omstreeks 1745 blijft Gijsbert van Elsland actief met zijn molens, daarna worden ze verkocht.
Op 2 april 1791, werd te Koog aan de Zaan het volgende geveild:”Een capitale hechte dubbelde oly molen genaamd de Roggebloem of Tas, te Oostzaandam op de Hem aan de Zaan belend ten oosten de moolen de Orangeboom en ten westen de moolen de Zwan. Berging voor 88 lasten zaad, 255 aamen oly in twee bakken, 23000 koeken en 270 tonnen turf. Deeze moolen en gereedschappen is voor brand schade ter somma van Fl.7000,- geadsureert tot 21 meij e.k., de premie a ¼ per cente en police (op polis) te zamen bedragende 19:6 (Fl.19,30).”
De molen werd voor Fl.6000,- gekocht door Jan Boeke uit Zaandijk. Naast de Roggebloem, was Boeke later olieslager met de molens “de Roode Wachter”, “de Kieft” en “de Kater”. Na het overlijden van Jan Boeke omstreeks 1815, worden de molens verkocht.
De Roggebloem werd in 1857 verkocht aan Ericus Verkade voor de som van Fl.10000,-. Dit is een opmerkelijk hoog bedrag voor zo’n kleine oliemolen. Naast de Roggebloem bezat Verkade een patentolie fabriek en handelde hij in granen en zaden. Ericus Verkade stichtte in 1866 de broodfabriek de Ruijter in de Westzijde van Zaandam. Deze fabriek zal later uitgroeien tot een landelijk zeer gewaardeerd bedrijf, dat zich bezig houdt met de productie van o.a. diverse soorten koek, chocolade, waxinelichtjes en andere consumptie artikelen.
In 1865 verkocht Verkade de molen aan Willem Honigh. Verkade wilde schijnbaar wat bedrijfsonderdelen afstoten om zo zijn plannen voor de broodfabriek te realiseren. Honigh verkocht de molen niet lang daarna weer door aan mr. D.van der Groot, die de molen op zijn beurt in 1879 over deed aan Gerard Hendrik Brat. Deze telg uit de Brat familie was in 1878 gaan olieslaan met de Oostzaandammer oliemolen “de Windhond”. Brat trad hiermee in de voetstappen van zijn vader, die ook olieslager was. Met de Roggebloem verwierf Brat zijn tweede oliemolen. Later, in 1889, verkocht hij de Windhond voor sloop en kocht toen de oliemolen “de Melkpot” in Westzaandam. De firma G.H.Brat zou niet lang bestaan. In 1894 liquideerde Brat zijn zaken en deed hij de Roggebloem over aan de firma Hendrik Brat en Zonen, die werd geleid door een oom en neven van G.Brat.
De firma Hendrik Brat en Zonen was olieslager met de oliemolens “de Kogmeeuw”, “de Zeemeeuw”, “de Prolpot”, “de Jonker” en “de Jager”. Toen de Roggebloem werd aangekocht stootte Brat “de Jager” af. Op “de Jonker” na, waren alle molens van Brat op het schiereiland de Hemmes gelegen, wat logistiek natuurlijk zeer gunstig was.
De firma Brat is een van de laatste firma’s die blijft vasthouden aan de windmolens en pas zeer laat overgaat tot de aankoop van een stoomfabriek. In het begin van de twintigste eeuw moet de firma Brat noodgedwongen haar molens verkopen. De Roggebloem was als eerste aan de beurt. Vanaf 1898 stond de molen vermoedelijk stil, want op 19 november van dat jaar werd de brandverzekering van de lading geannuleerd, wat inhield dat er geen goederen meer in de molen lagen. De molen zelf werd op 19 februari 1900 uit het OC geschrapt. De Roggebloem werd toen verkocht aan Simon de Groot, die de molen ging gebruiken voor het persen van cacaoboter uit cacao afval. Met dit werk viel zo in het begin van de twintigste eeuw nog wel wat te verdienen. Dit werk blijft de Roggebloem volhouden tot omstreeks 1910, dan komt het molentje definitief tot stilstand. In oktober 1913 komt de sloper die het achtkant van de molen verwijdert, een stuk van de schuur bleef staan. Aan de zuidzijde van de Hemmes wordt dan een grote langgerekte veemloods gebouwd, die de naam “Insulinde” kreeg. Het resterende gedeelte de molenschuur van de Roggebloem was hierin opgenomen en stak als zodanig als het ware uit de “Insulinde” vandaan. Vermoedelijk bevond zich in dit gedeelte van de schuur een oliebak die men nog een tijdje gebruikte, de “Insulinde” was een grote opslagloods van allerlei goederen. Enkele jaren later verdwijnt ook dit stukje schuur.
De “Insulinde” zou in 1981 verbranden. Na het opruimen van de resten, kwam het doodbed van de kantstenen van de Roggebloem weer tevoorschijn. Vandaag de dag is er niets meer te vinden.

Over de bijnaam “de Tasch” schrijft Pieter Boorsma het volgende in zijn boek “Zaanse Windmolens”.
“Naar het overgeleverde verhaal wilde, zou toen de molenmaker de bouwsom voor den molen kwam innen, het volle bedrag ~natuurlijk in “klinkende munt”~ hem voorgeteld zijn door een dame (mogelijk de moeder van den bouwheer) die al dat geld uit haar beugeltasch te voorschijn bracht. Het kan ook zijn, dat het geld, te voren afgeteld en in een tasch geborgen door den bouwheer zelf is uitbetaald, dan zou er dus geen “vrouw in het spel” geweest zijn”.

Bronnen:
- “de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 78-79
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 296
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 135
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 732-733
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.138
- “de Windbrief” 11e jaargang 1982 nr.38 artikel T. Neuhaus over de familie Brat (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
- “de Windbrief” 11e jaargang 1982 nr.40 artikel T. Neuhaus over de familie Brat (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz.176-177
- “Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz.51/ 108
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T. Neuhaus 1987 blz.21
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Oliemolen "de Roggebloem", bijgenaamd "de Tasch", achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandam-Oost op de zuidkant van het schiereiland de Hemmes, ten oosten van de oliemolen "de Oude Zwan". Bouwjaar 1685, gesloopt in 1913.