Molen De Hoop, bijgenaamd Het Kuiken, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Hoop, bijgenaamd Het Kuiken
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01106 h
oude dbnr.
V4161
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01106 h De Hoop, bijgenaamd Het Kuiken (Wormer)
UITSNEDE

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
aan Zaan en Wormerringdijk, binnendijks, ten westen van de fabriekswand
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer F (2) 234 Ad. Simons Couwenhoven, koopman
geo positie
X: 114834, Y: 500608
N: 52.49171, O: 4.79581

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
versieringen
Aan de Zaankant van de molen, hing boven de toegangsdeur een bord met de naam van de molen.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Oliemolen de Hoop dateert uit 1680.
Op 22 augustus van dat jaar werd de windbrief van de molen uitgereikt aan Jan Gerritsz. Engel. Waar de bijnaam van de molen vandaan komt is niet duidelijk.
Op 16 oktober 1683 wordt de Hoop door Engel tegen brand verzekerd bij een assurantiecontract.
In 1692 verkoopt Engeltje Gerrits een derde part van de molen aan Floris de Lange voor Fl.2800,-, wat een behoorlijk bedrag is voor dit aandeel.
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727 wordt de molen onder de naam "het Kuyke" door Gerrit Blauw verzekerd.
Zes jaar later bij de oprichting van het OC voor opstallen, wordt de Hoop, (alijas het Kuijke), door Jan Gerritse Engel opgenomen.
Het is niet onmogelijk gezien de naam dat dit een kleinzoon is geweest van de bouwheer van de Hoop.
In het begin van de negentiende eeuw behoort de Hoop toe aan de Zaandijker olieslager Claas Neven Molsz. Naast de Hoop is deze man ook de gaande houder van de oliemolens "de Kikkert", "de Oude Haas" en "de Zon", respectievelijk gelegen in Wormerveer, Zaandijk en Oostzaandam.
Nog weer later komt de molen in bezit van Adriaan Couwenhoven, die de Hoop in 1852 verkocht aan de firma Wessanen en Laan.
Deze firma heeft dan al de oliemolens "het Fortuin", "de Bonte Kraai", "de Bezem", "de Witte Bijl", "de Boerin" en de pelmolen "de Jonge Prinses" in eigendom en sommige later in de huur.
De firma Wessanen en Laan bouwt in 1857 de tweede stoomolieslagerij in de Zaanstreek. De oliemolen "de Witte Bijl" werd toen voorzien van een stoommachine en kreeg de naam "de Tijd".
In 1872 richtte Wessanen en Laan pal ten westen van de Hoop de rijstpellerij "de Unie" op. Deze nam de molen, de wind behoorlijk uit de zeilen.
Het wordt nog erger als in 1877 ten oosten van de Hoop de rijstpellerij "de Hollandia" wordt opgericht.
De biotoop van de molen wordt zwaar aangetast door beide gebouwen.
Toch houdt de firma Wessanen en Laan ondanks de slechte biotoop van de molen, de Hoop in bedrijf.
Tot eind 1898 blijft de molen op windkracht olie slaan.
In april 1899 wordt het de Wormerveerder aannemersfirma Gebr. Gorter vergund om de molen te slopen en op zijn plaats een stenen pakhuis te bouwen.
Op 20 april 1899 werd de Hoop uit het olieslagerscontract geschrapt.
Op 18 april 1899 bezoeken Koningin Wilhelmina en haar moeder Emma de Zaanstreek. Terwijl men al bezig was met de sloop van de molen, wordt in opdracht van de firma Wessanen en Laan de molen van top tot teen in de verf gezet, om zo Hare Majesteit te plezieren.
Op 20 april 1899 werd de Hoop uit het olieslagerscontract geschrapt. Een paar weken later is de molen, nieuwe verflaag of niet, verdwenen. Het pakhuis dat gebouwd werd op de plaats van de molen werd genoemd naar de wiekendrager.
Later met de sloop van rijstpellerij "de Unie" verdween ook dit pakhuis.

Bronnen:
"Duizend Zaanse molens" P.Boorsma 1968 blz.189
"Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1" T.Neuhaus 1987 blz. 99
"Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912
"Het olieslagerscontract" R.Couwenhoven 2002 blz.50,105
de Windbrief-uitgave Vereniging de Zaanse molen 13e jaargang nr.48 blz.6-9

Informatie van F. Rol

Oliemolens van de firma Wessanen & Laan

In het jaar 1765, op 22 maart, werd tussen de heren Adriaan Wessanen en Dirk Laan een compagnieschap aangegaan met het doel handel te drijven in zaden en aanverwante artikelen onder de firma Wessanen & Laan.
Op 6 maart 1839 werd door de firma Wessanen en Laan de eerste stap op het industriële pad gezet met de aankoop van oliemolen Het Fortuin. Deze oliemolen, staande aan de Ringdijk te Wormer, werd voor ƒ 3500 gekocht van Vasterd Vas Visser. In 1842 volgt de aankoop van oliemolen de Boer. Deze wordt in het volgende jaar weer van de hand gedaan om plaats te maken voor de beide in 1843 tezamen voor ƒ 8000 gekochte molens Bezem en Bonte Kraai. Achtereenvolgens komen hier nog bij: in 1844 de Witte Bijl, in 1845 de Boerin en tenslotte in 1852 de Hoop.
In 1853 werd de Bonte Kraai vergroot door bijplaatsing van een oliebak van 600 vat, en een pletterij, terwijl in 1857 een tweede werk werd aangebracht, in verband waarmee "het westelijk achtkant tot de dijk uitgebouwd" moest worden.
In 1857 besloot Jan Laan om als een der eersten aan de Zaan de stoomkracht in zijn bedrijf toe te passen, teneinde onafhankelijk te zijn van het wisselvallige in het windmolenbedrijf. Als eerste slachtoffer van de moderne drijfkracht viel de oliemolen de Witte Bijl. De Witte Bijl werd afgebroken en op zijn plaats verrees de stoomoliefabriek de Tijd. De inrichting van deze fabriek verschilde niet veel met die van een windoliemolen.Tekeningen zijn er niet meer, maar uit andere gegevens (rekeningen e.d.) valt op te maken dat de installatie bestond uit een voorslag en twee naslagen met bijbehorende vuisters en een zaadpletterij van twee rollen. Vermoedelijk werden de stenen van de Witte Bijl in de nieuwe fabriek geplaatst.
De stap tot het mechanische bedrijf moet wel een heel grote geweest zijn. Immers, ervaring op dit gebied had nog vrijwel niemand. Aan de Zaan was alleen Prins met zijn oliefabriek de Liefde sinds korte tijd aan de gang, terwijl in Deventer de firma Noury & van der Lande een stoomoliebedrijf bezat. Bij deze laatste firma stak Jan Laan zijn licht op voor hij tot aankoop van zijn machine overging. De keuze viel tenslotte op het engelse fabrikaat van Barrett, Exall & Andrews, welke firma ook de ketelinstallatie leverde.
In 1860 verwerkte de fabriek 900 last. Nog steeds was het windmolenbedrijf wat produktie betreft van meer belang dan de stoomoliefabriek. Met de vijf molens Fortuin, Hoop, Bonte Kraai, Bezem en Boerin werd bijvoorbeeld over 1863 totaal 1235 last verwerkt, terwijl de Tijd op 900 last stond. Het arbeidsloon dat aan de Tijd per last rond twee gulden minder bedroeg dan aan de molens, maakte de meerdere kosten van steenkolen en reparaties niet goed, en zo duurde het nog geruime tijd voor het nieuwe bedrijf werkelijk economisch werkte.
De laatste oliemolens van de firma werden rond de eeuwisseling afgebroken. In 1898 werd oliemolen de Hoop afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe rijstpakhuis met die naam; het Fortuin werd in 1901 gesloopt.

Informatie afkomstig uit het boek “Wessanen's Koninklijke Fabrieken 1765-1940”
Ingezonden door Frans Limbeek

aanvullingen

trivia
Algemeen Handelsblad, 4 juli 1854:
"WORMERVEER, 2 Julij. Gisteren heeft aan den oliemolen "de Hoop" van de Heeren Wessaanen en Laan, alhier, een vreeselijk ongeluk plaats gegrepen. Een knecht, die op den molen met insmeren werkzaam was, geraakte tusschen het kamwerk beklemd en werd op deze wijze verpletterd."
(Caroline Schaeffer, 16 mei 2021)