Molen De Koker / De Zwarte Hengst, Wormer

Wormer, Noord-Holland
b

korte karakteristiek

naam
De Koker / De Zwarte Hengst
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Oosteinde 14
1531 KD Wormer
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01091
oude dbnr.
B747
Meest recente aanpassing
| Bezoekmogelijkheid
media-bestand
Molen 01091 De Koker / De Zwarte Hengst (Wormer)
Simon van de Meer (5-5-2016)

locatie

plaats
Wormer
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding
Gemeente Wormer, sectie C, nr. 1661
geo positie
X: 117827, Y: 501509
N: 52.50002, O: 4.83978
biotoopwaarde
4 (aanvaardbaar)
landschappelijke waarde
Zeer groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Oosteinde 14
1531 KD Wormer
molenaar
Simon van der Meer / Ton Leegwater
telefoon
06-28442447 (S.v.d.Meer)
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Op afspraak

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
ja
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Koker / De Zwarte Hengst via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Grenen achtkant, gedekt met riet, op gemetselde voet van 1,16 m. Tussen onderbouw en achtkant enkele gepotdekselde delen.
kap
Gedekt met riet
inrichting

Eén koppel 16der kunststenen; regulateur; enkel pelwerk (pelsteen, harp en waaierij); koekenbreker; buil; steenkraan; kammenluiwerk

versieringen

Eenvoudige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met de jaartallen 1866, 1955 en 1988. Het laatste jaartal slaat op de vernieuwing van de fundering.

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Neutenkruiwerk; 24 neuten. Kruirad
vlucht
22,85 m.
vang
Stutvang; 3 vaste stukken. Vangbalk met duim, vangstok. Trekvang; pal.
overbrenging

Bovenwiel 45 kammen
Bovenbonkelaar 24 kammen
Spoorwiel 93 kammen
Steenschijfloop 26 staven
Pelschijfloop 18 staven
'Dooieman' 17 staven t.b.v. de aandrijving van de harp.

Overbrengingsverhoudingen
Maalwerk 1 : 6,70
Pelwerk 1 : 9,69

hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Vaags ✉︎ 454 binnen 2019 2019 binnen aanw. 22,81
Vaags ✉︎ 263 buiten 2011 2012 buiten aanw. 22,81
Derckx ✉︎ 333 binnen 1979 1980 binnen 2019 22,85
Beudeker ✉︎ g.n. buiten 1963 1965 buiten 2011 22,85
onbekend ✉︎ ? binnen ? 1950 binnen 1979 22,80
wiekverbeteringen

Op deze molen is nooit een wiekverbetering toegepast.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As g.n., Waal & Co, de
Waal & Co, de
✉︎ g.n. ? 1879c aanw. 05,17
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

afkomstig van
omwentelingen
geschiedenis

Molen De Koker is een in 1866 te Wormer herbouwde en als korenmolen ingerichte achtkante bovenkruier.

De opkomst van de Zaanse molens vond zijn oorsprong in het molencentrum Wormer, waar al in de 16de eeuw een aanzienlijk aantal korenmolens stond, die hoofdzakelijk maalden voor de scheepsbeschuitbakkerijen en de stijfselmakerijen.
De Koker, ook wel De Zwarte Hengst genoemd, wordt voor het eerst vermeld in 1592 en daarna nog in 1654 en 1679. Op een van 1638 daterende kaart staat hij duidelijk als bovenkruier getekend. De molen verbrandde op 8 augustus 1840, maar werd als wipmolen(!), ongetwijfeld tweedehands, herbouwd.
Deze ging op 31 juli 1866 na blikseminslag in vlammen op, waarna op zijn plaats een uit Graft afkomstige molen werd gebouwd.

Deze molen uit Graft had echter een Zaanse origine, want hij werd oorspronkelijk te Zaandijk als papiermolen gebouwd. Op 11 mei 1679 verklaarden vijf personen, verdeeld in twee partijen dat:Sij luijden met malcanderen jegenswoordig in sociteyt sijn aent stichten een opbouwen van een nieuw achtkante papier molentje dat sal draegen de naem van de Hoop int noort eynde van Saendijck binnendijcx int velt daer de volmolen de Koper heeft gestaen. De grauwpapiermolen De Hoop kwam in de zomer van dat zelfde jaar gereed en kreeg een windbrief die gedateerd was op 24 augustus 1679. Om duistere reden kreeg hij de bijnaam Arme Jacob, een naam die eerst in 1758 is aangetroffen maar misschien al eerder in gebruik was.
Tussen 1733 en 1739 is de molen ingericht voor de fabricage van witpapier en in 1848 werd er nog een nieuwe pakkamer bijgebouwd. Voor de windmolen viel echter datzelfde jaar het doek: men verkocht De Hoop, maar de opbrengst was lager dan wat de net gebouwde pakkamer had gekost(!). De Hoop werd afgebroken en verkocht naar Graft om daar in 1849 als korenmolen te worden herbouwd. 

Veel over de situatie in Graft is niet bekend: was het een stellingmolen of een grondzeiler? Een groot succes was het daar hoe dan ook niet, want dus al in 1866 werd hij deze molen - voor de tweede keer in zijn bestaan - naar Wormer verplaatst, om daar te dienen als koren- en ook pelmolen.

In de 20ste eeuw ging het al snel met deze molen niet goed meer: na nog een tijd doppen en veevoer te hebben gemalen, kwam De Koker omstreeks 1928 als gevolg van een slechte roede buiten bedrijf.

In 1944 werd de inmiddels vervallen molen eigendom van Vereniging De Zaansche Molen. Deze wilde graag overgaan tot herstel, maar vanwege de zeer beperkte financiële mogelijkheden, kort na de oorlog, moest dit over enige jaren worden uitgesmeerd. In 1947 was het werk begonnen, maar het was onder meer moeilijk om aan een nieuwe roede te kunnen komen.
Hoe dan ook: het lukte. 5 oktober 1950 werd de molen officieel in gebruik genomen. Een huurder werd niet meer gevonden; vanaf de jaren '50 is steeds op vrijwillige basis gedraaid en gemalen. 

In oktober 1961 werd de molen bijna slachtoffer van een zware storm: de as dompte en één van de roeden sloeg tegen de romp aan. De schade was groot en het duurde wederom een paar jaar voordat de molen hersteld kon worden: in 1965 was de molen weer maalvaardig.

In oktober 1967 was het opnieuw raak: de molen ging er tijdens noodweer vandoor. Ingrijpen, met gevaar voor eigen leven, van de bekende Zaanse molenaars/molenmakers Piet Kaal, Gerrit Smit en Cees Fray voorkwam algehele verwoesting.

Daarna ging het tientallen jaren goed. De molen draaide veelvuldig op vrijwillige basis en sporadisch werd er gemalen. Intussen probeerde men stukje bij beetje het pelwerk te herstellen.

In 2008 stond De Koker enige maanden stil: de windpeluw bleek slecht en moest vervangen worden.
In de zomer van 2011 bleek, bij het doorschuiven van de roeden, dat de buitenroede, op dat moment 48 jaar oud, zeer slecht was. Deze werd daarom kort daarop gestreken. Op 4 april 2012 kreeg de molen een nieuwe buitenroede.
In november 2016 voerde molenmakerij Saendijck een herstelbeurt uit: middelbalk, achterbalk en lange schoren werden vervangen.
In september 2019 kreeg de molen een nieuwe binnenroede: de vorige was na 39 jaar aan vervanging toe.

Constructie
Het uit 1679 daterende grenen achtkant staat op vrij hoge penanten, op een ten opzichte van het omliggende maaiveld wat hoger gelegen molenwerf. De bovenas is afkomstig uit de in 1879 afgebroken cement- en trasmolen De Rietvink, die aan Wormerringdijk te Wormer stond.
Vroeger lagen er op de eerste zolder twee koppel maalstenen. Naast het malen van graan kon er in het verleden ook nog met één steen worden gepeld. De pelkist met daarin een pelsteen is, met koude schepperij en waaierij nog aanwezig. De steen is direct onder de eerste zolder aangebracht en rust op twee zware eiken binten, achtkantstijlen van een, waarschijnlijk 17de-eeuwse, indertijd bewoonde poldermolen.
Vermoedelijk is de pellerij al bij de bouw in 1868, of spoedig daarna, aangebracht. Bekend is echter dat zij al vanaf het begin van de 20ste eeuw niet meer in gebruik was. Ook zijn nog een buil en koekenbreker aanwezig. De buil wordt via een touwsnaaraandrijving op de luizolder rechtstreeks vanaf de koningspil aangedreven.
Opmerkelijk is dat de bovenbonkelaar is voorzien van ijzeren kammen.

Vroeger kon men vanuit de aan de oostzijde van de molen gelegen Kokersloot de molen binnenvaren, wat nog is te zien aan de vorm van de beide oostelijke penanten en het daar ontbreken van een veldmuur. De hogere ligging van de molen ten opzichte van het polderwater en de laag gelegen begane grondvloer houden eveneens hiermee verband. De toegang vanaf het water was al in het begin van de 20e eeuw niet meer aanwezig.

foto's

foto's