Molen Engewormer, Vinkemolen / Kop en Bak / bovenmolen, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Engewormer, Vinkemolen / Kop en Bak / bovenmolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01090 d
oude dbnr.
V4578
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
Aan de Engewormerringsloot ten zuiden van de Tochtsloot in de oostkant van de polder.
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer E (1) 105 Polder de Engewormer
geo positie
X: 117826, Y: 499656
N: 52.48336, O: 4.83997

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Scheprad
Later vijzel 1,58 m Ø
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
22,70 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbouwd
geschiedenis
Op 27 september 1634 kregen de regeerders van Wormer, van de toenmalige regering van Holland, toestemming om met de bedijking en de droogmaking van de Enge Wormer te beginnen.
De Enge Wormer of Kleine Wormer was een waterverbinding tussen de Wormer en de Zaan. De Enge Wormer grenst in het noorden aan de polder Wormer, Jisp en Neck, in het oosten aan de Wijde Wormer, in het westen aan de Zaan en in het zuiden aan de Kalverpolder van Zaandam. De oppervlakte van deze polder is ongeveer 158 hectare. Nadat de bedijking gereed was gekomen, werden er in 1637 twee poldermolens gebouwd aan de oostkant van de polder. Beide molens waren binnenkruiers en voorzien van een scheprad. Een echte naam hebben ze nooit gehad, later waren ze bekend onder de naam “de Vinkemolens” of “Kop en Bak” (= Kop en Schotel).

Toen de drooglegging van de Enge Wormer behoorlijk was gevorderd, werd er nog een molen bijgebouwd. Deze stond iets verder in de polder aan de Tochtsloot ten westen van de Vinkemolens. Vermoedelijk konden beide Vinkemolens de polder niet geheel droogleggen, zodat er nog een molen nodig was. In 1638 viel de Enge Wormer droog en werd de nieuwe grond in kavels verdeeld en verloot.
De Enge Wormer kreeg vanaf toen een zelfstandig polderbestuur dat ook als dagelijks bestuur optrad, zodat de Enge Wormer een zelfstandige gemeente was. De zelfstandigheid duurde tot 1812, toen kwam de Enge Wormer onder het bestuur van Wormer te vallen.

Vermoedelijk werd de derde molen niet lang na het droogvallen van de polder weer afgebroken. Hij verdween in ieder geval voor de negentiende eeuw.

Op 5 februari 1825 brak bij Durgerdam de zeedijk door, waardoor het Waterland, Oostzaan en Oostzaandam onder water stroomden. Een dag later begaven ook de dijken van de Wijde en Enge Wormer het en kwamen deze polders onder water te staan. De schade aan huizen en landbouwgrond was enorm. Het duurde vrij lang voordat de dijken weer hersteld waren en pas in december 1825 werd de Enge Wormer weer drooggemalen.
Jan Jacobsz. Honig schrijft hierover in zijn dagboek het volgende: ”Deze maand is de Enge Wormer van zijn water afgeraakt, hebbende de beide molens zonder hulp van andere werktuigen dit werk verricht. Alleen de tweede molen, deze heeft, zoolang er te veel water in de meer was, met pompen gewerkt, tot dat er zoo veel uit was, dat hij ’t water aan de ander kon toemalen”.
Vermoedelijk werden beide molens na de watersnood vervijzeld.

De Enge Wormer werd tot 1880 op windkracht bemalen. In dat jaar kwam het stoomgemaal van deze polder in werking en werden de Vinkemolens verkocht aan molenmaker Dirk Groot uit Wormer. Deze liet een van de molens slopen en richtte de ander in tot pelmolen. Deze kreeg toen de naam “Eben Haezer” toebedeeld. Naast de molen liet Groot een schuur bouwen omdat het natuurlijk moeilijk was om in een grondzeiler grote hoeveelheden gerst op te slaan. Tegelijkertijd diende deze schuur als woning voor de familie Groot. Vanaf de verbouwing was de molen verzekerd in het papiermakerscontract en wel voor een bedrag van ƒ 7600, later toen de waarden van de molens werden bijgesteld ging het bedrag omlaag naar ƒ 4500.

Op 16 maart 1889 raakte de Eben Haezer in brand en werd compleet verwoest. Het was voor de brandweer niet mogelijk om de molen te bereiken en te blussen. Kort na de brand kocht Dirk Groot de Oostzaandammer pelmolen “de Hondeman” en zette zijn zaken hiermee voort.

Bronnen:
- De Windbrief 15e jaargang 1986 nr.56 blz. 6-7 artikel over de bemaling van de Enge Wormer van dhr. J. Molenaar.
- De Windbrief 24e jaargang 1995 nr.92 blz. 18-19 artikel over de Vinkemolens van dhr. K. Schoute
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 199
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 231-232
- “De overstooming in de Zaanlanden in het jaar 1825” 1916 G.J.Honig blz. 25
- “Uit de geschiedenis van Wormer” 1966 C. Mol 96-99
- “Pieter Boorsma, een molenvriend” 1971 uitgave van Vereniging de Zaanse molen blz. 49
- “Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz. 56-67
F. Rol.

aanvullingen

trivia
De molen was een achtkante binnenkruier met losstaande schuur.
-----

Purmerender Courant, 30 mei 1880:
"VERKOOPING VAN AFBRAAK
om contant geld, op Woensdag, den 2 Juni 1880, des voormiddags 10 uur, bij het "Enge-Wormerschouw", der aldaar geamoveerde WATERMOLENS, bestaande in werk- en brandhout, 2 Amerikaansche greenen Roeden, Dekriet en wat verder ter verkoop zal worden aangeboden."

PurmerenderCourant, 10 maart 1889:
"Te WORMER is gisteravond (Zaterdag, 9 Maart) te 12 ure de molen Eben Haëzer tot den grond afgebrand; de oorzaak is onbekend."

Purmerender Courant, 17 april 1889:
"Openbare vrijwillige verkooping te Enge Wormer op het terrein van den afgebranden Pelmolen "Eben Haëzer" op Woensdag 24 April 1889 des voormiddags ten 10 ure, de overblijfselen van bovengenoemden molen, bestaande uit een groote hoeveelheid Brandhout enz., enz.."