Molen Het Windei, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Windei
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01085 c
oude dbnr.
V2964
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01085 c Het Windei (Zaandam-Oost)
Foto: n.n.

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan het begin van 't Kalf, aan weg en Zaan, waar nu de ZOR gevestigd is
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (1) 39 Klaas Honig, koopman
geo positie
X: 116223, Y: 497491
N: 52.46380, O: 4.81662

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De grote, plompe oliemolen het Windei werd gebouwd in 1655. Het is vrijwel zeker dat voor de bouw van de molen een achtkant gebruikt is dat elders dienst gedaan had. Vermoedelijk betrof het hier een tweede hands watermolen uit de noord vandaan. Tijdens de herbouw heeft men de achtkantstijlen wat ingekort zodat de molen zijn dikke uiterlijk kreeg. De naam Windei (een doploos gelegd ei) was daarom uitstekend gekozen. Het achtkant van het Windei was op een grote vierkante kist geplaatst, die aan weerszijde geflankeerd werd door een schuur. Een stelling had de molen niet, het dak van de kist deed dienst als zwichtstelling.
De windbrief van de molen werd op 18 mei 1655 uitgereikt aan Pieter Gerritsz. Gruys en Pieter Pietersz. Teun. Het is mogelijk dat het hier vader en zoon betreft, achternamen waren in deze tijd niet vastgelegd. Pieter Gruys is een poos burgemeester van Oostzaandam geweest. Op 3 juni 1681 wordt het Windei tegen brand verzekerd door Pieter Pietersz. Teun, de inschrijving liet zien dat Teun zeven achtste van de molen in zijn eigendom had.
Het Windei behoorde in 1700 toe aan Jacob Dircksz. Tijmes, wanneer er op 1 januari 1715 een nieuw brandcontract wordt opgericht, is Klaas Arisz. Kaaskooper eigenaar van het Windei. Deze Klaas Kaaskooper is een van de grondleggers van het grote molenbezit van de familie Honig. Andere oliemolens waarmee Kaaskooper werkte in die tijd waren o.a.“de Reus” in Koog aan de Zaan en “de Ster” en “de Kaver” in Oostzaandam. Op 14 juni 1727 werd in Zaandam de collectieve brandverzekering het olieslagerscontract voor ladingen opgericht. Claes Kaaskooper liet op die dag de ladingen van zijn molens hierbij verzekeren. In 1729 overleed Kaaskooper. Het Windei, “de Reus” en “de Kaver” kwamen toen in handen van Gerrit Kaaskooper. De Ster kwam daarna in bezit van Jan Pietersz. van der Ley, die was getrouwd met Marie Kaaskooper, een dochter van Claes Kaaskooper.
Op 1 juli 1733 wordt in navolging van het OC voor ladingen, het OC voor opstallen opgericht. Kaaskoper laat ook hierbij zijn molens tegen brand verzekeren.
In 1749 stierf Gerrit Kaaskooper kinderloos en zo kwam het Windei in handen van zijn neef Gerrit Kaaskooper Honigszoon. Deze Gerrit Kaaskooper was een zoon van Stijntje Kaaskooper en de Zaandijker papierfabrikant Cornelis Jacobsz. Honig die zich richtte op de olieslagerij. Sinds 1764 werkte Kaaskooper onder de firmanaam Gerrit Kaaskooper Honigzoon & Zoon. Hij werkte ook met de Oostzaandammer oliemolens “het Strijd”, “het Oude Bonte Kalf”, ”de Haan”, “de Gooier”, “de Os” en “de Sint Willibrordus” en de Koger oliemolen “het Pink”.
Na het overlijden van Gerrit Kaaskooper in 1778 worden de zaken overgenomen door zijn zoon Claes Gerritsz. Honig, die het molenbezit uitbreidde met o.a. “de Kat”, “de Wandelaar”, “De Oude Zwan”, “Het Vette Schaap” en “het Varken”. Wanneer Claes Honig in 1813 komt te overlijden neemt zijn jongste zoon, Cornelis Honig, de firma van zijn vader over waar hij al sinds 1791 deel van uit maakte. Opnieuw wordt het molenbezit vergroot, ditmaal met de oliemolens “de Kieft”, “de Jonge Wolf”, “de Visser”, “de Kikker” en “de Kopermolen”. Cornelis Honig overlijdt in 1845, waarna zijn grote molenbezit wordt verdeeld onder zijn twee zonen Cornelis en Klaas Honig. Ook gaan enkele molens over naar Jacobus Kluyver, die was getrouwd met een dochter van Cornelis Honig.
Zoon Cornelis Honig kreeg uit de erfenis 10 oliemolens, waaronder het Windei. Nadat Cornelis Czn. Honig in 1870 overleed werden zijn bezittingen verdeeld onder zijn kinderen. Zoon Klaas Czn. Honig kreeg uit de erfenis “het Windei” toebedeeld. Klaas Honig blijft tot 1899 met het Windei werken. Op 5 juni van dat jaar liet hij de molen uit het OC halen en deed hij de molen over aan zijn zoon Cornelis Kzn. Honig. Deze werkt nog enkele jaren met de molen en zet het Windei omstreeks 1905 definitief stil. In 1906 werd het achtkant van het Windei gesloopt. De grote vierkante onderbouw met de schuren bleven staan en gingen dienst doen als pakhuis. In 1930 worden de schuren ingericht als olieraffinaderij. Dit fabriekje is tot op heden nog aanwezig en bekend onder de naam de Zaanlandse olieraffinaderij (Z.O.R.). De schuren van het Windei echter zal men hier niet meer terugvinden. De grote onderbouw van de molen en de noorderschuur werden in 1963 gesloopt. De zuiderschuur verdween in 1971. Toch resteert er nog iets van het Windei, nl. de afgemalen kantstenen. Tot op enkele jaren terug stonden zij langs de weg opgesteld, naast een silo. Later zijn zij naar de Zaankant verplaatst.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 134/ 136
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 297
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 330-331
- “Over molens der familie Honig” P. Boorsma 1939 blz. 158-160
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T. Neuhaus 1987 blz. 46
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.139
- “Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 23-31/ 50/ 105
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “Zaanse windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 237
- “de Windbrief” 15e jaargang 1986 nr.53 artikel W.Visser over het Windei (uitg. Ver. De Zaansche Molen).
F. Rol.
-----

Windbrief dd. 18 mei 1655.
De molen was een overbodig geworden watermolen die gesloopt en overgebracht was naar Zaandam.
Het achtkant is ingekort en hij werd ingericht als oliemolen.
Door het inkorten van het achtkant ontstond het nogal plompe uiterlijk.
De molen was eigendom van Cornelis Cornelisz. Honig van 1845 -1870 en uit die tijd stamt een aardig verhaaltje.
Zoon Pieter toog eens naar de molen en verwijderde daar een aantal takken van de bomen eromheen, omdat de molen er danig last van begon te krijgen.
De bomen waren niet zijn eigendom, zodat hij in september 1853 gedagvaard werd.
De boete was `F15,- en een dag zitte`, vader Cornelis was het hier echter niet mee eens, hij had immmers voor het windrecht betaald en hij schreef een brief aan de koning.
De afloop wordt niet vermeld dus we kunnen wel aannemen dat het goed afliep.

In 1906 werd de molen tot stellinghoogte gesloopt. Het onderachtkant en de noorderschuur is in 1963 gesloopt en de laatst overgebleven schuur verdween in 1971.
Gijs van Soest.

NB Rond 1655 werden zover bekend helemaal geen poldermolens overbodig, er waren er juist meer nodig. Mogelijk kwam de molen uit Zaandam-West (dbnr. 4229)?
Red.

aanvullingen

trivia
Oliemolen "het Windei", achtkante bovenkruier met schuren, te Zaandam-Oost aan het begin van 't Kalf aan weg en Zaan waar nu de ZOR gevestigd is. Bouwjaar 1655, gesloopt in 1906.