Molen De Vergulde Bijkorf / De Guisman, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Vergulde Bijkorf / De Guisman
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01081 d
oude dbnr.
V2048
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01081 d De Vergulde Bijkorf / De Guisman (Zaandijk)
Foto: n.n.

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Aan en ten zuiden van de Guisweg, over zijn erf loopt nu de Bijenkorfstraat.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 284 Jacob Jansz. Honig, papierfabriek.
geo positie
X: 115522, Y: 498269
N: 52.47074, O: 4.80621

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Aanvankelijk was de molen ingericht voor de produktie van grauwpapier, in 1674 werd de molen ingericht voor de produktie van wit papier.
versieringen
In de zandbak van de molen was een gedenksteen geplaatst welke de volgende tekst bevatte:

“Naast God den Opper Heer en Koning”
“Heeft Thans de Derde Jacob Honig”
“De Vijfde van het Welbekend Geslagt”
“Den Eersten Steen hier Aangebragt.”
Den 18 maart anno 1769


-----

Op de baard van de Vergulde Bijkorf waren twee kleine houten (vermoedelijk vergulde) bijenkorven aangebracht. Ook heeft de molen een geschilderd naambord gehad waarop een bijenkorf was afgebeeld.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De fraaie papiermolen de Vergulde Bijkorf was oorspronkelijk afkomstig uit het naburige Wormer. De molen werd daar in eerste instantie gebouwd als oliemolen, maar werd later verbouwd tot papiermolen. Het bouwjaar van de molen die de naam “de Kwikstaart” droeg, is niet gevonden.
Op 13 mei 1659 werd de molen door eigenaren Pieter Jevits, Jan Clase Craft en Claas Janse Craft, voor Fl.660,- verkocht aan Jacob Jochems uit Wormer. Deze Jochems verbouwde de Kwikstaart tot papiermolen. Op 25 april 1662 verkoopt Jacob Jochems het volgende:”een pampiermolentge, moolen huijsinge, ende moolen worff, met een hoeckje lants daer aen behoorende, ende alle sijn toebehooren met alle de roerende goederen daerbij behoorende, genaemt de Quickstaert staende ende leggende in onse banne op ’t endt van de Wester veersloot aende ringsloot van de Enge Wormer”. De molen werd gekocht door Cornelis Jans Honigh uit Zaandijk voor Fl.1200,-, die de naam van de molen veranderde in de Bijkorf.
Cornelis Jans Honigh was een papiermaker uit Zaandijk en runde samen met zijn vier zonen een papierhandel met de Wormerveerder papiermolen “de Vergulde Bijkorf”, bijgenaamd “de Bel”. Ook bezaten de Honighs aandelen in de Zaandijker papiermolen “de Witte Gans” en de Koger papiermolen “de Zwaan”.
In 1668 laat Cornelis Honigh de Kwikstaart afbreken en verplaatsen naar Zaandijk. Gedurende de herbouw in Zaandijk, wordt de molen aanzienlijk vergroot en uitgebreid.
Na het overlijden van Cornelis Honigh, nog in dat zelfde jaar, komt de Vergulde Bijkorf onder het beheer van twee van zijn zonen, Jacob en Adriaan Cornelisz. Honigh. De beide broers lieten de molen in 1676 verbouwen tot witpapiermolen, in deze witpapiermolens werd schrijfpapier geproduceerd. Dit papier moest aan veel hogere eisen voldoen dan het grauwe of blauwe papier. Aan de verbouwing van grauw naar witpapiermolen hielpen Veluwse papiermakers mee, zij waren gevlucht naar de Zaanstreek voor de Franse legers.
In 1709 overleed Jacob Czn. Honigh als laatste van de beide broers. Via een ingewikkelde omweg komt de Vergulde Bijkorf pas in 1712 in handen van twee van zijn zoons Cornelis en Jan Jacobsz. Honigh. Gezamenlijk waren zij papiermakers met de eveneens aan het Guispad gelegen papiermolen “de Veenboer”. In 1733 werd de Vergulde Bijkorf tegen brand verzekerd bij het papiermakerscontract voor een bedrag van Fl.6000,-.
In 1738 kwam er een einde aan de firma van beide broers, zij besluiten om hun bezit te verdelen en ieder zijn eigen weg te gaan. Cornelis Honigh ging verder met de Veenboer en de door hem eerder gekocht papiermolen “het Herderskind”. Jan Jacobsz. Honigh verkreeg de Vergulde Bijkorf. Kort na deze scheiding kocht Jan Honigh de Wormer papiermolen “de Eendracht”.
In 1757 overleed Jan Honigh en wordt hij opgevolgd door zijn zoon Jacob Jansz. Honig. Deze verkocht in 1774 de Eendracht aan Maarten Schouten, die hiermee de basis zou leggen voor de grote papierfabrikant Van Gelder & Zonen. Nadat Honigh de Eendracht had verkocht voegde hij de Koger papiermolen “de Wever” toe aan zijn bezit.
Als Jacob Honig in 1780 overlijdt krijgen zijn twee zoons de molens toebedeeld. Cornelis Jacobsz. Honigh gaat verder met de Wever, de Vergulde Bijkorf valt voortaan onder het beheer van Jan Jacobsz. Honig.

Vermoedelijk bezat de Vergulde Bijkorf tot 1804 een rietdek, het kan ook zijn geweest dat de molen toen al met planken was gedekt. De lijfbekleding van witpapiermolens bestond meestal uit hout omdat dat minder vuil afgaf dan een rietdek. Deeltjes riet zouden ongewenste vervuiling in het witte papier te weeg kunnen brengen. In ieder geval kreeg de Vergulde Bijkorf in 1804 zijn spanen bekleding. Spanen zijn vijfhoekige eiken plankjes die als leien op het molenlijf werden bevestigd. Omdat zij ook nog grijs werden geschilderd leek het van verre af of de molen gedekt was met leien.

In 1806 overlijdt Jan Jacobsz. Honig, zijn zoon Jacob Honig Jansz. krijgt de molen in zijn bezit. In 1817 werd de molen weer verzekerd bij het papiermakerscontract. De verzekerde waarde van de molen was nu echter opgelopen tot het enorme bedrag van Fl.30000,-.

Op 24 mei 1828 werd de Vergulde Bijkorf getroffen door de bliksem, de schade was echter gering.

Naast de Vergulde Bijkorf bezat de firma Jacob Honig & Zonen, twee papierpakhuizen, te weten “het Weefhuis” en “de Baars” op Zaandijk. Het Weefhuis is bekend omdat er tot eind 2003 het kantoor van de vereniging “de Zaanse Molen” huisvestte. Voor het papierpakhuis de Baars, een der weinig overgebleven Zaanse pakhuizen, bestaan momenteel vergevorderde plannen om dit te verplaatsen en te restaureren.

In 1837 werd de firma Jacob Honig & Zonen opgesplitst in twee aparte firma’s. De zoon van Jacob Honig, de historicus Jan Honig, ging verder met de Vergulde Bijkorf.
Door diverse omstandigheden krijgt de papierindustrie in de jaren 30,40 en 50 van de negentiende eeuw een zware klap te voorduren. Het is zeer moeilijk om nog lonend papier te produceren en diverse papiermolens zijn in die tijd gesloopt of kregen een andere functie. In 1854 verkocht Jan Jacobsz. Honigh de molen, die vanaf de bouw familiebezit was, voor Fl.14000,- aan Gerbrand de Jong, die papiermaker was met de Koger papiermolen “de Kaarsemaker” en de Westzaner papiermolen “de Schoolmeester”. Gebrand de Jong weet nog wat te verdienen in de papiermakerij door simpelweg minder loon aan de werknemers te betalen.
In 1871 overleed Gebrand de Jong en richtten zijn twee zoons de firma Gebroeders de Jong op. Zij zouden in 1873 de Kaarsemaker voor sloop verkopen. Later kochten zij het Zaandijker papiermolentje “de Witte Veer”.
Op 3 januari 1880 werd een brand de Vergulde Bijkorf bijna fataal. In de avond was er brand ontstaan in de droogschuur van de molen, weldra stonden de grote droogschuren in brand, waarna ook de pakkamers en het turfhok vlam vatten. Als door een wonder kon men de molen zelf behouden. De schade was echter groot en de firma de Jong kreeg een bedrag van ruim Fl.15000,- uitgekeerd. Met dit geld werden de verbrande schuren hersteld.
Zo zou de molen er weer voor jaren tegen kunnen. Het liep echter anders.
In de nacht van dinsdag op woensdag 19 november 1902 raakte de Vergulde Bijkorf door onbekende oorzaak in brand. Door het koude vriesweer en de zware noordooster wind was het niet meer mogelijk om de brand onder controle te krijgen. Acht brandspuiten waren aanwezig bij de brand en probeerden die te blussen. Tevergeefs. Na ongeveer drie kwartier stortte de Vergulde Bijkorf in elkaar en was het voorbij met deze fraaie molen.
De verzekering keerde aan de firma de Jong wederom een bedrag uit van ruim Fl.15000,-. Ditmaal echter was de schade niet te herstellen. Wanneer men de molen zou herbouwen was hiermee een bedrag van Fl.50000,- gemoeid, hetgeen liet zien dat de molen behoorlijk onderverzekerd was.
Molens werden in die tijd niet meer gebouwd en de firma de Jong liet in 1903 ten zuiden van hun papiermolen “de Schoolmeester” een stenen fabriekje bouwen, dat de naam van de verbrande molen kreeg. Aanvankelijk werd dit gebruikt voor de productie van wit papier, later diende het als opslag. Tot op de dag van vandaag is dit fabriekje nog aanwezig.

Van de verbrande molen resteerde na de brand nog slechts zandbak. Deze werd later gebruikt door de firma Musch als nikkelinrichting gebruikt, hier werden metalen voorzien van een laagje nikkel. De afmeting van deze zandbak betrof 21½ bij 11½ meter. Later verdween dit bedrijf en werden de restanten van de molen gesloopt.

Ook de petmolen van de Vergulde Bijkorf overleefde de ramp (zie Tenbruggencatenummer 15585). De Vergulde Bijkorf bezat aan de noordkant van het Guispad een vijverland. Met deze petmolen, die toch nog een vlucht had van ruim 7 meter, werd er schoon water van grote diepte gepompt. In zijn boek “Zaanse Windmolens” uit 1939 schrijft Pieter Boorsma het volgende over de vijverlanden van de Vergulde Bijkorf:
“Het “vijverland” van dezen molen lag ten noorden van de, nu gedempte Guispadsloot: de Parklaan is er op aangelegd. Vrijwel tegenover de Bijkorf, stond, op dat land, zijn petmolen (=pompmolen, een grote staartmolen) die het water uit de pet (Zaansch voor: put) oppompte om het te loozen in de “vijvers”. De bodem dezer zgn. vijvers lag boven polderpeil, dus was zo’n vijver eigenlijk een door lage dijkjes omgeven stuk land, waarop het putwater uitvloeide en tijd kreeg om te “bezinken”. In dit geval werd dat, reeds gedeeltelijk gezuiverde water door een houten koker, welke op den bodem der genoemde sloot lag, naar den molen gevoerd.
De grote waterpomp in de molen bracht het water weer omhoog en stortte het in den grote waterbak, vanwaar het, door een goot, naar de zandbak (een filter, gevuld met wit zand) liep. Het gefilterde water kwam vervolgens weer in of onder den molen terecht, om wederom opgepompt en verdeeld te worden over de kleine waterbakken, van welke de molen er 2 of 3 bevatte, al naar gelang het aantal maalbakken of “Hollanders”, waarmede hij werkte.
Deze zorgvuldige behandeling van het benoodigde water, geschiedde in hoofdzaak om het ijzervrij te maken ~ want veel putwater was min of meer ijzerhoudend. Ongezuiverd water veroorzaakte geelworden van het papier, vandaar de voorzorgen”.

De petmolen werd in 1903 gesloopt, de vijverlanden werden enkele jaren later gekocht door de toenmalige gemeente Zaandijk, die hierop de Parklaan liet aanleggen. Over het werkelijke molenerf kwam de Bijenkorfstraat te liggen.

Bronnen:
“De Papiermolens in Noord Holland” H.Voorn 1960 blz. 344-354
“Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz. 81-87
“Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 25-27
“Windmolens” G.Husslage 1965 blz.29-46
“Dat goede oude Zaandijk” G.Oosterbaan 1971 blz. 99/ 106-107
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 166
informatie F.Rol

aanvullingen

trivia
Naast de Vergulde Bijkorf bezat de firma Jacob Honig & Zonen, twee papierpakhuizen, te weten “het Weefhuis” en “de Baars” op Zaandijk. Het Weefhuis is bekend omdat er tot eind 2003 het kantoor van de vereniging “de Zaanse Molen” huisvestte. Voor het papierpakhuis de Baars, een der weinig overgebleven Zaanse pakhuizen, bestaan momenteel vergevorderde plannen om dit te verplaatsen en te restaureren.

Vermoedelijk bezat de Vergulde Bijkorf tot 1804 een rietdek, het kan ook zijn geweest dat de molen toen al met planken was gedekt. De lijfbekleding van witpapiermolens bestond meestal uit hout omdat dat minder vuil afgaf dan een rietdek. Deeltjes riet zouden ongewenste vervuiling in het witte papier te weeg kunnen brengen. In ieder geval kreeg de Vergulde Bijkorf in 1804 zijn spanen bekleding. Spanen zijn vijfhoekige eiken plankjes die als leien op het molenlijf werden bevestigd. Omdat zij ook nog grijs werden geschilderd leek het van verre af of de molen gedekt was met leien.

-----

Purmerender Courant 16 en 19 feb. 1873:
"Verhuring op Donderdag 27 Februarij 1873, voor drie achtereenvolgende jaren [...] alsmede de polder van den molen "de vergulde Bijenkorf", onder de gemeente Zaandijk, alles bij biljetten breeder omschreven.
Inlichtingen zijn te bekomen, zoo ten kantore van den Notaris S. Neinis, als bij den Makelaar T. de Jong."
-----

Nieuw Purmerender Courant 7 okt. 1880:
"Wormerveer, 4 Jan. 1880. De papiermolen "De vergulde Bijenkorf", ook wel de "de Geusman" geheeten, staande aan het Geuspad, onder de gemeente Zaandijk, en toebehoorende aan de H.H. Gebroeders de Jong te Westzaan, geraakte in den afgeloopen nacht ongeveer 12 uur in brand.
Aan de in allerijl toegesnelde spuiten mocht het gelukken een deel der fabriek namelijk den eigenlijken molen, te behouden, als ook grootendeels de voddenschuren. De uitgebreide en kapitale droogloodsen met hunnen inhoud, werden geheel een prooi der vlammen, zoodat het terrein een vuurzee scheen. De brand is ontstaan in een der droogschuren. De papierdroging heeft door kachels plaats, en naar men zegt is de brand uitgebroken toen de aldaar gestelde waker voor een oogenblik zijn post verlaten had om in den molen bij de andere arbeiders te gaan schaften.
De ijver der manschappen aan de verschillende spuiten verdient allen lof.
De perceelen waren tegen brandschade verzekerd."

-----

Het nieuws van den dag : kleine courant, 20-11-1902

"Heden (Woensdag) morgen te 4 uur is te Zaandijk brand ontstaan in den papiermolen "De Vergulde Bijenkorf", meer bekend als "De Guisman", van de firma Gebr. de Jong, te Westzaan, staande aan het Guispad te Zaandijk.

De groote voorraad brandbaar materiaal, gepaard aan een krachtigen Oostenwind, deden de vlammen zoo krachtig om zich heen grijpen, dat in korten tijd molen en schuren tot op den grond waren afgebrand. De brandweer van Westzaan en die van Koog a/d Zaan werkten krachtig mede om de belendende perceelen te behouden. Molen en inhoud waren verzekerd bij het Onderling Papier- en Pelmolens-contract, gevestigd aan de Zaan. , Omtrent de oorzaak is niets bekend."