Molen Tedingerbroekpolder, Oostmolen, Voorburg

Voorburg, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Tedingerbroekpolder, Oostmolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01070 b
oude dbnr.
V8604
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01070 b Tedingerbroekpolder, Oostmolen (Voorburg)
Foto: coll. DHM

locatie

plaats
Voorburg
gemeente
Leidschendam-Voorburg, Zuid-Holland
streek
Haaglanden
kadastrale aanduiding 1811-1832
Stompwijk F (1) 276/311 De Tedingerbroekpolder
geo positie
X: 86407, Y: 454574
N: 52.07519, O: 4.38666

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1550 , vernieuwd
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Zie de Westmolen, Tenbruggencatenummer 06498 z.

Het Bovengemaal I stond aan de Broekweg, bij de Leidsche Vliet te Leidschendam, op zeer korte afstand van de plaats van de voormalige Oostmolen. Het is altijd het hoofdgemaal van de polder geweest, dienende ter bemaling van de Hoge polder of Bovenpolder van Tedingerbroek (428 ha.) en van de Oostelijke Droogmakerij (270 ha.). Het stoomgemaal was in bedrijf van 1872 tot november 1947. Het had een vermogen van 69 PK en bestond uit een dubbel, horizontaal stoomwerktuig, dat ter aandrijving diende van a) een ijzeren scheprad, ter bemaling van de Bovenpolder met inbegrip van de ringvaart b) twee dubbelwerkende zuig- en perspompen, ter bemaling van de Oostelijke Droogmakerij. Het water werd op de Schieboezem (Vliet) uitgeslagen. In 1926 was een centrifugaalpomp geleverd van het merk Stork. In 1938 werd de stoomketel vervangen. Wegens de kolenschaarste tijdens W.O.-II en onvoldoende vermogen van de stoommachine, stelde Provinciale Waterstaat van Zuid-Holland een Kromhout Gardner viertact dieselmotor ter beschikking, maar ook dit hulpmiddel was niet voldoende; in december 1945 bedroeg de opvoerhoogte ca. 1.50 m. Spoedig na de oorlog werd dan ook een plan opgesteld door het Technisch Bureau van de Unie van Waterschapsbonden ter verbetering van de waterbeheersing. In mei 1946 bracht het Bureau een rapport uit met als conclusie, dat de twee installaties -scheprad en centrifugaalpomp - verouderd waren en over onvoldoende capaciteit beschikten om de waterstand behoorlijk te regelen. Aan de hand van de gestelde mogelijkheden om de bemalingscapaciteit op te voeren, besloot de vergadering van stemgerechtigde ingelanden op 22-06-1946 met algemene stemmen tot stichting van een geheel nieuw, elektrisch gemaal en machinegebouw. Het oude gemaal, op perceel kadastraal gemeente Stompwijk sectie F, nr. 1225, bleef tot 1949 in gebruik, ondanks eerdere plannen om reeds eind 1947 het nieuwe gemaal te benutten.

De oliemotor die sinds begin 1945 in het Bovengemaal had gefunctioneerd wegens onvoldoende vermogen van de machine aldaar, werd van de pomp losgekoppeld en tijdelijk in het Benedengemaal in gebruik genomen, om de waterbeheersing niet te zeer in gevaar te brengen. Aangezien het echter tot begin 1949 zou gaan duren eer het nieuwe Bovengemaal gebruiksklaar kon worden opgeleverd, moest ook aan de Broekweg weer een oliemotor met pomp in bedrijf gesteld worden. In 1954 werd het oude bemalingsgebouw gesloopt; de gedenksteen met de stichtingsdatum werd overgebracht naar het nieuwe Bovengemaal. Achter het oude machinegebouw, aan de zuidwestelijke zijde van de Broekweg op een gedempt gedeelte van de Molensloot, op het perceel kadastraal gemeente Stompwijk sectie F nr. 1106, verrees een nieuw gebouw met daarin twee opvoerwerktuigen (pompen), aangedreven door twee elektromotoren van 50 en 75 PK, ter bemaling van respectievelijk de Hoge- of Bovenpolder van Tedingerbroek en van de Droogmakerijen. Eind 1947 was het werk aanbesteed en gegund aan de firma D. Verstoep te 's-Gravenhage, die het gemaal eerst in 1949 opleverde. Naast de bouw van een nieuw gemaal werden ook omvangrijke werken uitgevoerd aan kaden en watergangen, zoals het leggen van betonnen beschoeiingen, uitvoering van baggerwerken etc. Ook in de jaren '50 en '60 bleken de getroffen voorzieningen onvoldoende te zijn voor het aanhouden van het schouwpeil; dit gold zowel voor de Hoge polder (gelegen op 1.93 m. -NAP), als voor de Oostelijke droogmakerij (op 4.75 m. -NAP), en de Westelijke Droogmakerij (hoog gedeelte op 4.01 n. -NAP; laag gedeelte op 4.90 m. -NAP). Eerst de stichting van het zwakzinnigeninternaat "Craeyenburch" en de daaraanvolgende ingrijpende wijziging in de waterhuishouding van de polder (stichting van een particulier gemaaltje van het internaat "Craeyenburch" aan de Kortelandseweg en van een nieuw poldergemaal II aan de Kanaalweg, begin jaren '70) luidde een verbetering van de waterhuishouding in.

Bron: www.Archieven.nl - Tekst: Peter van der Drift

aanvullingen

trivia
Delftsche courant, 13 september 1872

Openbare Verkooping tot afbraak
van den Oostmolen in de Tedingerbroekpolder onder Stompwijk, op Zaturdag 28 September 1872, voormiddags 11 uur,
in het Logement 'De Zwaan' te Leidschendam.
Nadere informatien zijn te bekomen ten Kantore van den Notaris H. van Zegwaard te Voorburg.