Graftdijker molens, viertraps molengang aan de Westdijk, opgericht vanaf 1632. De Graftdijker molentocht betrok zijn water uit de wegsloot van de Wormerweg.
In 1832 was Jan de Goede de molenaar. Geboren 8 februari 1784, weduwnaar, 2 kinderen. Aangesteld 1808, tractement ƒ 80.
Tevens vermeld wordt in 1832 de weduwe van Baart Dubbeld. Geboren 17 mei 1780, weduwe, 4 kinderen. Aangesteld 1793, tractement ƒ 80.
Na de vervijzeling, hetgeen bij deze molen in 1833 werd uitgevoerd, werd dit een driegang.
Omdat de watermolenares weduwe Baard Dubbeld overleden was, maar deze molen reeds jaren bemalen wordt door een bij haar inwonende zoon Arie Dubbeld, die toen solliciteerde, werd deze op 25 maart 1858 benoemd, mede omdat hij zowel als molenaar als wat zijn gedrag betreft niet ongunstig bij het dijksbestuur bekend stond [niet helemaal duidelijk of dit bij molen 13 of 14 hoort].
In de avond van 23 juli 1869 werd de molen door de bliksem getroffen en totaal in de as gelegd. De begroting voor een nieuwe molen bedroeg ƒ 14.189,30. Omdat men voor ca. ƒ 4000 aan materiaal in voorraad had, moest er ƒ 10.000 moeten worden geleend. De Hoofd-Ingelanden besloten de molen niet aan te besteden, maar in eigen beheer te bouwen.