Molen Eilandspolder, De Knevelaar, Schermerhorn

Schermerhorn, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Eilandspolder, De Knevelaar
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01059 j
oude dbnr.
V1705
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01059 j Eilandspolder, De Knevelaar (Schermerhorn)
Detail van onderstaande foto

locatie

plaats
Schermerhorn
plaatsaanduiding
ten oosten van Groot-Schermer aan de Hoofdsloot
gemeente
Alkmaar, Noord-Holland
streek
Schermereiland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zuid- en Noord Schermer D (3) 790 Polder Binnendijks
geo positie
X: 120266, Y: 510101
N: 52.57739, O: 4.87480

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
1, 3, 2 schepraderen
scheprad 5,14 m Ø, 42 cm ↔ (1864)
vijzel 1,45 m Ø (1894)
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
25 m ca. (1864)<br>24,75 m (1894)
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Pot ✉︎ ? binnen ? binnen 1918 ?
Pot ✉︎ ? buiten ? buiten 1918 ?
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
In 1562 werd het "Knevel molentgen" geplaatst, een wipmolen. In 1625 werd deze gesloopt en vervangen door de achtkante "De Knevelaar".

Tegen 1763 klaagden de inwoners van Graft over te hoge waterstanden op het Schermereiland, veroorzaakt door het inklinkende veenland en de vaak hoge waterstanden in de boezem. Om de bemaling te verbeteren werd na enige discussie tussen de Eilandspolder-bannen aan molenmaker Adriaan Vijzelaar uit De Rijp opdracht gegeven zijn uitvinding van drie schepraderen in De Knevelaar in te bouwen. De operatie kostte bijna ƒ 7000, waarvan ƒ 1695 voor de uitvinder en bouwer zelf. Over de afmetingen van de schepraderen is weinig bekend, wel was het grootste van de drie kleiner dan het ene oorspronkelijke scheprad.

In de zeventiende en achttiende eeuw werd naarstig gezocht naar verbeteringen van de schepradmolens, voor zover bekend was De Knevelaar de eerste molen waarin drie schepraderen werden toegepast. Tegen het voordeel van een hogere bemalingscapaciteit stonden ongetwijfeld de nadelen van een zeer ware belasting van het gaande werk, alsmede een zeer onregelmatige gang bij wisselende windkracht.

In 1789 wordt gemeld dat de molen met drie schepraderen goed gefunctioneerd had, maar dat één scheprad de laatste jaren niet meer gebruikt kon worden omdat lage boezemwaterstanden niet meer voorkwamen. Omdat het middelste scheprad in 1789 aan vervanging toe was, werd besloten hiervoor het haast niet meer gebruikte scheprad in te zetten, zodat De Knevelaar ondanks protest van de banne De Rijp terug ging van drie naar twee schepraderen.

In 1864 werd de polder bemalen door drie vijzelmolens en een schepradmolen. De drie vijzelmolens waren De Bul bij De Rijp (dbnr. 1709), de Westermolen bij Driehuizen (dbnr. 411) en de in 1861 naar de noordwesthoek van de polder verplaatste Havik (dbnr. 6648), terwijl De Knevelaar nog steeds met scheprad(en) was uitgerust. In 1869 werd De Knevelaar als laatste in de Eilandspolder vervijzeld. Tegen die tijd had de molen nog maar één scheprad, wanneer het tweede werd verwijderd is niet bekend. De vervijzeling van De Knevelaar kostte ƒ 8087.

Op de oude plaats van De Havik werd in 1874 een stoomgemaal gebouwd waarna De Bul in september 1876 voor afbraak werd verkocht. In 1918 werd het stoomgemaal verbouwd en de stoominstallatie en vijzels vervangen door elektrisch gedreven centrifugaalpompen, waardoor de drie nog resterende molens overbodig werden. De Westermolen en De Havik werden nog enige tijd in reserve gehouden en later als woning ingericht.

De Knevelaar werd in mei 1919 gesloopt, er is nu bovengronds weinig tot niets meer van zijn plaats te herkennen.

Bron: artikel door Leo den Engelse en Pieter Schotsman in Molinologie nr. 7, 1997.